Hoofdstuk 22: Troubadoursgoud (deel 1)

19 5 0
                                    

"En de kak die bergde op de Khan!

En de Kak die bergde op de Khan!

En de Kak die bergde, de kak die Bergde..."

Zong Lans.

Het was met voorsprong zijn favoriete strofe uit 'De Khan kakte op de berg'.

"Lans!" Snauwde Ilene. "We reizen onder de banier van Hassans Keep. Kun je in Evo's naam een beetje moeite doen om die schijn op te houden."

Lans rolde zijn ogen naar de staart van de colonne waar de Bakir reed.

Hij gebruikte de term 'rijden' in haar ruimst mogelijk betekenis. Wat de Bakir deed het leek meer op worstelen met het zadel.

Toegeven, rijden met been gespalk aan een geïmproviseerde stok die langs de bovenkant met windels onder de oksel was geduwd en langs de onderkant was vastgebonden aan de stijgbeugel, kon niet bepaald comfortabel zijn. Kerylls handige begeleiding deed niet veel om de Bakir's comfort te verbeteren. Hij scheen niet in staat om ook maar één put of greppel te vermijden, zeer ter ongemakke van de heer al Solomon.

Met elke pijnlijke grimas van de Bakir leek de sadistische reus te grijnzen. Niet echt hoffelijk van hem. Lans zou haast denken dat hij het opzettelijk deed, maar die assumptie veronderstelde een graad van subtiliteit in Kerylls gedachten, en laat ons niet te absurd worden. Subtiliteit in Kerylls gedachten, bij Ergodix, wat verzonnen ze nog allemaal/

"Uhu, de schijn ophouden...", liet Lans zich ontglippen...

"Mijn vrouwe, wij zongen niets anders op campagne in Darhal Salak. De khan betaalt zijn huurlingen om voor hem op mars te gaan, maar hij is bij lange niet rijk genoeg om ons te dwingen dat in stilte te doen."

Ilene keek hem bliksemend aan.

"Hij heeft gelijk, Ilene. Doshfaatse commandanten werden er gek van maar ze konden er niets tegen beginnen."

Meer bliksems voor haar echtgenoot.

"Ik zeg het maar..."

"We zijn niet op een zoveelste strafexpeditie tegen Fjerd weet welke Mossaanse stam. Tot we veiliger oorden bereiken is die vlag het enige dat ons een schijn van bescherming geeft. Ik wil dat graag zo houden."

"Zing wat anders, Lans." zuchtte Graaf Ewan.

"Ra shi bok sûleimi ta shi Khan."

"Dat is hetzelfde lied maar in het Doshfaats, of niet Ewan?"

"Lans..."

Lans haalde adem om een nieuw lied in te zetten.

"Waag het niet om in het Teruskisch te beginnen."

Hij zweeg.

"De Khans beerput! Dit gaat een saaie dag worden."

"Ik wist niet dat je Teruskisch sprak."

Iwan was onder het geprek van Geralf en vrouwe Ilene uit weten te komen en was naast hem komen rijden.

"Je leert veel in een paar jaar met de vrije compagnieën. Alles is mogelijk aan de grenzen van Darhal Salak."

Hij grijnsde.

"Hoe ben je daar terecht gekomen?"

"Er is altijd werk voor geitenridders overzees. In Tyr en Talgis lachen ze ermee dat we Feàrrins belangrijkste export zijn."

"Jij een geitenridder? Hoe kan dat? Je bent een legende in de Academie..."

"Het leven van een geitenridder is niet zo slecht als je denkt, Iwan. Gevaarlijk en opwindend, maar de beloningen zijn groot, vaak groter dan een plaats aan de Academie van Zilverfort of het loon van een Eikenridder in je geboortedorp."

Iwan schudden het hoofd.

"Groter dan een plaats aan de Academie? Ze zijn het uitschot, de jongens die het moesten afleggen in de strijd om het Eikenridderschap. Heethoofden die het niet halen bij de Academie. Ze zijn vaak niet meer dan bandieten. "

"Ik ga het je een keer zeggen, Iwan Falclau. Ik zou als ik jou was niet te spotten met de geitenridders. Hun bloed is harder dan staal.

Niet veel dorpen willen meer dan één Eikenridder onderhouden. De wet zegt één ridder per eik, dus één ridder per eik is genoeg. Elke jongen krijger in dat dorp de vecht jarenlang voor die plaats. De Academie selecteert de beste van de beste..."

"Dus hebben ze hun kans gehad."

"Eén keer per jaar, als ze geluk hebben. Niet iedereen geraakt op de afspraak. Niet iedereen is klaar op dat moment. Denk je dat ze daarom hun droom begraven. Omdat een officier uit Schildenburg hen niet goed genoeg vindt."

"Dus gaan ze weg."

"Dus worden ze geitenridder. Ze vechten voor wie hen betaalt. Waar ook ter wereld, van Hassans Keep tot Teruskia, de milities van het Verbond der Steden tot de gardes van elke heer in Daiterra en ver daarbuiten. Terugkomen om bespot te worden als verliezers in hun geboortedorp doen ze meestal niet, neen. Daar laat ik mezelf ook niet op betrappen."

Lans moest de neiging onderdrukken om Iwan uit het zadel te gooien.

"Waar komt dat lied eigenlijk vandaan?" kwam Norwin tussenbeide.

De schildknaap knikte met zijn ogen wijzend naar Vydar verderop. Hun beider gezichten spraken boekdelen.

Lans bedaarde.

"Dat is een geweldig verhaal: Vreemd dat ik je dat nog niet verteld heb." smaalde hij.

"Je moet weten, één keer per jaar laat de Khan zich met zijn belangrijkste priesters de Jalwah Sûl op dragen in een draagstoel.

De hogepriesters beweren dat het moet ter vernieuwing van de Jalwah Komut, of zoiets. Ik ken niet alle details, maar ik weet dat ze er een heel logische verklaring voor hebben. Kortom het is een heel belangrijk ritueel voor de Doshfaten.

Dus ze dragen allemaal hun meest overdadige gouden robes en de grootste tulband die ze kunnen vinden. Geniaal om te zien overigens, een hoop halve fossielen die een berg gaat beklimmen met de fanfare op kop. Ze laten overigens niet verder naar boven dragen dan een Qamra, een kleine tempel, nauwelijks boven de voet van de berg."

Hij grinnikte terwijl hij het vertelde.

"Nu, enkele jaren geleden had de Khan naar verluid nogal veel gedronken de nacht ter voren en kon hij zijn darmen niet meer bedwingen. Hij beval dus de hele processie halt te houden zodat hij zich even kon terugtrekken achter een zeil. Natuurlijk doen al die priesters alsof er niets aan de hand is."

Lans vertelde het verhaal met een opkomende clou die in zijn schouders kwam aandraven.

Norwin die het verhaal kennelijk al gehoord had probeerde het niet uit te proestte voor het hoogtepunt van het verhaal. Een glimlach om Vydar's lippen verraden dat hij aan het meeluisteren was.

"Wacht het beste komt nog. Zijn dienaren hadden geen rekening gehouden met een plotse windvlaag. Dus dat zeil vliegt uit hun handen."

Iwan lach dubbel in het zadel.

"Zit de Khan daar op een kakstoel in het midden van de berg, omringd door zijn ganse hofhouding en de halve bevolking van Hassans Keep. Geniaal!

"De Khan heeft jaren geprobeerd elke vorm van het lied te verbieden,maar hoe meer hij probeerde, hoe meer het verspreidde. Uiteindelijk heeft hij het opgegeven."

Lans pauzeerde om bij te komen.

"Het lied is overigens stukke beter in het Doshfaats. Sûl betekent berg, maar Suleimein kan ook opstapelen betekenen en Khantanein betekent zoveel als 'het bevel opeisen' of 'usurperen'.

"Wat een poëzie." Proestte Iwan.

"Ja, dat vind ik ook. Maar vrouwe Ilene apprecieert niet zo."

Iwan stikte bijna tot Norwin hem op de rug klopte.

"Ok, genoeg jullie. Iwan, Geralf wil met je praten."

"Al goed.", mompelde Iwan. Tranen in de ogen.

Lans reed alleen verder.

Hij liet zich niet meer betrappen op zingen, maar overal waar hij reed leek het genëuriede ritme van 'De Khan kakte op de berg' te horen.

De Troon der Helden (Gepubliceerd)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu