Chapter 39

1.9K 78 4
                                    

De tatoeages die Malia allemaal heeft, als er vragen zijn voor de karakters of mij mag je die altijd stellen. Ook als jullie vragen hebben over de tatoeages. En het boek is bijna tot het einde...

Ik heb dit hoofdstuk uitgesteld omdat ik gewoon niets echt an het einde wilde beginnen. Maar ja, dir is dus een van de laatste hoofdstukken dus. Veel plezier...

"Time goes so fast,that you forget the things that make you happy"

2 jaar later
"Hey!" Ik ren op het groepje wolven af. Ik heb ze echt niet geleerd te luisteren of zo. Nee geen vechten hier, stoeien is het ook niet. Ze moeten stoppen met vechten, voor er weer een opstand komt. "Stoppen!" Roep ik bevelend. De 3 wolven stoppen en kijken grommend naar mij. Ze draaien naar mij om en lopen op me af. "Oh denk maar niet dat je met mij gaat vechten!" Zeg ik. Het zijn vreemde wolven en ik heb ze nog nooit gezien. Zelfs niet in de packs verder in het land. Ze ruiken vreemd. "Jongens" grom ik. Een blaft naar mij. Nog steeds naderen de drie mij. Nog even en ze vallen me aan, maar ze zullen het allemaal niet redden. Ik ben ze te snel af, en heb ze zo onderuit.

Een van hun springt op me en ik gooi hem van me af. "Ik kan jullie allemaal aan" zeg ik boos. "Waag het eens" zeg ik. Ze lijken te twijfelen maar lopen dan toch dichter naar me toe. "Durfen jullie wel?! Tegen Malia Moonlight!" Ik begin te grommen en laat mijn tanden en ogen zien. De drie wolven springen piepend weg. "En waag het als ik jullie nog eens zie of hoor vechten!" Grom ik. Ze rennen weg, zo klus geklaard. Ik draai me om en loop terug naar huis, niet dat ik het nog huis kan noemen. Als Aiden dit zou zien, hij zou kwaad zijn. En het is allemaal mijn schuld, mijn domme schuld. Ik loop naar het verwoeste dorp. Huilende kinderen en ouders. Had ik dit kunnen voorkomen? Een verwoest dorp? Ik ben niet zo sterk als duizend wolven bij elkaar. In elk geval niet in mijn eentje, we hebben gewonnen. Maar hebben geen dorp meer, alleen maar een hoop met as. Alles wat Aiden heeft opgebouwd, is verdwenen. ik heb hem nodig. En hard ook nog. Ik houd het niet meer in mijn eentje. Niet alleen Aiden, maar Isaac ook. Ik zucht, hij zit nu in het paleis met Mike. Over het land te regeren, terwijl ik me kapot werk en iedereen mij onderuit probeert te halen door me te chanteren.

Ik moet hem toch maar eens een brief sturen, Isaac moet normaal doen. En Jasper komen halen, want die houd het ook niet meer. Ik ben bij het kleine hutje dat we met z'n alle hebben opgebouwd. Tenten van zeilen en hout. Bladeren en klei. Meer is het niet. Het lijkt wel de prehistorie waar iedereen in tenten leefde. Maar nu in de 21e eeuw. "Jasper?" Zeg ik zacht en loop het hutje in. "Ik ben hier" hij zit op de grond voor zich uit te staren. Zijn ogen zijn donker en hebben wallen door onvoldoende nachtrust, ze zijn rood en opgezwollen van de tranen die hij verbergt. Het is nu ongeveer een jaar geleden dat hij weg is gegaan bij Isaac, hij liep over z'n toeren heen. Isaac was niet meer Isaac maar Mikai. Een ander persoon verandert door de macht. Jasper was er klaar mee, nog steeds is Isaac hem nog niet achter na gegaan. Dat breekt hem, en ik kan hem niet helpen. Daardoor voel ik me zwak, ik wil dat ik alles kan oplossen. Iedereen beter laten voelen. Weer vreugde in ieders leven brengen, maar dat zal zo nooit lukken.

"Gaat het een beetje beter?" Vraagt hij. "Ja, het word steeds rustiger. Ik denk dat vrede nabij is" zeg ik een beetje opgelucht. "Geloof je daar nog in?" Vraagt Jasper en kijkt me aan. "Ik geloof dat ik niet meer kan geloven. Niets is meer te vertrouwen" zeg ik zuchtend. Jasper knikt. "Ik, ik ga even een rondje lopen" zegt Jasper. "Natuurlijk" hij staat op en sjokt naar buiten. Isaac is echt een klootzak. Sorry dat ik het zeg hoor, maar hij laat zijn mate in de steek. Nooit, maar dan ook nooit zou ik Aiden in de steek laten. Zelfs niet na al zijn slechte acties, maar of hij ooit nog terug komt. Weet ik niet. Ik ben bang, bang voor het bericht. Dat Aiden er niet meer is, dat hij is overvallen en het niet heeft overleeft. Zijn afwezigheid heeft mijn leven uit me gehaald.

Ik plof neer op de versleten matras en zet mijn hoofd in mijn handen. Waarom? Waarom moet ik nu die Malia zijn die alles moet oplossen? Waarom gaat ook alles mis? Ik heb de grootste pack, en nog hebben ze me klein gekregen, althans niet helemaal. Ik besluit nog eens naar de kerkers te gaan. Het enige wat niet in vlammen is opgegaan. Ik loop de koude gang in de trap af. Ik krijg elke keer de bibbers als ik hier naar binnen loop. Koude herinneringen komen boven maar ik houd me sterk. Iedere zwakte is een manier om mij klein te krijgen. Ik ga voor haar cel staan en ze merkt me op.

"Maak je je toch zorgen?" Vraagt ze boos. "Niet dat ik andere dingen te doen heb" zeg ik mompelend. "Pfff" zucht ze. "Ik wil je vrijlaten, maar pas als alles weer onder controle is" zeg ik. "Je weet dat vrede niet meer bestaat toch?" Vraagt ze. "Ik moets vrede brengen, vrede bestaat. En we zijn goed op weg. Jou heb ik al gestopt" zeg ik. "Ik ben maar 1 persoon, ik ben maar 1 Dakota met een paar packs achter me. Ik ben niet het ergste wat je tegen zult komen, prinsesje" zegt ze. "Da Dakota" ik heb geen behoefte om nog met mijn ex-bff te praten.

Ik merk dat er onrust is boven. Snel ren de trap omhoog, en ik de mensen zich bij elkaar voegen. "Wat is er gaande?" Roep ik. Kai komt naar me toe en pakt me bij mijn schouders. "Sophie, hij is er" zegt Kai. Ik sla mijn hand voor mijn mond, mijn hart gaat als een gek te keer. Alsof je keihard op een drum slaat. "Kom" Kai trekt me mee door het publiek heen. Hij is terug, het is waar.

Hij heeft het overleeft. Ik voel me opslag al beter, niet wetend hoe het ging maakte me kapot. Maar die zorgen zijn klaar. Hij is terug, mijn mate is terug.

Malia MoonlightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu