Hoofdstuk 10: Als het doordringt (Deel 1)

44 8 2
                                    


Anya snorde zachtjes met haar lichaam opgerold tegen Iwans borst. Zijn mantel bedekte haar naaktheid en de littekens van de nacht. Iwan streelde voorzichtig door haar haren. De geur van bloed, mannelijk zaad en zweet hing over haar lichaam. Haar haren waren warrig en vuil. Hij maalde er niet om. Hij streelde haar en hij maalde er niet om. Het voelde goed om haar aan te raken, haar te bedanken voor de ongelooflijke moed die ze getoond had. Slechts weinige zouden haar een dergelijk offer nadoen. Door zijn maliën heen voelde hij haar warmte op zijn lichaam drukken. In het zwakke maanlicht dat op haar viel leek hij een vredige glimlach op haar gezicht te bespeuren.

"Anya..." dacht hij.

Hij begreep niet hoe ze zo vredig kon slapen. Hij wilde niet weten, moest er zelfs niet aan denken wat zij zonet had meegemaakt.

De toren...

Het kon niet anders dan haar getekend hebben. Hoe sterk de voedster ook was deze nacht zou ze voor eeuwig met zich meedragen.

Waanbeelden raasde door zijn hoofd. Beelden van de gruwelen van de nacht. Iwan probeerde kalmte te vinden in Anya's schijnbaar gelukzalige slaap. Hij durfde nauwelijks te bewegen, ondanks de vervelende kramp in zijn knieën. Hij wou haar niet uit haar slaap halen.

Onbeholpen tegen het stilzitten zochten zijn vingers wat te doen. Ze tikte op het harnas van de ridder wiens naam hij was vergeten. Hij was er zeker van dat hij hem gehoord had. Nu was het slechts een dode man in een harnas. De tweede man die hij gedood had. Twee op één nacht, de eerste een onschuldige havenknecht, de tweede een ridder in vol harnas. Beide waren een moord geweest. Een hand over de mond en mes door de keel. Thorvan, Vydar, Geralf, Keryll, allemaal hadden ze geprobeerd hem bij te brengen dat eer bestond voor toernooien. Daar was geen plaats was voor wanneer je vocht voor je leven, Vandaag pas had hij die les begrepen.

Hij dwong zichzelf naar het dode gezicht van de ridder te kijken.

"Niet veel ouder dan ik." dacht hij.

Het postuur van de ridder verschilde niet zozeer van het zijne.

"In een eerlijk gevecht had ik ook gewonnen", probeerde Iwan zichzelf te overtuigen.~

"Zelfs in dat volstalen pak."

Het harnas was overigens een mooi staaltje vakmanschap, degelijk staal, goede hechtingen, stukke beter dan zijn eigen oefenmaliën. Met minimale ingrepen kon het aan zijn lichaam worden aangepast. Zou hij het wagen? Het zou ongeluk brengen om het harnas van een dode te dragen. Toch wanneer je de dode zijn naam niet kende. Wie zou het zeggen wie hij overwonnen had.
Hij kon niet weten wat het harnas had meegemaakt. Zijn verhaal, wie had het geholpen wie had het in leven gehouden. Hij besloot het Harnas te weiden aan de Wisselende God en aan Mercurias, god van de handelsoverdracht. Het voelde wrang maar die wrangheid was wat hij wilde voelen. Hij zou nooit geheel zijn harnas betrouwen en dat hield hem op zijn tenen.

Ewan grijnsde, als Anya de naam van de vorige drager mocht ze hem uitspreken. Hij was ervan overtuigd dat het harnas hem beter zou beschermen dan zijn vorige drager...

Wie weet had die kluns het harnas zelf gestolen. Je kon niet veel ongelukkiger aan je einde komen dan een mes in de keel terwijl je hand vast zat tussen de tasette.

"Hah!" hoe het ook zij de ridder had zijn lot verdiend.

Het beeld van de geharnasde figuur, worstelend met zijn arm tussen zijn benen, doemde voor zijn ogen. De gebeurtenissen van de nacht speelde zich weer in de wereld achter zijn ogen af.

De paniek in het hof van Falclau...

De soldeniers van Yserdoorn voor de poort.

Het koude gevoel van de maliënkolder op zijn naakte borst.

De Troon der Helden (Gepubliceerd)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu