Jonas rent naar Luca en trekt me uit zijn greep. 'Ze is doodziek! Ze heeft rust nodig! Die ziekte is al een marteling voor haar, begrijp dat eens!' Luca kijkt Jonas boos aan. 'Ik doe met haar wat ik wil!' Gromt hij. 'Wel, vandaag niet! Evelien gaat nu slapen, ze is vermoeid.' Zegt Jonas snel op een boze toon. Ik grijp me vast aan zijn arm en kuch nog een paar keer, ik ben echt ziek, nog nooit was ik zo ziek als nu. 'Kom maar Bossie.' Zegt Jonas zacht en helpt me weer te gaan liggen. In een ooghoek zie ik Luca weer naar boven gaan. Nog steeds zie ik Frances nergens. Jonas trekt de dekens over me heen. 'Probeer nog wat te rusten...' Fluistert hij en gaat tegen me aanliggen. Ik sluit mijn ogen en val meteen weer inslaap.
Ik schrik in het midden van de nacht wakker van een schreeuw die door de kamer galmt. Ik spring meteen overeind. Het zweet drupt van mijn voorhoofd, zo bang was ik nog nooit. Ik kijk om me heen en zie alle jongens, buiten Luca, slapen. De schreeuw herhaalt zich. De jongens geven nog steeds geen kick, maar intussen heb ik wel door van wie of wat die schreeuw is. Frances! Ik klim overeind en probeer het geluid te volgen. Ik sluip de trap op. Nog steeds regent het binnen en het is super donker. Soms word de ruimte verlicht door enkele bliksemschichten. Ik zie geen steek voor ogen wanneer ik naar boven ga. Ik hoest nog een paar keer. Ik ben doodziek, dat is nu wel heel zeker.
'Bossie?' Hoor ik plots een vage jongensstem vragen uit één van de kamers. 'H-hallo?' Vraag ik stotterend en hees. 'Bossie, kom snel! Frances heeft pijn!' Ik hoor de stem van Luca duidelijk. Hij lijkt wel bezorgd. 'W-waar b-ben j-je?' Stotter ik en sla mijn armen om me heen want ik bibber van de kou. 'Ik ben hier...' Antwoordt hij vaag. Ik sluip voorbij enkele kamers maar nog steeds vind ik hem niet.
Maar dan zie ik op het einde van de gang een kamerdeur wagenwijd openstaan. 'Frances? Ben je daar?' Vraag ik stil. Voorzichtig ga ik de kamer in. Ik zie Frances vastgebonden zitten op een stoel, maar van Luca is geen spoor. 'Evelien ga hier weg!' Schreeuwt ze. 'Frances... Wat deed ie met je?' Vraag ik en ren naar haar toe. 'Maak dat je hier weg komt!' Waarschuwt ze. 'Ik laat je niet in de steek!' Houdt ik koppig vol en probeer haar touwen rond haar polsen los te krijgen. Plots hoor ik de deur achter me dichtgaan. Meteen draai ik me geschrokken om. Luca. 'Ik wist wel dat je je vriendinnetje zou proberen te redden...' Lacht hij duister. 'Luca, laat ons gaan of ik-'
'-Of je wat?! Ga je Jonas dan roepen? Kan me niets schelen
Bossie! Hij kan me toch niets bevelen!' Lacht hij gemeen. Ik kuch weer en zak bijna door mijn knieën van vermoeidheid. 'Oh, wat zielig... Bossie is een beetje ziekjes? Ik geniet hier zo hard van!' Grijnst hij. Ik probeer hem boos aan te kijken maar ik zak gewoon door mijn knieën. Mijn adem schokt plots en lucht inademen gaat moeilijk. 'Help!' Probeer ik te roepen, maar je hoort mijn hese stem nauwelijks. 'Er is niemand die je nu kan redden.' Lacht Luca gemeen.Hij stapt naar me toe. Trekt me overeind en gooit me vervolgens tegen de muur aan. Ik wil schreeuwen van de pijn, maar mijn droge keel laat dat niet toe. Hij duwt me tegen de muur aan terwijl hij zijn handen om mijn hals plaatst. Hij knijpt er langzaam in. Ik voel dat ik geen lucht meer krijg en voel me plots heel duizelig. 'Bossie toch... Het was niet slim hierheen te komen...' Grijnst hij. 'Stoppen jij klootzak!' Roept Frances. Luca draait zich om naar Frances. 'Ach wat een vriendschap... Je wil Bossie redden, het spijt me maar je hebt jezelf in de problemen gewerkt!' Gromt hij en laat me los. Hij stapt naar Frances toe en slaat in haar gezicht. Tranen rollen van mijn wangen, maar dan zie ik in een ooghoek een soort van alarm. Volgens mij staat dit gebouw onder bescherming van de politie en hebben de jongens het alarm kunnen uitschakelen. Ik denk niet meer na en ren naar het alarm toe. Ik druk met mijn handpalm zo hard als ik kan op de rode knop. Een alarm gaat af. 'Verdomme!' Roept Luca. Hij stormt op me af en duwt me op de grond. 'Nu ben je er geweest!' Roept hij kwaad en trekt uit zijn zak een mes. Hij komt naar me toe en zet het mes op mijn keel. 'Vaarwel Bossie...' Grijnst hij.
Maar dan word de deur ingetrapt door Jonas, die wakker geworden is van het alarm. Hij trekt het mes uit Luca's handen. De andere jongens komen ook de kamer in. Ze grijpen Luca vast. 'Ze gaat ons verraden!' Roept Luca. Ik blijf doodstil liggen op de grond en probeer rustig adem te halen. Plots grijpt Jonas mijn kin vast en schuift die omhoog zodat ik in zijn ogen kijk. 'Godverdomme Bossie! Nu hebben we een nog groter probleem!' Roept hij boos. Ik begin weer te huilen, de tranen rollen zelfs tot over zijn handen. 'Wyki, probeer het alarm uit te zetten!' Roept Jonas dan. Wyki prutst wat aan het alarm maar er gebeurt niets, het alarm blijft afgaan. 'Er is nog maar één optie: vluchten!' Zegt Samir. Iedereen gaat akkoord. Ze rennen de trap af en pakken razendsnel de spullen in. Jonas blijft nog even bij mij op de bovenverdieping. Hij heeft me nog steeds vast en ik lig nog steeds neer. 'Evelien, waarom doe je nou zoiets?!' Sist hij kwaad. 'I-k w-was b-bang!' Huil ik. 'Doe zoiets nooit meer!' Waarschuwt hij. Ik knik. Hij trekt me overeind en draagt me in zijn armen naar beneden. 'Weg hier!' Roept hij tegen de jongens. Hij grijpt de rugzak en rent er samen met de andere jongens vandoor. Hij rent met mij in zijn armen door het bos.
Het regent nu nog harder en het is plotseling ook veel kouder geworden. Ik kuch nog meer nu als voorhen. 'Waar rennen we heen?' Vraagt James op een hijgende toon. 'We gaan een plaats zoeken om te overnachten!' Antwoord Jonas hem.
Na een halfuurtje rennen geven de jongens het op. Ze laten zich uitgeput vallen op de grond. Jonas legt me voorzichtig neer in een hoopje bladeren. Mijn haren en kleren zijn helemaal doorweekt. Mijn handen zijn rood van de kou. Jonas gaat op zijn knieën naast me zitten en neemt mijn handen vast. Hij wrijft erover heen om ze warm te krijgen. Ik probeer mijn ogen open te houden maar ik ben veel te moe daarvoor. Hij drukt een kus tegen mijn hand aan. 'Rust nog maar eventjes uit, Bossie.' Zegt hij zacht. Ik sluit mijn ogen en probeer te slapen...
Ik word enkele uurtjes later wakker doordat ik geluid hoor. Ik open versuft mijn ogen en schrik recht wanneer ik zie dat ik me in een kamer bevind en niet ik het bos. Ik lig in een bed, dicht tegen de verwarming aan. Ik bestudeer de ruimte nauwkeurig. Er is niemand te zien in deze slaapkamer. Ik stap uit het bed en slenter naar de kamerdeur toe. Ik neem de klink vast, maar voordat ik de deur open leg ik mijn oor ertegenaan om hun gesprek af te luisteren. 'Jullie hebben geluk gehad.' Gromt een luide mannenstem. 'Hoe vond je ons?' Hoor ik Jonas vragen. 'Toen de vergadering afgelopen was, belde Luca me en vertelde me alles.' Ik denk dat ik al weet wie ons redde, het is de vader van Jonas. De leider van deze organisatie.
'Ik hoorde dat je Evelien niet in handen hebt...' '-Dat heb ik wel! Ze gehoorzaamt mij! Vertrouw mij en niet Luca!' Gaat Jonas meteen in de tegenaanval. 'En toch heb ik liever dat Luca wat meer in contact komt met haar, hij kan haar wel de baas.' Ik schrik. In een reflex trek ik de deurklink naar omlaag en stap de kamer in. Ze zitten allemaal aan een lange houten tafel. Frances en Daphne slapen op de stoffige sofa die er staat. 'Als je over de duivel spreekt...' Gromt Luca. Ik besluit hem te negeren en stap met een bang hartje naar Jonas toe. 'Het is beslist. Luca word voor even haar nieuwe eigenaar!' Zegt Jonas' vader plots.
JE LEEST
Locked by you #ThrillerAwards
Mystery / ThrillerEvelien Bosmans. Dat is mijn naam. Ik ben zeventien en had een normaal leven, maar dat was voordat ik ontvoerd werd. Ik heb een hekel aan mijn ontvoerder, Jonas. Als ik in zijn ogen kijk, denk ik steeds terug aan het moment waarop hij me vastpakte e...