Ryan 27

44 5 1
                                    

'Raak me niet aan!' Ik deinsde schreeuwend achteruit. Het enige wat er op dit moment tot me doordrong, was het feit dat deze jongen ooit mijn beste vriend was geweest. Het enige wat hij nu nog voor me betekende was een dronken viezerik.

Mauro Altan was stomdronken. Zijn hersenen werkten dan nooit meer zoals ze zouden moeten werken. Dat wist ik maar al te goed. Ik was als ik dronken was ontzettend vrolijk en liet mezelf altijd opgaan in mijn vreugde. Maar mijn vriend kon dat niet.
Zijn ogen staarden me krankzinnig aan, alsof hij me elk moment zou kunnen opeten.
Deze nachten waren het ergst van allemaal: de dagen dat hij me wakker maakte voor een rede die ik niet kon waarderen.
Er was een tijdje dat ik serieus had gedacht dat Mauro met mij samen wilde stoppen. Maar nee, daar was hij veel te stom voor. Hij leek het niet eens te willen.
Maar het enige wat hij op dit moment wilde, was mij. Mijn lippen tegen de zijne. Mijn adem in zijn nek voelen. Ik wist dit omdat hij het me eens verteld had. Hij had me verteld dat hij op me viel. Maar dat wist ik al een tijdje daarvoor.
'Rot op!'
Mauro kwam wankelend dichterbij. We waren nu in zijn slaapkamer. Ik heb hier bijna vaker geslapen dan hijzelf, in zijn bed. Vaak kwam hij er even later ook bij liggen, omdat de grond natuurlijk niet zo lekker lag, en ik accepteerde dat. Daar was je toch vrienden voor?
Maar nu was ik er klaar mee. Ik deed hetzelfde wat ik de andere keren deed als hij zich zo gedroeg: ik ging naar de badkamer, sloot me op en ging vervolgens op mijn telefoon zo veel mogelijk mensen SMS'en dat het weer zover was. Vaak SMSte ik vrienden van hem, die ik ook wel goed kende. Ik wist nooit precies waarom, maar het hielp me altijd te kalmeren. Ze kenden Mauro door en door, en vertelden vaak dat ze er wat tegen gingen doen, maar dat deden ze nooit.
Er waren tijden geweest dat ik rond deze tijd zat te janken. Maar inmiddels wist ik me goed te beheersen.
Ik ging tegen de badkamerdeur aan zitten, maar toen hij op diezelfde deur ging bonzen, ging ik toch maar op de rand van het bad zitten.
Mauro ging nooit in bad. Het was altijd al een raadsel hoe hij er überhaupt aan was gekomen. Maar ik vond het fantastisch. Het  was de manier om high te zijn zonder drugs. Je gewoon even helemaal zen te voelen. Ja, ik gebruikte regelmatig Mauro's bad. Waarschijnlijk ook zonder dat hij er vanaf wist.

De deur kraakte luid en ik verstarde. Ik hoorde hem vrolijk mijn naam brullen.
'O, Ryaaaan,' klonk het vanaf de slaapkamer. Ik reageerde niet. Ik bleef ademloos naar de deur staren, alsof er elk moment het monster uit mijn nachtmerries tevoorschijn zou komen.
Wat ik nog een best goede vergelijking vond, trouwens.

Het bleef heel even stil aan de andere kant van de deur.
'Rianna,' zei hij toen.
Hij kende me te goed. Hij wist dat ik het haatte als hij me zo noemde. Hierdoor kon hij me te makkelijk om de tuin leiden. En dat wist hij. Zo dronken als hij was, en toch wist hij dát nog. Zo goed kende Mauro Altan mij.

Ik stond op, want ik wist al wat er over een paar seconden zou gebeuren.
En mijn voorspelling klopte. De deur werd ingetrapt en het ding viel met een harde klap op de grond, mij net niet rakend.
Ik was klaar met vluchten. Dit keer zal ik vechten. Ik wist niet of het kwam doordat hij me Rianna had genoemd, of omdat ik er gewoon genoeg van had. Maar ik deed het. Zoals ik al verwachtte kwam Mauro op me af met zijn vuist, maar ik trapte hem met mijn voet in zijn gezicht, waardoor hij naar achteren viel. Dit was zo'n moment dat je zag in films, waarbij de superheld de laatste slag zou slaan tegen de meester van het kwaad. Maar het verschil was dat de mijne gelijk ook mijn eerste was. De eerste en de laatste slag. Ik was trots op mezelf, voor ongeveer eenentwintig seconden.
Jammer dat niemand ooit zou weten dat ik iets cools had gedaan, waar ik ergens ook wel blij om was, aangezien ik daarna als een klein kind begon te janken. Ik liet me naast mijn voormalige vriend op de grond vallen en verborg mijn hoofd in zijn smerig ruikende vest. Ik schreeuwde het uit. Zo wilde ik niet meer leven...

'Nee!' Ik ging met een ruk rechtop zitten. De hele matras was nat van het zweet. Of tranen... Ik wist het niet. Onder mijn ogen voelde ik weinig tot niks aan nat vloeistof, dus huilen had ik nog niet gedaan.
Het tweede wat tot me doordrong was dat ik waarschijnlijk had geschreeuwd. Dus keek ik haastig naar de bank naast me of ik Josh had wakker gemaakt. Die lag zo te zien nog te slapen, gelukkig. Ik slaakte een zucht van opluchting.
Wacht...
Ik keek nog eens goed naar de bedbank. Toen ik de dekens wat naar beneden trok lag er niemand. Josh lag niet in zijn bed. Waarom niet?
Ryan, calm down, beval ik mezelf. Hij is waarschijnlijk gewoon even naar de wc.
Ik wist niet eens of ik me echt zorgen maakte, of gewoon iemand wilde waarmee ik even kon knuffelen.

Josh wist niks van Mauro. Niet eens zijn naam. Alleen dat het mijn vriend was. Ik wilde ook niet dat hij dat wist, want het maakte toch niks uit. Hij had al zo veel medelijden met me, dus waarom hem nog meer laten schrikken?

Mijn visioen was van twee dagen voor de ontsnappingsactie. Sinds die nacht was ik compleet klaar met Mauro. Ik wilde niks meer met hem te maken hebben. En Riley mocht ook niks weten. Ze had het zelf al zo moeilijk. Maar mijn plan om te zwijgen pakte helemaal verkeerd uit. Ze kwam erachter, en de ruzie was groter dan al onze ruzies die we hadden gehad bij elkaar.

Ik keek weer om me heen. Ik was nog steeds in de woonkamer van Kelvin en Peter. De gordijnen hielpen niet bepaald tegen het licht van de straatlantaarns buiten, maar ik mocht niet klagen.
Josh bleef lang weg, zeg...
Ik besloot even te gaan kijken hoe het ging. Ik stond op en liep voetje voor voetje in de richting van de deur die leidde naar de gang. Toen ik net mijn hand op de deurkruk wilde leggen, hoorde ik de voordeur dichtslaan. Ik schrok en deed een paar stappen naar achter.
Josh?
Of een inbreker?
De spanning was om te slijpen, maar toen deed Josh eindelijk de deur open.
Mijn eerste reactie was een zucht van verlichting. Mijn tweede reactie was verwarring.
'Waar was jij?' was het enige wat ik kon bedenken.
Hij keek me aan, zonder ook maar een emotie te laten zien, net zoals ik Kelvin gisteravond had zien doen.
Nu wist ik van wie hij dat had.
Josh haalde nonchalant zijn schouders op en liep langs me heen de kamer binnen. 'Je zus zoeken,' bromde hij.
'Meen je dit? Rond deze tijd? Je bent echt gek, man! Ik maakte me zorgen...'
Hij deed het licht aan.
Mijn woorden hadden hem geraakt, zag ik toen hij zich weer naar me omdraaide. Ik keek hem recht in de ogen.
Zijn ogen... Er was iets mee. Maar ik kon niet zien wat.
'Gaat het wel goed met je?' vroeg ik.
Ik hoefde niet te vragen of hij Riley had gevonden. Dat wist ik allang. Dat wijf was van de aardbodem verdwenen.
'Ja, hoor. Hoezo?' ik merkte aan alles dat hij iets voor me achter hield. Maar ik wist niet wat ik er tegen moest doen.
Hem aanspreken en verhoren?
Nee.
Hem slaan en dreigen te vertellen wat hem dwars zit?
Nee. Stom idee.
Zwijgen en doen alsof het me niet opviel?
Dat kon ik wel.
Josh liet zich op mijn matras vallen en trok zwijgend zijn schoenen uit.
Het zwijgen was nu al moeilijker dan ik had gedacht, en ik besloot toch maar de eerste optie te proberen: hem aanspreken.
Ik ging naast hem op de harde matras zitten.
'Je doet raar, Josh.'
'Hoe weet jij dat nou,' snauwde Josh. 'Je kent me amper.'
Waar kwam dat vandaan?
'Hier hoef je jou niet goed te kennen. Je gezicht is op dit moment een soort open boek,' zei ik rustig.
Hij zweeg.
Hij ging langzaam steeds meer met zijn lichaam liggen, totdat hij echt op mijn matras lag.
Misschien was hij gewoon in de war. Of moe.
Ik ging nu ook liggen, met mijn gezicht heel dicht bij de zijne. Ik voelde zijn zachte ademhaling, en hij keek me aan, recht in mijn ogen.
Voordat hij ook maar kon bedenken dat dit een romantisch moment was, zei ik: 'Je kunt me altijd alles vertellen. Je kunt me vertrouwen.' En natuurlijk meende ik dat. Josh was tot nu een van de weinigen in mijn leven die ik vertrouwde.
Mijn vertrouwen was altijd al moeilijk te winnen geweest.

Zijn ogen zakten langzaam dicht.
I told you, hij is gewoon moe, zei dat irritante stemmetje in mijn hoofd weer.
Mijn kracht en motivatie om het licht uit te doen en op de bank plaats te gaan nemen waren totaal verdwenen, en ik voelde mijn oogleden zwaar worden.
Ik besloot geen moeite meer te doen en gewoon naast Josh te blijven liggen.
Toen viel ik in slaap, in de hoop dat Mauro me in mijn dromen met rust zou laten.

Cinemates Fanfic.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu