Proloog

2.8K 68 17
                                    

Vanaf donderdag 30 augustus zal Achterhoede elke donderdag geüpdatet worden. Dit stukje zal nog een keer gebruikt worden verder in het boek, maar dat zullen jullie vanzelf wel zien:) Voor nu houd ik nog even geheim welke Ajacied erin voorkomt.. Enjoy! Xx

Proloog

Met een bekertje koffie in haar hand zat ze gespannen te wachten. De koffie was inmiddels al koud geworden, maar ze was niet opgestaan om hem weg te gooien, omdat ze het risico niet wilde lopen dat ze informatie over Morris zou willen missen.

'U bent familie van Morris Koper?' Een arts kwam op haar afgelopen.

'Ja, dat klopt,' Liz stond op van het stoeltje waar ze al twee uur lang had zitten wachten en schudde de dokter de hand.

'Pieter Hofman, behandelend arts.'

'Liz Dongeren,' stelde ze zich voor. 'Er is nieuws, neem ik aan?'

'Jazeker. Als u even meeloopt naar mijn kamer zal ik u het nieuws vertellen.'

Ze knikte en liep achter hem aan. Een naar gevoel bekroop haar. Wat als het slecht met Morris ging? Wat als hij het ongeluk niet overleefd had?

'Ik moet u helaas mededelen dat wij meneer Koper in kunstmatige coma houden op dit moment en wij niet weten of hij zal ontwaken uit de kunstmatige coma als die stop wordt gezet,' vertelde de arts.

Het leek voor Liz alsof ze zich in een nachtmerrie bevond. Ze kneep haarzelf in haar pols om te checken of ze dan ook niet sliep.

'Het spijt me.'

Ze slikte de brok in haar keel weg. 'Wanneer denkt u te weten of Morris uit zijn coma komt?'

'Wat vermoedt u?' vroeg ze voorzichtig. Eigenlijk had ze de vraag helemaal niet willen stellen, maar ze wist ook dat ze iets moest hebben om zichzelf aan vast te houden. Liz was zo bang voor het antwoord.

'Ik durf daar echt niets over te zeggen. Het was een zwaar ongeluk, maar zoals ik al zei, kunnen wij nog geen hersenactiviteit meten zolang Morris in kunstmatige coma gehouden wordt. Ik begrijp dat u hier weinig tot niks aan heeft, en het spijt me nogmaals. Het enige wat ik u kan aanbieden, is een psycholoog om erover te praten, want hoe meneer Koper hier ook uitkomt, het zal schade met zich meebrengen.'

'Kan ik naar Morris toe?'

'Ja, dat kan zeker,' reageerde de arts. Meneer Koper ligt in kamer 455.'

'Als u vragen heeft, mag u altijd aankloppen.'

'Zal ik doen. Voor nu bedankt,' Liz deed een poging een glimlach op haar lippen te zetten, maar ze wist bijna zeker dat het haar niet gelukt was.

Ze had de hele tijd al het gevoel gehad dat het goed mis was, en haar voorgevoel was juist geweest.

Wat moest ze nu?

Ze twijfelde ergens of ze de ziekenhuiskamer wel binnen moest gaan. Kon ze het wel aan om haar vriend zo te zien?

Toch hakte Liz de knoop voor haarzelf door en besloot de kamer binnen te stappen. Ze kreeg de schrik van haar leven, toen ze Morris daar zag liggen.

Zijn gezicht zat onder het bloed en was wit weggetrokken. Hij zag er levenloos uit.

Zo had ze hem nog nooit gezien. Morris had altijd een lach op zijn gezicht en nu lag hij erbij alsof hij al dood was. Maar dat ging hij niet, bleef ze zichzelf toespreken. Morris ging hier uitkomen.

'Hé, Mor,' fluisterde ze bijna onhoorbaar en pakte zijn hand waar ze een kus opdrukte.

'Ik weet niet of je me überhaupt kunt horen, maar ik ga ervan uit dat je het kunt horen en ik wil tegen je praten, want op de een of andere manier voelt dat ontzettend goed. Kom hier alsjeblief sterk uit. Niet alleen voor mij, maar ook voor Sem. Wat moeten wij zonder jou? Ja, inderdaad. Precies niets. En wat moet Sem zonder vader?'

'Ik hou van je, en blijf bij je.'

AchterhoedeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu