32.

1.9K 97 6
                                    

Het paard remt fors af en gooit haar benen in de lucht. Ze staat op nog geen meter van me vandaan. Ze komt weer neer en blijft rustig staan. Ik kom voorzichtig dichterbij en leg mijn hand op haar hoofd. 'Rustig maar...' Fluister ik. Ze draait haar oren naar me toe en kijkt me aandachtig aan. Pieter en Jonas kijken me verbaasd aan en da doet die jongen ook. 'Mais... C'est impossible!' Zegt de jongen verward. Hij kruipt onder het prikkeldraad door en komt naar me toe. 'Hoe is het je gelukt?' Vraagt hij. 'Ik voel wat zij voelt.' Leg ik uit. De jongen kijkt me niet-begrijpend aan. 'Tsss, het zal wel.' Grinnikt hij en gooit een lasso om de hals van het paard. De merrie begint weer te steigeren. 'Ze is bang, heb je dan geen ogen in je kop ofso?!' Roep ik. 'Dit is mijn paard en jij houd je erbuiten!' Sist hij. Hij wil het paard met zich mee trekken, maar hoe hard hij ook probeert, de merrie blijft koppig staan. 'Ze wil niet.' Grijns ik. 'Ze zal wel moéten!' Sist hij en neemt het touw korter, maar weer blijft de merrie stevig staan. 'Ze is sterk, ik zag nog nooit zo'n sterk paard!' Zeg ik verwondert. 'Ze is een mustang, de wildste paarden die je kan krijgen. Ze zijn koppig en gevaarlijk. Als ik haar niet getemd krijg, brengt mijn vader haar naar een rodeo en dat wil ik niet. Rêver is van mij!' Ik glimlach. 'Rêver?' Hij knikt. 'Dat is de naam die ik haar gaf.' Legt hij uit. 'Ik kan je helpen! Ik kan je helpen met het temmen van Rêver zodat ze niet naar die rodeo moet!' Hij begint te lachen. 'Jij? Geen spraken van!' Ik wil net wat zeggen, maar Pieter en Jonas mengen zich met het gesprek. 'Neem die knol van je mee en laat je hier niet meer zien.' Zegt Pieter tegen de jongen. 'Natuurlijk meneer, ik ben al weg.' Zegt de jongen. 'Wacht!' Roep ik. De jongen blijft staan en draait zich om. 'Hoe heet je?' Vraag ik nog snel. 'Ik ben Nicolas.' Glimlacht hij. 'Ik ben Evelien.' Zeg ik zacht. Hij knikt en neemt Rêver met zich mee.

Wanneer hij weg is, richt ik mijn aandacht naar Jonas en Pieter. 'Zag je dat? Dat paard is zo cool!' Roep ik enthousiast. 'Héél cool...' Zegt Pieter sarcastisch. 'Ik wil paardrijden!' Zeg ik plots. Ik kijk van Pieter naar Jonas. 'Paardrijden?' Vraagt Jonas onbegrijpelijk. 'Ja! Ik voelde echt een band met dat paard! Ik had het gevoel alsof ik in een spiegel keek, alsof we hetzelfde voelen. We hebben hetzelfde karakter!' Leg ik uit. 'Dat hebben jullie zeker! Beiden koppig en sterk.' Lacht Jonas. 'Mag ik paardrijden? Please?' Smeek ik. 'De enige die je mag berijden zal ik zijn schat.' Lacht Jonas. Ik kijk hem boos aan. Niet grappig. Grom ik in mezelf. 'Kom we gaan naar binnen.' Zegt hij en legt zijn hand op mijn rug. Hij duwt me zachtjes naar binnen.

'Ik meen het Jonas, ik wil paardrijden.' Blijf ik verder gaan. 'Evelien... Alsjeblieft hou erover op. Je mag níet.' Zucht hij en gaat in de zetel zitten. Hij zet de tv aan. 'Ik wil het heel graag, héél graag!' Smeek ik. 'Evelien hou op!' Roept hij geïrriteerd. 'Ik ga naar boven!' Roep ik boos terug. 'Ga dan!' Roept hij. 'Waar is onze kamer?!' Roep ik .'Boven, laatste kamer rechts!' Schreeuwt hij terug. 'Danku!' Snauw ik en ren de trap op. Wanneer ik bovenkom merk ik dat die kamer niet onze kamer is. 'Dit is onze kamer niet!' Roep ik van boven. 'Dan was het de linkerkant!' Roept hij. Ik open de deur van die kamer en zie mijn kleren hangen in de kast. 'Bedankt!' Roep ik terug en ga de kamer in.

Ik gooi me uitgeput op het bed. Ik sluit mijn ogen. Het geluid van kletsende hoeven zit nog steeds in mijn hoofd.
Ik moet en zal dat paard berijden. Ik haal even diep adem en blaas daarna alles weer uit met een diepe zucht.

Mijn rust wordt plots verstoord wanneer er iemand op de deur klopt. 'Ik ben er niet!' Zeg ik en probeer weer tot rust te komen. De deur gaat open. Jonas komt binnen. Hij gaat op het bed zitten. 'Evelien ik-' '-Ik ben er niet, laat me even met rust.' Zucht ik. Hij rolt met zijn ogen. 'Doe niet zo kinderachtig. Je bent hier en nu.' Ik open mijn ogen en kijk hem boos aan. 'Ik wil hier niet zijn!' Hij gaat liggen. Tegen me aan. Hij legt zijn hand tegen mijn wang aan. 'Je hebt nog een beetje koorts, je zou beter nog even rusten.' Zegt  hij. Ik draai mijn hoofd naar hem toe. 'Wat je ook ooit met me zou doen: het kan me niet schelen zolang je Pieter en Luca maar uit mijn buurt houdt.' Hij glimlacht. 'Komt in orde schat.' Hij sluit zijn ogen en geeft me een kus. Ik sluit ook mijn ogen. Hij gaat op me liggen en blijft me vol passie kussen. Ik wrijf door zijn blonde haren terwijl ook ik geniet. Geloof het of geloof het niet, maar ik geniet.

'Jonas!' Roept Pieter plots wanneer hij de deur opent. Onze lippen verlaten elkaar. Hij kijkt geschrokken naar Pieter. 'Wat is er?' Vraagt hij met het rood op zijn wangen. 'Je vader heeft je nú echt nodig. Geen paniek ik blijf wel bij Bossie.' Jonas schud zijn hoofd. 'Ze is nog ziek, beter laat je haar even rusten.' Pieter haalt zijn schouders op. 'Natuurlijk.' Hij wil naar binnenkomen maar Jonas houdt hem tegen. 'Ik wil dat je haar met rust laat.' Zegt hij voorzichtig. 'Dat wil jij niet, dat wil zíj!' Roept Pieter terug.

Ik stap uit het bed en ga naast Jonas staan. Ik klem me vast aan zijn arm. 'Ze gaat met me mee.' Zegt Jonas serieus. Pieter kijkt hem boos aan. 'Je maakt een grote fout Jonas.' Jonas kijkt van mij naar Pieter. 'Ik laat je niet met haar alleen.' Zegt hij dan. 'Oh maar ze is niet alleen bij mij, ik kan er nog steeds iemand bijhalen-' '-Luca zeker?!' Snauw ik. 'Mond dicht Bosmans!' Roept hij kwaad. Jonas zucht. 'Sorry Pieter, maar ik ga je niet de kans geven om iets met haar te doen!' Jonas neemt me mee naar beneden. Pieter loopt achter ons aan en probeert Jonas te overtuigen, maar Jonas negeert hem en samen stappen we naar zijn vader die in de achtertuin bij het zwembad zit. 'Papa? Je wou me spreken?' Vraagt Jonas. Jonas' vader kijkt op. 'Ja het gaat over Evelien.' Ik kijk geïnteresseerd op. 'Ik heb eens nagedacht en ik heb een beslissing gemaakt: ze blijft van jou op voorwaarde dat je haar in bedwang houdt.' Jonas knikt. 'Maakt u zich geen zorgen papa!' Jonas' vader glimlacht. Ik kijk Jonas blij aan, ook hij glimlacht. 'Verlost van Pieter!' Roep ik blij. 'Ik sta hier hoor.' Gromt Pieter. Ik negeer hem en blijf in Jonas' ogen kijken. We staan vlak naast het zwembad. Ik krijg weer een idee.

Ik grijns naar hem en grijp hem vast. Ik probeer hem in het water te duwen, maar hij weet prima zijn evenwicht op de rand van het zwembad te behouden. Ik duw met al mijn kracht maar het lukt niet om hem in het zwembad te duwen. Hij moet lachen. Grijpt me vast en tilt me op. 'Laat me los!' Lach ik, maar hij schud zijn hoofd en gooit me in het water. Ik ga even onder water en kom dan weer boven. Ik gooi mijn natte haren naar achteren. 'Die krijg je terug!' Roep ik lachend. Jonas trekt een sprint en duikt vervolgens in het water. Hij zwemt naar me toe. Ik wrijf door zijn natte haren. We sluiten onze ogen en kussen.

'Evelien?!' Ik schrik en kijk op. Mijn vader! Hij kijkt me verward aan. Pieter staat naast hem. 'Ik zou die twee maar in het oog houden meneer Bosmans, voor er kindjes van komen.' Zegt Pieter. Die gast is gewoon jaloers! Mijn vader weet niet wat hij net zag en kan niet uit zijn woorden komen. 'Als je wilt, kan ik ze wel uit elkaar houden.' Hoor ik Pieter stil zeggen. 'Let op haar alsjeblieft.' Zegt mijn vader tegen Pieter. 'Met plezier!' Lacht Pieter gemeen naar me.

Heeyy mensen! Bedankt voor alle stemmen die we tot nu toe al gehaald hebben! Vond je dit nu ook een leuk hoofdstuk? Vergeet dan niet te stemmen of te reageren! Ik schrijf zo snel mogelijk verder!

Locked by you #ThrillerAwardsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu