08

1.3K 43 6
                                    

Hoofdstuk 8

Toen Liz de volgende dag de Intensive Care opkwam, zag ze haar schoonouders in tranen langs de muur staan.

Was Morris dood? Of was de uitslag niet goed?

'Ze gaan Morris uit de kunstmatige coma halen,' vertelde Thomas.

Ze zuchtte opgelucht en een last viel van haar schouders af. Het waren dus tranen van geluk.

'Dat is goed nieuws,' het was de eerste gemeende glimlach in deze twee dagen sinds het ongeluk.

'Ja, eindelijk goed nieuws,' knikte Rianne.

'Hoe gaat het met Sem?' wilde Thomas weten. 'Sorry dat ik niet nu pas naar hem vraag, maar ik zat gewoon erg met Morris in mijn hoofd.'

'Ik denk goed. Hij is nu bij mijn ouders, want die drongen daar zo op aan en ik ben er eerlijk gezegd blij mee. Op die manier kan ik even mijn rust pakken. En ja, het was vanochtend wennen toen het zo stil was in huis. Maar ik weet zeker dat ik op dit moment geen goede moeder voor Sem zou kunnen zijn.'

'Oké, fiin om te horen. Is er een mogelijkheid dat wij hem kunnen zien?'

'Ja, natuurlijk is die er,' antwoordde Liz. 'Jullie hebben de nummers van mijn ouders, neem ik aan? Want dan kun je het beste mijn moeder een berichtje sturen en dan kun je hem wellicht ophalen van school en wat leuks met hem doen.'

'Mooi zo. Ik vermoed dat wij die afleiding van Sem goed kunnen gebruiken en hij die van ons. Heb je het hem verteld?'

Ze trok haar wenkbrauwen op. 'Wat moet ik Sem verteld hebben?'

'Over Morris,' verduidelijkte Rianne.

'O, dat. Ja, mijn moeder en ik hebben ervan gemaakt dat papa slaapt en hij uitrust in het ziekenhuis,' vertelde ze.

'Goed, kan ik naar Morris toe?' Liz was wel weer een beetje klaar met alle vragen over Sem. Ze kwam hier immers voor Morris.

'Ja, natuurlijk kan dat.'

Liz kwam de kamer binnen waar ze net als gisteren schrok van het beeld om haar vriend op deze manier te zien.

'Hey Mor, daar ben ik weer,' er waterige glimlach sierde haar lippen. 'Ik weet niet of je me kunt horen, maar ik ga ervan uit dat je me hoort. Al is het enkel om mezelf gerust te kunnen stellen.'

Ze ging met haar vingers over zijn wang heen en genoot van zijn lichaamswarmte.

'Ik houd van je, Mor. Ik mis je ontzettend en kom snel terug, alsjeblieft. Sem mist je ook. Doe het voor ons. Vecht voor ons,' sprak ze hem toe.

Eén van de vele apparaten begon te piepen en meteen schoot Liz in de stress. Ging Morris dood? Was zijn hartslag gedaald? Of was zijn bloeddruk opeens weggevallen? Allemaal doemscenario's spookten door haar hoofd en de paniek sloeg toe in haar hoofd.

Liz begon te hyperventileren en wist niet meer wat ze moest doen.

'Rustig blijven,' zei ze tegen haarzelf.

Ze sprong dan ook op van de stoel en rende angstig de gang op. 'Een apparaat is aan het piepen en...'

Vrijwel binnen een paar seconden kwamen drie verpleegkundigen naar haar toegesneld.

'Een apparaat begon te piepen en ik ben bang dat het niet goed met mijn vriend gaat,' vertelde ze gauw en haar gezicht kenmerkte dat ze ongerust was.

'Ik zal even kijken. Als u wilt, mag u best mee naar binnen. Maar blijft u kalm. Uw vriend is hier in goede handen en hij krijgt de optimale zorg.'

De andere twee verpleegkundigen waren de kamer inmiddels al ingegaan en moesten lachen toen ze zagen wat er aan de hand was.

'Rustig, mevrouw,' zei de verpleegkundige. 'Het is slechts het infuus dat op is en door te gaan piepen, weten wij dat het infuus op is.'

Een gevoel van opluchting ging door Liz heen. Gelukkig, er was niets ernstigs aan de hand.

'Ik zal het infuus vernieuwen en dan is er verder niks aan de hand.'

Ze glimlachte naar de verpleegkundigen. Wat moesten zij wel niet van haar denken? Ze was om zo'n klein dingetje in de stress geschoten en met een beetje nadenken had ze kunnen weten dat er niks ernstigs aan de hand was.

'Gaat het met u?' vroeg de verpleegkundige aan Liz. 'U leek nogal gestresst toen enkel het infuus afging. Zodra er een ernstige verandering optreedt in de gezondheid van onze patiënten, worden wij direct opgepiept namelijk. Uw vriend is hier in goede handen.'

'Ja, dat komt door de combinatie van slecht geslapen hebben vannacht en daardoor schrik ik overal snel van.'

'Goed,' zei ze. 'Bedankt.'

'Geen probleem.' En weg was de verpleegkundige.

Ze steunde met haar handen op haar knieën en staarde wezenloos voor zich uit.

Liz miste Morris en de onzekerheid of ze hem ooit zou terugzien als hoe hij een week geleden was, sloeg toe. Wat als hij niet ontwaakte? Dan zou Sem opgroeien met een vader die voor altijd in coma zou liggen en die hij niet lang gekend had.

Bij het idee dat ze haar vriend enkel op deze manier zou zien, gleed er een traan over wang.

Ze slikte. Waarom Morris? Waarom moest hem dit overkomen?

'Hey, gaat het?' Met een bezorgde blik kwam Rianne naast haar zitten.

Ze veegde haar tranen weg en knikte. 'Ehm.. ja, het gaat prima. Niks aan de hand.'

'Nou, zo zie je er niet uit,' vond Rianne.

'En bedankt.'

'Nee, zo bedoelde ik het niet, lieverd. Ik bedoelde het meer op de manier van dat je aan het huilen was en je tegen mij liegt dat je zegt dat het goed gaat.'

Liz zuchtte. 'Eigenlijk ben ik een emotioneel wrak op dit moment. Mijn leven stort in nu Morris in kunstmatige coma ligt en waarvan de artsen niet zeker weten of hij daaruit gaat komen.'

'Dat begrijp ik,' antwoordde Rianne medelevend. 'Het is heel lastig voor jou en voor Sem is het ook moeilijk. Ik wil je één ding vragen: hoe verschrikkelijk het ook klinkt, probeer alsjeblieft positief te blijven, want dat is de enige manier om jezelf draaiende te houden.'

'Ik ga volgende week weer aan het werk, denk ik.'

'Zal je dat wel doen?' Ze hoorde de verbazing in haar schoonmoeders stem. 'Volgens mij heb je juist nu geen concentratie.'

'Wat moet ik dan doen? Wekenlang in het ziekenhuis gaan zitten wachten. Ik denk juist dat afleiding ontzettend goed voor mij is.'

-

Ze schonk een glas water voor haarzelf in en liet zich uitgeput op de bank ploffen. Een hele dag in het ziekenhuis bleef vermoeiender dan ze had verwacht. Ze was zelfs in slaap gevallen naast Morris' bed.

Rianne had haar daar zo aangetroffen en had gevraagd of ze genoeg had geslapen vannacht, al was haar vraag allang beantwoord doordat ze in slaap was gevallen.

Ze nam een slok van haar water en kwam tot rust. Maar die rust werd onderbroken toen ze haar telefoon hoorde afgaan.

Anita van Dongeren:
Sem mist je. Kan ik vanmiddag met hem langskomen of wil je naar ons toekomen?

Ze zuchtte. In Sem had ze niet zoveel zin, maar ze had hem zeker gemist.

Liz van Dongeren:
Ja, is prima. Ik kom naar jullie toe. Kan ik mee eten?

Anita van Dongeren:
Ja, tuurlijk mag je mee eten, schat! Dat vinden wij heel gezellig! Ik zie je om half zes bij ons thuis.

Een opgeluchte zucht verliet Liz' mond. Ze zou haar zoontje weer gaan zien en dat deed haar beter dan ze had verwacht.

AchterhoedeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu