54

2.5K 138 50
                                    

Pov Esmay:

Jace parkeert de auto midden op de oprit en stapt gelijk uit.

Voor ik de kans heb om zelf uit te stappen pakt hij mijn arm vast en sleurt me uit de auto. Ik krimp ineen maar maak geen enkel geluid.

Hij doet verder geen moeite om de deur netjes te openen maar trapt die gewoon open.

Met een klap slaat de deur tegen de muur. Jace besteed er geen aandacht aan en sleept me mee naar binnen. In het voorbijgaan kijk ik snel nog naar de deur. Er zit een grote deuk op de plaats waar Jace trapte.

Omdat ik voor Jace niet snel genoeg loop knijpt hij harder in mijn arm en begint zelf nog sneller te lopen. Op deze manier moet ik bijna rennen om hem bij te houden.

De pijn in mijn arm wordt bijna onhoudbaar. Ik slaak automatisch een pijnlijke kreet.

"Wat? Heb je pijn? Ach gossie, arme meid. Het maakt natuurlijk niet uit hoe fucking veel pijn jíj míj doet. Zo werkt het toch bij jou?" zegt Jace minachtend.

"Je weet dat ik niet zo ben. En laat me nu alsjeblieft los." zeg ik moeizaam.

Mijn stem trilt en het kost me heel veel moeite om nog normaal te praten. Het gaat niet alleen om de pijn in mijn arm. Dat is niets vergeleken bij de pijn in mijn hart.

In de auto zei Jace dat hij me zou afwijzen als het nog kon. Hij wilt me dus echt niet meer.

Na alles... na al die keren dat hij zei dat hij van me hield... en hij is altijd zo lief voor me geweest. Ik heb me nog nooit zo prettig gevoeld bij iemand als bij hem. En als je dit moment meetelt ben ik ook nog nooit zo bang voor iemand geweest.

"Nee ik dácht dat jij niet zo was. Ik dacht ook dat je echt van me hield, dat je echt bij me wilde zijn en ik dacht dat je echt om het pack gaf. Maar aangezien dat ook allemaal niet zo bleek te zijn... geloof ik helemaal niets meer van wat je nu zegt of eerder hebt verteld." zegt Jace simpel.

Zijn ogen zijn zwart en stralen niets uit. Geen enkele emotie. Niet eens woede. De rest van hem straalt wel wat uit. Woede.

Ik blijf abrupt stil staan en automatisch stopt hij ook. Dan begint hij me weer de trap op te slepen.

Hoe kan hij niets van dat geloofd hebben?! Natuurlijk houd ik van hem. Anders had ik hem wel neergestoken in zijn slaap. Maar even serieus, hij is mijn soulmate, het is onmogelijk om niet van hem te houden.

"Kom op Jace. Je overdrijft. Alsjeblieft, geloof me nou. Ik hou écht van je en wil bij je zijn. En ik geef om het pack. Ik wil mijn familie gewoon nog heel even zien. Of tenminste spreken. Al is het maar voor even. Daarna ben ik helemaal van jou, dan heb ik dat hoofdstuk van mijn leven afgesloten en kan verder. Alsjeblieft." smeek ik.

Jace zegt niets en loopt door de gang. Bij de deur van mijn oude kamer blijft hij staan.

Langzaam opent hij de deur. Hij blijft stil staan in de deuropening.

"J-jace?" stotter ik.

Hoorde hij wel wat ik net heb gezegd?

Ik leg mijn hand op zijn arm. Ruw slaat hij mijn hand weg.

"Nee. Ik wil jou niet meer. Ik kan beter krijgen." snauwt Jace.

Mijn mond zakt open.

Dit is zo'n beetje mijn grootste angst sinds ik hier ben denk ik. Dat ik niet goed genoeg ben, dat Jace me dumpt, een meisje neemt die knapper en dunner is. Makkelijker. Zonder moeilijk trauma.

Iedere keer dat Jace ook maar een beetje het vermoede had dat ik dacht dat ik niet goed genoeg was deed hij alles om me het tegendeel te bewijzen. Hij bleef maar zeggen dat ik alles was wat hij wilde, dat er niemand was die mij zou kunnen vervangen.

The Accident Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu