Peter 39

28 4 0
                                    

Een harde klap naast mijn oor, maakte dat ik opschrok uit mijn slaap, en letterlijk uit mijn dromen werd gezogen.
'Yo, Peet, ben je wakker?'
Jards stem irriteerde me aan alle kanten. Ik wreef slaperig in mijn ogen, maar nam nog niet de moeite om rechtop te gaan zitten.
'Godver, Jard. Ja; nu wel, ja.'
Ik opende mijn ogen. Ik lag nog steeds op de bank, Jard zat naast me. Het leek er op dat ik eens een keer de uitslaper was. Normaal was ik altijd de eerste die wakker werd. Het begin van de dag was altijd het fijnst, dan kon je echt even genieten. Maar nu deed alles zeer. Met name mijn hoofd en rug.

Bram en ik hadden nadat Ryan weg was gegaan, overwogen wat nu te doen. We kwamen tot de conclusie dat we gewoon moesten wachten, het meisje wat tijd geven. We hadden voor de zekerheid wel de vier jongens geappt om haar mee te nemen als ze haar toevallig tegenkwamen. We hebben samen tot laat in de avond gewacht tot de jongens terug kwamen, maar we waren uiteindelijk in slaap gevallen.
Ongeveer rond half vier 's morgens belde Jard aan, en zei dat hij niet wist waar de anderen waren, en hoopte dat ze hier waren. Toen ik Bram had wakker gemaakt, vertelde ik Jard over Ryan. Zo hebben we met zijn drieën weer op de rest gewacht, tot ergens rond vijven. Toen stond Ryan daar voor de deur, tot onze grote opluchting. Ze zei niks, ze kwam alleen maar binnen en nam niet de moeite om haar tranen te verbergen. Toen we eindelijk op de bank zaten, vertelde ze kort wat er was gebeurd en dat ze in de opwelling maar weg was gegaan. Ik was - maar ook Jard, Bram en zelfs Ryan waren - te moe om nog te reageren en ik was waarschijnlijk weer in slaap gevallen. Het laatste wat ik me kon herinneren was een beeld van Jard die Ryan een knuffel gaf om haar te troosten.

Naast me werd Bram ruw door elkaar geschud door Kelvin, misschien zelfs wat té ruw. Waarom deed ie dat?
Nou, zei mijn geweten die blijkbaar na al deze ellende nog steeds kon functioneren, hij heeft genoeg redenen. Hij was Mauro's vriend, hij was een paar dagen weggeweest en niet te vergeten: wat er met Ryan is gebeurd. Maar... Wist Kelvin al die dingen wel?
Aangezien wij samen in één huis wonen (no homo), doen we eigenlijk vrij wel alles samen. Ik hoefde Kelvin nooit iets nieuws te vertellen van dingen die kortgeleden gebeurd zijn; vaak wist hij dat al, omdat hij er ook bij was. Als ik dingen had meegemaakt, was Kelvin de eerste die het te horen kreeg. Kelvin stond op nummer één voor mij bij dit soort dingen. Daar was je toch vrienden voor?
Maar de laatste tijd was dat anders geweest.
Ik vond het heel raar om Kelvin zo te zien, ik kon niet eens bedenken wat er momenteel door hem heenging. Het was alsof we door al deze ellende... uit elkaar waren gegroeid.
Toen ik dat besefte, schrok ik eindelijk op uit mijn kleine dagdroom. Waren we echt uit elkaar gegroeid?
Jard keek me bezorgd aan. 'Gaat het wel goed met je? Je ziet een beetje bleek.'
'Nehee, er is niks,' antwoordde ik bot. Waar kwam die botheid nou weer vandaan?
Jard vatte het gelukkig niet verkeerd op en lachte alleen maar. 'Kijk eens wie er nu een ochtend humeur heeft,' riep hij, en liep met een vrolijk hupsje van de bank weg. Ik gooide chagrijnig een kussen naar zijn hoofd, maar ik miste. Ik zuchtte luid en liet mijn hoofd weer zakken naar de rugleuning achter me.
Ik had eigenlijk nooit een ochtendhumeur, tenminste, niet zo'n zware. Jard en de rest had me waarschijnlijk nog niet eerder zo meegemaakt in de ochtend. Zelfs Kelvin niet.

Bram was inmiddels ook overeind gekomen, en vertelde nu wat Kelvin gemist had. Over het feit dat hij Mauro's oude vriend was - wat Kelvin blijkbaar nog niet wist - en Kelvin vertelde wat hij had beleeft op de straten van Amsterdam. Hoe dom Joshi was geweest, maar ergens ook heel slim en moedig was geweest. Hoe Riley hen had gefopt met een nep pistool, en dat Ryan erachter kwam dat Joshi en Riley elkaar al eerder hadden gezien.
'En jij wist al dat zij samen een keer hadden gesproken?' vroeg ik. Kelvin knikte. Ergens in me, deed het best wel pijn dat hij me dat niet eens had verteld. Natuurlijk was dat momenteel niet het belangrijkste, maar ik was er nu al helemaal van overtuigd dat we inderdaad niet meer zo close waren als een paar weken terug.
Toen we allemaal - Jard en ik hadden ons steeds meer in het gesprek gemengd - eindelijk waren uitgesproken, viel het me pas op dat Joshi en Ryan weg waren.
'Guys, waar zijn Joshi en Ryan eigenlijk?' ze keken me alle vier aan, maar Kelvin was de enige die reageerde. Hij knikte richting het raam achter me. Ik stond verbaast op en liep er naar toe. Als ze serieus momenteel aan het zwemmen waren, of zo, at ik mijn schoen op.
Maar nee. Ze zwommen niet. Ze zaten samen op de smalle stijger te praten. Toen ik beter keek, zag ik dat Joshi van top tot teen helemaal doorweekt was, en begon automatisch te lachen. Had Ryan hem in het water geduwd? Of was hij gevallen?
Mijn ochtendhumeur was eindelijk wat afgezakt, dankzij Joshi die eruit zag als een natte kat.

Natuurlijk kon ik niet horen wat ze zeiden, maar opeens schrok Ryan op. Ik wist niet precies waar het vandaan kwam, maar doordat Ryan schrok, schrok ik ook. Joshi had haar blijkbaar iets ergs verteld, en ik had inmiddels geen idee meer wat het zou kunnen zijn. Er waren deze dagen te veel rare en aparte dingen gebeurd; het zou me niet verbazen als hij iets had gezegd over een roze olifant die van zijn stokje ging. Of een overleden hondje; zoiets. Wist ik veel, het kon alles zijn.
Ryan was even stil, maar even later wist ze weer hoe haar tong werkte. Ze leek radeloos, en wist duidelijk niet zo goed wat ze hier nou mee aan moest - misschien vertelde ze hem dat ook wel.
Maar toen kwam het.
Ryan praatte - aan haar mond te zien die heel snel bewoog - heel snel, ze ratelde maar door. Maar, Josh liet haar stoppen. Laten we zeggen: op zijn eigen manier. Op de Joshi manier. Hij boog voorover en... Kuste haar. Het was een kleine, schattige kus. Even was Ryan verstijfd, maar uiteindelijk kuste ze mee.
'Jongens, kom hier. Dit moeten jullie even zien,' zei ik ademloos, en ik bleef maar naar de twee staren.
Ik wist het. Ik wist vanaf het begin al dat hij haar leuk vond, zonder dat hij het mij ooit had verteld. Zoiets hoefde hij ook niet te vertellen, aan zijn doen kon je al merken wat hij van dingen - in dit geval mensen - vond. Daar was hij immers Joshi voor.
De jongens waren om me heen gaan staan, en zonder ze aan te kijken wist ik dat ze allemaal een grote grijns op hun gezicht hadden gekregen. De grijns op mijn eigen gezicht ging inmiddels van oor tot oor, zo groot.
Joshi had eindelijk zijn meisje.

Cinemates Fanfic.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu