Pov Esmay:
Jace komt de keuken inlopen en grijnst.
"Het vuilnis is buiten gezet. Ik zal een jas voor je halen, dan gaan we naar de winkelstraten."
Ik giechel omdat hij Mike het vuilnis noemt maar wordt dan ernistig.
"Jace ik wil echt niet dat jij kleding voor me gaat kopen en-"
Een luide geërgerde zucht van hem onderbreekt me. "Serieus Esmay, weer? Ik ga de rest van je leven alles kopen wat je nodig hebt of hebben wilt. En ik heb zo veek geld dat het niet normaal is voor een 21-jarige, ik wist niet meer aan wat ik het kon uitgeven maar nu heb ik jou en kan ik dingen voor jou kopen."
Mijn hoofd voelt wel heel warm aan. Waarschijnlijk ben ik weer rood. Hoe Jace 'nu heb ik jou' zegt laat me gewoon smelten. Het klinkt zo lief.
En zijn woorden maken niet echt dat ik me minder ongemakkelijk voel. Ik ken hem pas een paar dagen en vind het soms al vervelend dat hij alles voor me doet, laat staan als hij allemaal dingen voor me gaat kopen. Dan voel ik me zo schuldig als ik boos ben.
Omdat ik niets zeg loopt Jace naar me toe en tilt me van het kookeiland.
Hij zet me op mijn voeten en gaat dan op zijn knieën zitten. Zijn armen slaat hij om mijn middel en zijn kin leunt tegen mijn buik. Zijn ogen kijken naar me omhoog. O nee...
"Alsjeblíéft Esmay, je maakt me heel gelukkig als ik alles voor je mag kopen. Alsjeblieft." smeekt hij met puppy-ogen.
Ik voel me extreem ongemakkelijk. Door zijn gesmeek, omdat hij op zijn knieën zit, en die puppy-oogjes...
"Oké! Oké maar stop alsjeblieft met dat smeken en op je knieen enzo. Laten we gewoon gaan." zeg ik opgelaten.
Jace grijnst en de puppy-ogen zijn weg.
"Ik wist wel dat het zou werken. " zegt hij.
Langzaam laat hij me los en staat dan op.
"Niet bewegen, ik haal een jas." zegt hij en in een flits is hij weg.
Ik wacht 5 seconden en dan is Jace al weer terug. Hij heeft een zwart jasje van dunne stof vast en steekt die zo uit dan ik mijn armen er al in kan steken maar ik pak de jas gewoon aan en trek hem zelf aan.
Jace gromt geïrriteerd maar zegt niets en trekt me dan mee door wat gangen tot we bij een trap komen.
Nog voor ik een stap kan zetten tilt Jace me met een zwaai op en begint naar beneden te lopen.
"Je spieren zijn nog niet hersteld en je moet vandaag al zo veel lopen. Je zou vergaan van de spierpijn morgen als ik je niet draag." zegt Jace luchtig.
Smoesjes.
Stiekem ben ik wel blij dat hij me draagt, ik ben hier nog nooit van de trap gelopen omdat mijn evenwicht zo slecht was en ben bang dat ik vol op mijn gezicht val.
Terwijl Jace de 2 trappen af loopt verteld hij over de winkelstraten die er zijn met welke winkels. Ik ken de meesten wel.
"Ik wist nooit dat hier ook echt winkelstraten zijn. Iedereen zei altijd dat het een soort afgelegen wijk van het gehele dorp Moonfalls is." merk ik op.
Jace knikt. "Dat denkt iedereen ja. Maar ze weten het weerwolf gedeelte ook niet natuurlijk. Er is een woon gedeelte in het pack, wij noemen dat gewoon het dorp, en daar zit ook een soort supermarkt maar verder alleen huizen. Alle andere winkels zijn in de winkelstraten. En er zijn ook buiten-wijken binnen het pack, daar komen we zo ook langs. Dat zijn de boeren die ook goederen leveren aan de supermarkten, bakkerijen en slagerijen."
JE LEEST
The Accident
WilkołakiMoonfalls. Een gezellig dorpje, bekend om zijn legendes over roedels weerwolven die lang geleden leefden. 2 auto's raken verwikkelt in een ongeluk. Er zijn doden en gewonden, niet iedereen kan uit de eerste auto komen voordat die in brand vliegt. ...