'Evelien! Wakker worden! We gaan vertrekken!' Ik open mijn ogen als ik de luide stem van mijn vader hoor. Ik draai me nog een paar keer om in mijn bed en druk het dikke donsdeken strak tegen me aan. 'Evelien, komaan!' Roept hij nogmaals. Een diepe zucht verlaat mijn lippen. Ik weet dat ik nu moet opstaan alleen mijn lichaam beseft het nog niet. Ik krijg mezelf niet uit het bed, daar ben ik nog te moe voor. 'Opstaan!' Giechelt mijn kleine zusje die mijn kamer komt ingestormd. Ze trekt het dikke donsdeken van me af en springt op mijn bed. Ze trekt aan mijn blonde haren. Ik schrik meteen wakker. 'Aw! Stop daarmee! Dat doet pijn hoor!' Roep ik. 'Kom dan!' Lacht ze en rent mijn kamer weer uit. Ik zucht en ga mee naar beneden. Ze is nog maar tien, maar geloof me, ik heb echt soms een hekel aan haar.
Ik plof me neer op de stoel aan de tafel. Het ontbijt staat al klaar. Ik kijk ernaar alsof ik ieder moment weer in slaap kan gaan vallen. 'Eet je niets?' Vraagt mijn moeder die me voorbij wandelt. 'Ik heb geen honger.' Mompel ik. 'De Ardennen is wel nog een eindje rijden hoor.' Gromt mijn vader. 'Kan me niet schelen, ik ben nog moe, in de auto ga ik slapen.'
Om kwart over zes vertrekken we. Ik zit achteraan in de auto, naast mijn zusje. Ze speelt een spelletje op haar tablet. Ik ben nog moe. Ik laat mijn hoofd steunen tegen het raam. Ik kijk even naar de lantaarn palen die we voorbijrijden. Het is nog donker buiten en er zijn weinig auto's op de baan. Het enige voertuig dat zich buiten ons op de baan bevind is een grote camionette die achter ons rijdt.
Ik sluit mijn ogen en ben even weg van de wereld...
'Verdomme, hoe kan dat nu?!' Roept mijn vader plots. Ik schrik wakker. Ik kijk baar buiten, naar de situatie. 'Wat is er, pa?' Vraag ik stil. '"Wegomlegging", en die camionette rijdt achter ons, ik kan me niet omdraaien! We zitten vast!' Ik zucht. 'Misschien kan je even uitstappen? Praten met die chauffeur van die camionette?' Mijn vader schudt koppig zijn hoofd. 'Het stond gewoon onduidelijk aangegeven!' Ik kijk vanachter hem door de achteruitkijkspiegel en zie mannen in het zwart uit de camionette stappen. Ze tikken tegen het raam aan van mijn vader. Hij doet het raampje naar beneden. 'Sorry, ik weet ook niet wat er aan de hand is, een wegomlegging, hier?! Wie had dat geweten?' Stottert mijn vader. Ik kijk door de ramen en zie dat onze auto is omsingeld door mannen in zwarte pakken. Naast mijn deur staat er ook een jongen. Ik kan zijn gezicht niet zien, hij heeft zijn kap op. Maar wanneer hij zijn hoofd naar mij wend, kruisen onze blikken even. Hij heeft groene ogen. Hij grijnst even.
'Uitstappen!' Beveelt een man plots aan mijn vader. Mijn vader weet niet wat hem overkomt maar doet toch wat ze vragen. 'Jongens kunnen we dit even bespreken?' Lacht mijn vader van de angst. Maar plots wordt hij in zijn gezicht geslagen door een man. Ik hou snel mijn hand voor mijn mond. Mijn moeder krijst het uit en ook haar deur gaat open. Een andere man sleurt haar de wagen uit. 'Mama!' Schreeuwt Katie. Ik hou haar hand vast en doe mijn deur open. 'We moeten hier weg Katie!' Roep ik naar haar en ren met haar de wagen uit. 'Grijp hen!' Hoor ik een man roepen.
We bevinden ons vreemd genoeg in een industriegebied. Het is hier verlaten en donker. Ik ren met Katie een willekeurige fabriek in. Ik hoor achter ons voetstappen en geschreeuw van twee mannen. Plots valt mijn zusje over een metalen kistje. 'Katie!' Schreeuw ik en probeer haar overeind te trekken, maar de mannen zijn te dichtbij. Ze zijn met twee. De ene grijpt mij vast en trekt me weg van mijn zusje. 'Katie!' Schreeuw ik. De andere man neemt mijn zusje vast en knijpt in haar polsen. De man die mijn zusje vast heeft, trekt het masker van zijn gezicht. 'Rustig meisjes, jullie komen braaf met ons mee.' Ik schud mijn hoofd, geef de man die me vast heeft een flinke trap en ren ervandoor. Maar mijn zusje... Ik kijk snel nog eens achterom en zie hoe de man mijn zus meeneemt naar buiten terwijl de ander die ik net trapte achter me aanrent.
Ik ren de trappen af en ren door de ondergrondse kelder van het gebouw. 'Rustig aan meisje, je verspilt al je energie!' Hoor ik de jongen achter me lachen. 'Laat me met rust!' Hijg ik en ren door. Nu ben ik zo blij dat ik een goede conditie heb en dat ik goed ben in gym. Ik versnel. Hij versnelt. Ik doe iets wat ik niet mocht doen. Ik kijk achterom. Zie alleen vage beelden. De jongen rent en duwt zich van de grond af. Hij grijpt mijn armen vast en duwt me tegen de grond.
JE LEEST
Locked by you #ThrillerAwards
Mystery / ThrillerEvelien Bosmans. Dat is mijn naam. Ik ben zeventien en had een normaal leven, maar dat was voordat ik ontvoerd werd. Ik heb een hekel aan mijn ontvoerder, Jonas. Als ik in zijn ogen kijk, denk ik steeds terug aan het moment waarop hij me vastpakte e...