Chapter 37

1.8K 79 5
                                    

"An invatation"

Na vandaag hebben 26 Rouges een pack gekregen en zijn ze tussen de wolven gevoegd. En het gaat nog redelijk goed ook. Het is vrij rustig en ik ben tevreden met mijn resultaat. "Er is post voor je" zegt mijn moeder en brengt me een brief. Ik open hem en lees wat erin staat.

Beste Malia Moonlight,
We hebben gehoord dat u nu weet wie u bent en uzelf al wat meer begrijpt. Dit geld ook voor Mikai Moonlight. Uw broer. Wij willen u dan ook uitnodigen op bezoek te komen bij het paleis. Mates zijn welkom.
We zien jullie over een paar dagen.

Vriendelijke groet,
Koning Mike Moonlight

Wow, oke en hij is dus ook een Moonlight. Dat betekent familie? Dan weet hij meer over van alles en kan ik hem alles vragen. Ik ben benieuwd of Isaac deze brief ook heeft gekregen. Ik besluit hem op te bellen aangezien hij niet ver weg is. "Hey, waarom bel je?" Vraagt Isaac. "Kom hierheen" zeg ik en dan hangt Isaac op. In no time is hij in het packhuis en ik laat het de brief zien. Isaac leest de brief en knikt. "Oke, nou dan ga ik Jasper maar roepen niet?" Zegt Isaac. "Maar ik kan toch nog helemaal niet weg, en Aiden ook niet. Niet nu" zeg ik. "Je zult toch wat moeten regelen, dit is onze neef Sophie" zegt Isaac wijzend naar de afgroet van Mike. "Oke, is goed" zucht ik.

Ik loop naar het kantoor van Aiden en klop aan. "Binnen" zegt hij en ik open de deur. "Wat is er?" Vraagt hij. "We moeten naar mijn neef" zeg ik zwaaiend met de brief. "Wat? Laat zien" hij pakt de brief uit mijn hand. Ik sta toe te kijken hoe Aiden hem leest. "We kunnen niet zo maar weg, en jij vooral niet. Dan stort alles hier in elkaar" zegt Aiden zuchtend. "Dat dacht ik dus ook al, misschien kunnen we hem vragen hier te komen?" Stel ik voor. "Dat kan" zegt Aiden nadenkend. "Ik stuur een brief terug" ik pak de brief uit Aiden's handen en loop naar onze kamer.

Ik pak pen en papier en schrijf het afkomst adres over.

Best koning,
Op dit moment is het niet mogelijk om Blackmoon te verlaten. Mikai en zijn mate zouden kunnen komen. Ons voorstel was, dat u misschien naar de pack zou kunnen komen. Zodat wij toch alles onder controle kunnen houden

Groet,
Luna Malia-Sophia Moonlight en Alpha Aiden Blackmoon

Zo klaar. Ik vouw de brief in elkaar en geef hem mee aan de snelste wolf Catia. Ik zie haar kleine wolven lichaam verdwijnen in het bos en draai me om. Ik bots tegen Isaac op en val bijna naar achter. "Je hebt die brief toch nog niet weggestuurd he?" Vraagt hij.  "Jawel, Catia is net weg" zeg ik. "Sophie!" Roept Isaac. "Wat, ik schrijf die brief jij niet" zeg ik. "We zijn broer en zus, kennen onze echte ouders niet als mens. En nu gaan we onze neef ook niet kunnen ontmoeten!" Ik zucht. "Relax, het komt allemaal goed" zeg ik en klop op zijn schouder,
"Sophia!" Zegt hij streng en loopt me achterna. "Dit was geen keuze voor jou alleen" zegt hij. "Wat is hier aan de hand?" Zegt Jasper die het huis in komt. "Kalmeer je mate, wil je?" Even kijkt Jasper me vreemd aan maar loopt dan naar Isaac en trekt hem mee.  "Rustig, alles komt goed. De wereld vergaat niet" zegt hij en geeft hem een snelle kus op zijn waag voordat hij hem de kamer uitrekt.

"Mates zijn best handig" lach ik. "Ja?" Ik schrik op van zijn stem en draai me om. Aiden staat met zijn warrige haar dat nat is en zonder shirt in een joggingbroek voor me. Hij heeft gedoucht, Concludeer ik.
"En mates zijn knap" zeg ik terwijl ik mijn vingers over zijn kaaklijn laat glijden. "Je maakt me gek" zegt hij en bijt op zijn lip. Ik begin te giechelen en loop dan weg. "Hey!" Roept Aiden me na. "Ik heb alpha zaken te doen" doe ik hem na. Ik hoor hem zuchten en ik loop lachend naar de woonkamer. Ik tref daar mijn ouders aan en ga naast ze op de bank zitten.

"Waar was die brief over?" Vraagt mijn vader. "Mijn neef" zeg ik alleen. "We moeten praten Sophia" als ze mijn 'officiële' naam zeggen is het altijd serieus. "Ja?" Vraag ik. "Jullie gaan toch niet weg eh?" Vraag ik. "Nee, nee. Het gaat over Aiden" zegt mijn moeder. Ze staat op en brengt me naar haar logeer kamer.

"Je moet uitkijken met hem" zegt mijn moeder. "Zoals je misschien weet, heeft hij de luna van Michael gedood" zegt mijn moeder, ik knik. Daarover moet ik toch maar eens met hem gaan praten. "Maar hij is aardig tegen me en zal me nooit pijn doen" zeg ik. "Pas toch maar op, we willen niet dat jou iets overkomt" ik knik. "Doe ik altijd"

Malia MoonlightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu