Het leek wel alsof zojuist alles in mijn hoofd ontploft was.
Ik heb nog een zusje, dat raakte me als een baksteen.
Waarom heb ik dat nooit geweten en hoe dan?Ik had zoveel vragen, maar ik wist dat ze niet beantwoord zouden worden.
Het was zoveel allemaal, alles kwam in een keer.
Lexa, dit meisje die zegt dat ze mijn zusje is...
Doods staarde ik haar aan, niet wetend wat ik moest zeggen."Sophie..." mompelde ze zacht.
"Wat?" niet begrijpend keek ik haar aan.
"Sophie, zo heet ik" zei ze nog een keer.
Ik schudde mijn hoofd, dit kan niet, dit is niet echt.
Ik moest weg, weg van dit alles.
Weg van al deze drama.
Ik greep mijn jas, die ik uitgetrokken had en op de grond had laten vallen.
Nog een keer keek ik Sophie, Matthew en als laatste Lexa aan.
Ik stapte naar voren, waar Matthew was gaan staan.
Zijn neus en een deel van zijn wang was vuurrood.
Er zat wat opgedroogd bloed op de rand van zijn bovenlip en er druppelde nog wat bloed uit zijn neus.
Ik duwde hem zacht aan de kant en wurmde me langs hem.
Net toen ik weg wilde lopen pakte hij mijn arm vast."Vlucht maar, zoals alle pussy's doen als ze in benauwde situaties zitten. Ren maar weg van je problemen zwakkeling" sneerde Matthew, terwijl hij me doordringend aankeek.
Ik negeerde hem, rukte mijn arm los en begon weg te lopen.
Hij vindt zichzelf nu heel wat omdat hij Lexa van me heeft gestolen."Hier kom je niet zo makkelijk van af gast" riep hij me nog achterna.
Net toen ik naar binnen wilde lopen hoorde ik mijn naam.
Ik draaide me om en zag dat Lexa wat naar voren was gestapt."Waar ga je heen?" vroeg ze voorzichtig.
"Weg" was het enige wat ik uit kon brengen.
Ik draaide me om en opende de deur op naar binnen te gaan.
"Doe niks doms alsjeblieft..." hoorde ik nog zacht voordat ik naar binnenliep.
Voor de zoveelste keer vanavond perste ik mezelf door de mensenmassa naar Taylor, daarna zou ik Noa nog snel even gaan zoeken.
Na een tijdje zoeken vond ik Taylor samen met een paar andere meisjes.
Ik herkende er een paar, het waren vriendinnen van Kylie.
Vlug keek ik om me heen of Kylie zich hier ook ergens bevond.
Maar er was geen teken van Kylie, dus ik seinde Taylor dat hij even moest komen.
Taylor duwde de meisjes, die zich in een cirkeltje om hem heen hadden gevormd, aan de kant en kwam naar me toegelopen."Ey bro, hoe gaat het ermee?" we deden onze gebruikelijke handdruk en hij ging tegenover me staan.
"Er zijn betere tijden geweest, laten we het zo zeggen..." zei ik zacht.
"Shit man, heb je iets nodig ofzo?" bezorgd keek hij me aan.
Gelukkig vroeg hij niet door over wat er gebeurd was.
Daar had ik nu namelijk niet bepaald veel zin in."Ik moet gewoon weg, het is teveel" zuchtte ik.
"Pak mijn motor, ga ergens heen. Breng hem terug wanneer je wilt" glimlachte hij.
"Serieus?" ongeloofwaardig keek ik hem aan.
"Gast, je bent mijn beste vriend. Natuurlijk ben ik serieus" zei hij terwijl hij me een vriendschappelijke klap tegen mijn schouder gaf.
Hij trok zijn sleutels uit zijn zak en hield ze bungelend voor me.
"Take care bro" zei hij nog voordat ik de sleutels uit zijn hand aanpakte en hij zich weer omdraaide naar de meisjes.
Ik stopte de sleutels in mijn zak en liep naar de bar, waar ik Noa eerder had zien staan.
Ik tikte haar aan en wachtte op een reactie.
Ze draaide zich naar me toe en glimlachte toen ze mij zag."No, luister goed. Wordt niet bezorgd, alles gaat goed komen. Als je het niet begrijpt, ga op zoek naar een Sophie. Ik hou van je zusje" zei ik met een vaste toon door mijn stem.
Voordat ze tijd had om te reageren had ik mij alweer omgedraaid en sjokte ik langzaam naar buiten.
Ik liep naar de parkeerplaats van de school en keek naar de plek waar motoren normaal geparkeerd werden.
Maar Taylor zijn motor stond er niet tussen.
Ik zuchtte, dat wordt zoeken.
Ik wilde gaan lopen maar toen realiseerde ik me dat ik Taylor zijn helm vergeten was.
Gehaast liep ik weer naar binnen, liep naar Taylor zijn kluisje en pakte zijn helm eruit.
Met de helm onder mijn arm wandelde ik weer naar buiten.
Ik liep tussen de auto's door, zoekend naar Taylor zijn motor.
Net toen ik om een auto heen wilde lopen kwam er iemand met volle vaart tegen me aangerend.
Van schrik greep ik in het rond en voelde ik mijn hand over iemand zijn huid krassen.
Ik klapte achterover tegen een auto aan met mijn hoofd en voor een moment werd alles even wazig.
Toen alles weer helder was geworden stond ik zo snel als ik kon op.
Ik keek om me heen maar de persoon die net tegen me aangevlogen was had zich al uit de voeten gemaakt.
Voordat ik verder liep keek ik nog een keer om me heen, nog net zag ik hoe een schim de school binnen sprintte.
Ik schudde mijn hoofd, er bestaan aardig wat rare mensen.
Aan het einde van de parkeerplaats zag ik Taylor zijn motor staan, naast Jimmy zijn fiets.
Was natuurlijk te verwachten, aangezien ze hoogstwaarschijnlijk samen zijn gekomen.
Ik ging op mijn hurken zitten om het slot, dat aan het voorwiel vast zat, los te maken.
Toen die los bond ik hem vast aan Jimmy zijn fiets en stapte ik op de motor.
Ik zette snel mijn helm op en gemakkelijk startte ik de motor.
Waar ging ik eigenlijk heen?
Ik had geen flauw idee, maar ik had mijn pinpas bij me waar genoeg opstond.
Ik vind wel iets.
Ik hoefde me in ieder geval geen zorgen meer te maken om al dat gedoe met Lexa, Sophie en al dat andere.
Met die gedachte reed ik voorzichtig achteruit en gaf ik daarna gas de parkeerplaats af.Zo reed ik voor uren lang, uren lang reed over de straten.
Kilometers had ik afgelegd en steden ben ik voorbij gereisd.
En nu bevind ik me hier, op een weg door het bos heen.
Waar ik precies ben? Ik zou het echt niet weten.
Het enige wat ik wist is dat het me niet lukt om al mijn problemen uit mijn hoofd te bannen en dat het hier aardig donker was.
Lexa was het gene wat voornamelijk door mijn hoofd bleef spoken.
Hoe ik haar bijna geslagen had.
Hoe ze nu met Matthew is.Hoe haar gevoelens voor mij verdwenen zijn.
Mijn ogen werden waterig en nog binnen geen 5 seconde rolden de eerste tranen al over mijn gezicht heen.
Ik was net een zwakkeling, die om elk klein dingetje huilt.
Maar om eerlijk te zijn het boeide me niet veel, er was hier toch niemand.
Tijdens de rit over deze weg door het bos ben ik nog niemand tegengekomen.
En al zou ik iemand tegenkomen wat dan nog?
Het liefst zou ik nu naar het vliegveld reizen, een ticket kopen naar een land hier ver vandaan en nooit meer terug komen.
Maar dat kon ik gewoon niet, ik kon niet voor altijd wegblijven.
Of het nou was voor Noa of Lexa of voor totaal iets anders, ik wist het niet.
Maar ik kon niet voor altijd wegblijven.Ineens werd ik opgeschikt door het getoeter van een ander voertuig.
Een auto niet heel ver van me vandaan kwam met een aardige snelheid op me afgereden.
Ik versterkte mijn greep om mijn stuur toen ik zag hoe erg de auto over het wegdek heen zwabberde.
Erg breed was het wegdek niet dus er moest iets gebeuren of zou verkeerd aflopen.
Toen de auto bijna bij me was en nog steeds geen vaart had geminderd greep ik naar mijn remmen.
Ik kneep mijn remmen dicht maar zonder resultaat.
Waarom werkte mijn remmen niet?!
Ik had ze voor het laatst gebruikt toen ik het bos inreed, en dat was al weer een tijdje geleden.
De auto was nu nog maar enkele meters van me vandaan en zag er niet uit alsof hij van plan was vaart te minderen.
De stress die over me heen viel als een deken zorgde ervoor dat ik niet meer helder kon denken.
Ik wist wat er ging gebeuren en dat het niet leuk zou worden...
Voor de laatste keer probeerde ik nog een keer mijn remmen dicht te knijpen, maar tevergeefs.
Ik hoorde de piepende remmen van de auto en net voordat alles zwart voor mijn ogen werd schoot het beeld van de schim op de parkeerplaats door mijn hoofd.
JE LEEST
His love, Her hate
Romance"Stop toch met je tijd aan mij verspillen en trouw een zwijn asshole" "Ik hou ook van jou hoor babe" "Je kan m'n reet likken fucker, laat me met rust!" Hij... Zij... Zo verschillend, maar zo perfect. Zij is een goede leerling, hij niet Hij is enorm...