Hoofdstuk 25: Schorpioenenhendel, niet aankomen (deel 1)

16 4 0
                                    

Desmond trok zijn tuniek goed voor hij aanklopte.

"Serias?" begon hij.

Er volgde geen antwoord.

"Serias." klopte hij nogmaals.

Weer niets.

Desmond gaf de klink een kleine duw. De deur week naar binnen.

"Tja, die is er niet." Lachte Salina. Zijn we hier helemaal voor niets gekomen. Zin om deze ongelooflijke gave plek verder te ontdekken?

"Wacht hier," zei Desmond. "Ik ga hem zoeken?"

"En ik kan niet met je mee? Wie weet waar hij uithangt."

"Geloof me, als hij hier niet is, is er maar één plek waar hij kan uithangen. En dan is hij waarschijnlijk met een experiment bezig. Dat kan lang duren."

"Weet hij dan niet dat we er zijn? Met deze echo zou je denken dat je Ballericks stem over heel deze citadel kan horen."

"Oh hij weet dat we er zijn. Die ouwe sok laat mensen graag op zich wachten. Dan voelt hij zich belangrijk."

"Ok, dan begrijp ik nog steeds niet waarom ik niet met je mee kan."

"Serias... Ik bedoel, meester Tafara, zoals jij hem best kan noemen, is waarschijnlijk met een experiment bezig. Laatste keer dat ik hem daar in stoorde kon ik mijn arm drie dagen niet gebruiken. Geloof me, je stoort hem liever niet in zijn experimenten"

"En dan ga jij dat net wel doen?"

"Die ouwe sok moet niet denken dat hij mij kan laten wachten."

Desmond verdween in een dunne trapgang in de rotswand.

Salina bleef alleen in het vertrek achter. Ze had een hekel aan wachten. Weland wist dat maar al te goed en ook Desmond had er haar snel op betrapt. Weland wou altijd dat Salina iets te doen had, als ze moest wachten kon ze maar beter iets betstuderen.

Om zich niet te vervelen ging ze dan maar op onderzoek naar een deur in de zijbeuk. Die opende naar kamer ingelegd met kleurrijke mozaïek badend in een zee van daglicht dat binnen viel door een boogvormige opening in de rotswand met kleurloos glas in een loden frame om de wind buiten te houden.

Twee tulpvormige bekers met zilveren voet en een kroon van groen kristal stonden op een bronzen schaal gepresenteerd op een smalle ronde tafel met krullende poten. Een schaal dadels en verse citrusvruchten vergezelde hen binnen handbereik van een bed breed genoeg voor minstens drie personen, afgeschermd met zijde gordijnen.

Ebbenhouten pilaren duwde diep in het plafond boven het bed dat was beschilderd met complexe patronen van goud, turquoise en zeeblauw, krullende handvaten in edelstaal hielden olielampen in de vorm van vier barbaarse nimfen.

Eén van deze was geslepen in groene jade als een bosnimf, dansend en worstelend met een koord van rozendoorns, een tweede in wit marmer, met de kaars in de plooi van een halve maan opgehouden door een ontluikende nimf van de nacht, een derde, een zeemeermin in blauwe koraal, de laatste, een creatuur in goud en zwarte steen met een vrouwenlichaam en kattenklauwen.

Het bed was opgemaakt met zijde, kant en fluweel. Aan de muur hing een schap met objecten waarvan ze de bestemming niet van kende, maar ze had een vermoedde. Serias Tafara experimenteerde met meer dan alleen fysimancie.

Salina sloot de deur opnieuw om de rest van de vertrekken te onderzoeken. Serias' slaapkamer, besloot ze, verborg geen verhalen die ze verder wilde bestuderen. Welands 'geheimen' waren kennis genoeg voor haar.

Vergeleken bij de slaapzaal was de rest van het appartement eerder sober. Salina liet haar hand glijden over de witte kalksteen. Die was onbeschilderd maar voldoende gepolijst dat ze geen stof meer achter liet.

Een houten tafel stond langs drie kanten omringd door stenen banken in de rots uitgehouden onder een natuurlijke opening in het dak van de rots. Vers water stroomde de kamer binnen via een bronzen bronhoofd, spuwend in een zwarte schelp. De schelp liep over in een stenen reservoir dat overging in een helder kanaaltje waarin nagellange visjes tegen de stroom zwommen boven een bodem van kiezelstenen.

Een immens kastenstelsel bedekte de westwand van de vertrekken. Handschrifen gebonden in leren kaft lijnden de schabben afgewisseld met papieren rollen met koperen knop en drukwerken met houten omslag. Een met comfortabele armstoel ingelegd met rood fluweel stond naast Tafara's schrijftafel, een krukje erbij om zijn voeten op te leggen.

Flessen en kruikjes in vreemde vormen vulden de planken. Een collectie groot genoeg om Chaya's verzameling erin te laten verdwijen.

Salina vroeg zich af waar het allemaal voor diende. Haar hand reikte naar een zwart amfoortje met de letters E.L. ingekrast.

Geen idee wat dat wilde zeggen. Haar aandacht werd getrokken door een kleistenen bordje aan de rand van de kast.

Dikke letters in zwarte inkt schreeuwden:

SCHORPIOENENHENDEL: NIET AANKOMEN

Dat was duidelijk van die hendel kon ze beter wegblijven. Ze wilde zich omdraaien om de andere kant van de kamer te inspecteren, maar voelde dat haar gedachten naar de metalen hendel gezogen.

"Wat zou een schorpioenen hendel doen?"vroeg ze zich af.

Desmond en Weland haden haar aangemoedigd nieuwsgierig te zijn. Zo vond ze informatie en juiste informatie was de basis voor alle fysimancie. Dat klonk logisch toch.

Alleen, vond ze, dat woorden nogal vaak een andere betekenis hadden in fysimancie dan in dagelijkse conversatie. Niets was ooit zoals je dacht dat het was. Weland had haar leren denken in 'concepten'. Dat wilde zeggen dat ze niet vast moest houden aan woorden, maar kijken naar de diepere ideeën die zich achter de woorden bevonden.

"Je fantasie gebruiken om woorden samen te voegen tot een idee dat met de werkelijkheid overeen kwam." Of zoiets.

Tijdens hun rit door de woestijn had Desmond haar geleerd haar verbeelding te gebruiken. Bedenken wat je niet kon zien, wat je nooit kon zien, maar wat waar waar moest zijn, omdat anders de waarheid onwerkbaar zou zijn.

Alles op de wereld gebeurde om een reden. Je stootte je voet aan een steen omdat die steen daar lag en jij niet oplette. Hoe die steen daar terecht gekomen was, dat kon je jezelf afvragen. Als er honderden stenen om de steen heen lagen was er misschien een aardverschuiving gebeurd. Misschien liep er vroeger een rivier en werd de steen door het water mee gesleurd. Die rivier kon je nooit zien, maar aan de hand van haar sporen kon je haar inbeelden. Desmond leek overal een verband te zien dat hem naar één van zijn ideeën leidde. En hij had vaker gelijk dan had hij niet.

"Een beetje logische verbeelding." had hij gezegd.

Desmond kon een verhaal vertellen over beren die niet konden tellen, bronnen die verschenen met verborgen vissen, allemaal met niet meer dan een stel dobbelstenen. Ze had er geen idee van hoe hij het deed, maar hij moedigde haar aan om 'de code', zoals hij het noemde, te vinden.

"In alles zit een code" had hij gezegd.

Waarvoor zou 'Schorpioenhendel' code zijn? Het moest iets heel belangrijks zijn. Dat kon niet anders.

De Troon der Helden (Gepubliceerd)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu