Hoofdstuk 11: De ene zijn dood (deel 1)

33 8 0
                                    


Maanlicht weerkaatste op witte zand. De arena lag er verlaten bij, op enkele dappere vogels na, opzoek naar eetbare resten onder het strijdperk. Hun zachte gekras kabbelde door de nacht, zorgeloos en speels, als vogels rondfladderen wanneer geen mens hen opjaagt. Het was moeilijk te vatten hoe een plek waar overdag zulke wreedheden gebeurde, er 's nachts zo vredig bij kon liggen. 

Weland beende door zijn cel. Het ruige hennepen gewaad sleepte over de vuile stenen vloer. Een onbekende priester had het kleed in zijn handen geduwd aan het einde van het proces.

"Hier vriend, verzorg je. Niemand verdient naakt en onrein voor Jahlwah te verschijnen," had de man hem toegefluisterd.

Weland beet op zijn tanden. Hij was niet langer naakt, ok. Maar het kleed deed weinig om hem te beschermen tegen zijn eigen angstgeur. Hij had de helft van zijn eerste water gebruikt om het zweet van zijn lichaam te spoelen, maar hoe langer hij in de cel bleef hoe zouter de druppels in zijn nek verschenen. 

Het ruisende geluid bij elke beweging om zijn celdeur maakte hem gek. De teerlingen was deze morgen al geworpen, morgenvroeg volgde de uitkomst. Weland hield zich vast aan zijn kansen. Risico's konden fortuinen maken in Hassans Keep. Dit was de keerzijden van de medaille. Voor wie kon rekenen was geen enkele gok ooit een blinde kans. Al was er een enorm verschil tussen spelen met geld en spelen met levens, en nooit eerder was zijn eigen leven de inzet geweest.

Tegen beter weten in kauwde hij op een laatste homp banisa. Het zachte aroma van schapenkaas en bladerdeeg kon hem nauwelijks smaken. Zijn honger was al lang gestild. Zelfs het beste eten kon de knagende holle wanhoop in zijn borst niet vullen. Waarom had Zaraki hem deze comfortabele cel toegestaan? Vergeleken met zijn vorig verblijf waren zijn vertrekken een paradijs. Weland ijsbeerde heen en weer. Hij zou er alles wat hij bij zich had voor geven(op dit moment helemaal niets)om zijn gedachte weer naar het totale duister van de afgelopen dagen te verbannen.

***********************

Als lust naar haar uitdagende korte pantser niet voldoende was, dan deed hebzucht zijn werk wel. Nog voor ze goed en wel gestopt waren met rollen, hadden de edelstenen tientallen blikken aan haar tafel gespijkerd. Salina had de aandacht van elke krijger in de herberg. 

"Dit, en nog eens zoveel na het godsgericht voor de krijger die het voor mijn meester wilt opnemen." 

Gespannen leedvermaak, ontsproot tussen de veilzwaarden. Zenuwachtige geïnteresseerde blikken wisselde af met onderling gespot. Een gewapende sfeer maakte zich meester van de atmosfeer.

Uit de groep vechtersbazen, trad een breedgeschouderde Loshadische huurling naar voren. Hij Droeg een gedeukte ijzeren helm over een korte halsbarg en een rusting van ijzeren platen gespijkerd onder een leren vest. Een grijzende mond vol gaten, smaalde op zijn kinnebak.  

"Het in een tweegevecht opnemen tegen Nasser al Sharif? Je kan ons evengoed betalen om Mohallah bij zijn zeven staarten uit de onderwereld te slepen. Maar betaal ons wel vooruit, schatje."

Een bulderende 'Har har har'  steeg op in de herberg. Salina hield haar gezicht in de plooi.

"Mijn meester, zal zijn vrijheid rijkelijk belonen. Zelfs in de boeien blijft hij de rijkste Daiaanse handelaar in Hassan's Keep."

"En wat dan nog, moeten wij ons leven vergooien voor dit?"

De bloedveil tikte een geslepen smaragd van tafel. Het steentje botste tegen Salina's dij en rolde de grond op. Salina bewoog niet, ze keek hem strak in de ogen.

"Een vraagje, schoonheid," kruimels spatten uit zijn gatenbek. 

"Zelfs als één van ons op miraculeuze wijze Nasser verslaat, denk je dat de Khan je meester zomaar zal laten gaan? Die rijke luis is dood, wen er aan." 

De Troon der Helden (Gepubliceerd)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu