Chapter 41. (Liefde)

964 42 19
                                    

(Er kunnen spelfouten in zitten! Nog niet nagekeken)

Chapter 41.

Ik kijk uit het raam en zie waar we verblijven.

Een gemiddeld groot huis omringd met bomen en een groot stuk land.

Ik pak mijn krukken en voel de auto langzaam stoppen. 

''Nou we zijn er. Dit is ons nieuwe huis voor een tijdje'' glimlacht Luke en draait zich om en kijkt me aan.

Ik knikte.

Op zijn minst voel ik me hier wel veilig. Ik bedoel 'zij' zit vast in het andere huis. Nu kan ik rust krijgen.

Ze beginnen de spullen uit de auto te laden en ik volg ze. Michael pakt me bij mijn zij en tilt me voorzichtig de auto uit. 

Ik glimlach en mompel een dankjewel. Met moeite pak ik mijn krukken en leun met al mijn gewicht op ze.

Al onze bagage staat op de grond en Ashton sluit de kofferbak. 

''Moet ik helpen?'' Vraag ik terwijl ik me omdraai naar hun.

Ze kijken naar me en dan naar mijn krukken. ''Nee het lukt wel, jij kan naar binnen en alvast de boel verkennen'' zegt Ashton en gooit de sleutel van het huis naar me.

Ik vang ze en knik.

''Kies een kamer, maar je moet delen, jouw keuze!'' schreeuwt Calum terwijl ik naar de grote zwarte deuren loop.

Ik knik, steek de sleutel in het slot en draai hem naar rechts. Een klik hoor ik en duw de deur open.

Het lijkt alsof alles was vernieuwd, alles was prachtig. Ons oude huis was niks vergeleken met dit.

Voor een seconde keek ik naar een mooi huis en in een flits was ik terug in mijn oude huis. Het huis waarin ik was opgegroeid.

Het was donker, stoffig en niemand had er ooit schoongemaakt; alleen ik als ik moest.

Het was altijd stil behalve het gekrijs dat ze beide produceerden.

Mijn kamer was klein en vies.

Hoe konden ze er ooit mee wegkomen, een klein kind laten leven in die kamer.

Een matras lag op de grond in een hoekje van de kamer. Kettingen zaten vast aan de grond in elke hoek. 

Rillingen lopen over mijn rug aan de herinneringen.

Een kleine kast van eikenhout vol met stof stond in de hoek van mijn kamer. Met weinig  kleding.

Er was geen water, geen eten en geen plezier.

De oude houten deur had vier sloten vanuit de buitenkant en hield me vast.

Geen manier om weg te komen.

Zware voetstappen kwamen dichterbij, steeds stiller werd ik en mijn ademhaling onregelmatig.

Hij komt eraan.

 Steeds dichterbij, en onder de deur waar het licht vandaan kwam zag ik zijn schaduw.

Een klik en een slot viel.

Nog een klik en een slot viel.

Nog een,

En de laatste.

Alles leek langzaam te gaan.

De deurklink ging omlaag en de deur ging open.

Een gil verliet mijn mond en ik sloeg mijn handen voor mijn ogen.

''Cassidy''

''Cassidy lief''

''Cassidy alsjeblieft word wakker'' 

''Cassidy, als je me kan horen word wakker'' 

Ik open mijn ogen en zie de jongens om heen staan.

''Wat is er gebeurt'' zeg ik en voel aan mijn hoofd of het bloed.

''I-ik weet het niet, we hoorden je de deur opendoen. We waren de tassen aan het pakken en voordat we het wisten viel je tegen de grond. We rende zo snel mogelijk maar je viel met je hoofd tegen de grond. Gaat het goed?'' Vraagt Luke en kust mijn voorhoofd.

''Mhm, mijn hoofd doet een beetje pijn'' zeg ik en sluit mijn ogen.

''Haha, ja dat denk ik ook wel, wat gebeurde er?'' Vraagt hij.

''We uh, hoorde je gillen'' zegt Michael ongemakkelijk.

''Ik keek om me heen en ineens was ik terug in mijn oude huis. En mijn vader hij'' Ik stopte door de tranen. Ik veeg ze weg en neem een diepe hap adem.

''Ik denk niet dat je een hersenschudding hebt maar voor het geval dat moet je even rustig gaan zitten. We kunnen wat ijs tegen je achterhoofd leggen, maar je kan niet gaan slapen'' Zegt Luke en pakt me onverwachts op en ik sla mijn armen om hem heen.

''Mijn been doet pijn'' mompel ik.

''We geven je zo iets tegen de pijn lief'' Zegt Ashton terwijl Luke me neerlegt tussen zijn benen en ik rust tegen zijn borst.

Hij kust me op mijn voorhoofd. Een gaap verlaat mijn mond.

''Nee niet in slaap vallen'' zegt hij en gaat iets overeind zitten.

''Nee ga ik niet'' en ik glimlach. ''ik gaapte alleen''

Mijn hart gaat wat sneller kloppen en gedachten gaan door mijn hoofd.

Geeft hij om mij?

Ik geef om hem.

Ik ben gevallen voor zijn spel.

Diep ben ik gevallen.

Ik zit vast en kan er niet uit.

Er is geen manier om hier uit te komen.

Ik denk dat ik.

Hem.

Misschien zelfs.

Van hem ho-.

''Hier'' ik word onderbroken door Ashton die me een pil geeft.

Ik schrik en ga rechtop zitten.

Luke begint te lachen, heel hard.

''Ze houdt er niet van om ze zo in te nemen'' Zegt hij met pauzes.

Ashton trekt zijn wenkbrauwen op ''Iemand is kieskeurig''

Mijn glimlach verdwijnt en voel me slecht.

''Het is al goed ik slik ze zo wel'' mompelde ik.

Ashton glimlach verdween en hij keek naar me. 

''Nee Cas, ik maakte een grapje prinses. Je bent niet kieskeurig, we houden van jou zoals je bent''

Mijn hart maakte een sprongetje.

Mijn hart springt altijd door het zes letter woord, op een goede en slechte manier.

L
I
E
F
D
E

Toen Ashton de woonkamer weer uitging om de pillen in een drankje te mixen begonnen er weer gedachten te komen.

Hielden ze echt van me?

Of was dit allemaal een spelletje?

Was het echte liefde?

------------------------------------------


(A/N)

SORRy voor de hele late update :(

X







Adopted By 5SOSWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu