37

3K 131 58
                                    

Pov Esmay:

De film is afgelopen.

Jace heeft op mijn verzoek de tent weer open gemaakt zodat we liggend naar de donkere lucht kunnen kijken. 

Honderden sterren vormen kleine stralende puntjes die de donkere lucht oplichten. Maar het mooist vind ik de volle maan, die een zilvere gloed verspreid.

Ik lig naast Jace op mijn rug, met mijn hoofd op zijn borstkas. Hij heeft 1 hand om de mijne en 1 hand waarmee hij over mijn haar aait.

"Heb je last van de volle maan?" vraag ik me hardop af.

Jace lacht stil omdat ik dat zo plotseling vraag.

"Nee. Hoewel... ja een soort van. Tijdens de volle maan is mijn wolf kant sterker dan normaal. Zijn wil beïnvloed me zo ook meer en hij kan makkelijker de controle nemen. Weerwolven leren al heel jong om dat onder controle te houden en de baas te blijven. Rogues hebben dat niet geleerd of gebruiken het niet, daarom zijn die op hun gevaarlijkst met de volle maan." zegt Jace.

Mijn hart gaat sneller slaan.

Ik vind Jace zijn wolf-kant niet leuk, om het op zijn zachts te zeggen. Zijn wolf is agressief en gewelddadig, en vergeet niet belachelijk bezitterig.

Ik draai een beetje zodat mijn kin op zijn borst rust en kijk dan omhoog, naar zijn ogen.

"Dus... wil je wolf het nu ook overnemen?" vraag ik.

Gelukkig trilt mijn stem niet.

Jace verplaatst zijn hand van mijn haar naar mijn wang, waar hij zacht met zijn duim rondjes wrijft.

"Hm, nee. Hij is tevreden nu, je maakt hem rustig. Zo lang je in mijn armen ligt komt het goed." zegt Jace rustig.

Opgelucht knik ik.

Hij zucht lichtjes en laat dan zijn duim over mijn onderlip gaan. Hij blijft me in de ogen kijken.

"Je blijft toch altijd een beetje bang voor me." zegt Jace triest.

Ik zou wel willen zeggen dat het niet zo is maar dan zou ik liegen.

Soms vergeet ik hoe sterk en machtig Jace is. Hij zou met een vingerknip een menigte mensen kunnen laten vermoorden. Hij is zelf een moordenaar. En als ik daar weer aan denk... ben ik bang.

Je weet nooit wat er in iemand zijn hoofd om gaat.

"Het spijt me." fluister ik.

Jace zucht en schud zijn hoofd.

"Dat moet ik zeggen, niet jij. Ik maak je soms bang en ik heb je zelfs pijn gedaan." zegt hij gefrustreerd.

Ik strek mijn hand uit en leg die op zijn wang. Jace sluit zijn ogen en ademt een keer diep in en uit voor hij mijn hand pakt en er kussen op drukt.

"Zie je. Je kalmeert me." mompelt hij tegen mijn hand aan.

Ik sluit mijn ogen ook en verberg mijn gezicht in zijn shirt.

"Jij kalmeert mij, ik kalmeer jou. Zo werkt dat prinses." fluistert Jace in mijn oor.

Het is wel waar. Als Jace weg is heb ik altijd een slecht, vervelend gevoel. Of ik voel me zelfs ziek. En als hij terug is verdwijnt het vervelende of zieke gevoel gelijk.

Ik maak een instemmend geluid. Jace gaat rechtop zitten waardoor ik overeind geduwd wordt, en ik open gelijk mijn ogen.

"Hé wat doe je nou, ik lag net zo lekker." protesteer ik.

The Accident Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu