#17

909 54 3
                                    

Ø Skylar point of view.

Het is moeilijk te geloven, maar we zijn nu anderhalve week verder en we staan op het vliegveld van Sydney. We waren zo ongelofelijk dicht bij Dominic en Leo, we konden beiden niet wachten!

De jongens deden de hele week al vrij raar, ze wilden ons het liefst niet hier hebben aangezien er wat tussen was gekomen. Helaas voor hun, maar de vlucht was al geregeld, net zoals het hotel. Alles was al geregeld en niets kon ons nog tegenhouden. Het deed pijn, aangezien de jongens het liever niet hadden. Op het laatst leken ze wel verloren, alsof ze niet meer wisten wat ze moesten. Avalynne en ik hadden wel verwacht dat ze het leuk zouden vinden, maar blijkbaar vonden ze het idee helemaal niks, ze probeerden ons op verschillende manieren niet naar Australië te krijgen.

‘We zijn in Australië!’ gilde ik en ik gaf Avalynne een omhelzing. In het vliegtuig was ik nogal misselijk, maar nu we toch hier waren, voelde het een stuk beter. Wat voor een avonturen we wel niet konden hebben met de jongens en met onszelf, hoewel de jongens er misschien geen zin in hadden. Het was ook nogal verdacht dat ze ons niet wilden ontmoeten, maar zo’n kans krijg je niet vaak dat je iemand van de andere kant van de wereld mag ontmoeten? Ik bedoel, als de jongens naar Engeland zouden komen, zouden Avalynne en ik ze met open armen verwelkomen.

‘Yes ma’am, we’re in Australia!’ gilde Avalynne in mijn oor. Ik kreunde en trok me direct terug, om mijn hand op mijn oor te leggen. ‘Auw, niet zo dicht bij mijn oor,’ lachte ik en liep naar het naar binnen, om onze bagage op te halen. Ik pakte Avalynne en sleepte haar mee. ‘Ik heb honger,’ gromde ik toen we binnen waren. Ik keek om me heen en zag verschillende tentjes om iets te eten of te drinken.

‘Ja, ik ook, maar laten we eerst onze bagage ophalen,’ grijnsde Avalynne en dit keer trok ze mij mee richting de lopende banden, die overigens niet erg ver waren.

Eenmaal daar spotte ik al snel de rode met witte stippetjes koffer en daar achteraan al ons andere bagage. Eén zwarte sporttas was van Jay. Hij wist van Dominic en hij was er niet blij mee. Hij heeft twee vazen en wat servies kapot gegooid bij hem thuis. Nu was niet alleen Jay boos, maar ook zijn moeder.

Jay was al een agressief persoon die niet tegen geheimen en afwijzingen kon, maar dat zijn vriendin het allebeide achter zijn rug om deed maakte hem woest. In de eerste instantie had hij de eerste paar dagen niet tegen me gepraat, zo koppig als ie was. Hij ontweek me overal en negeerde me totaal. Maar eergisteren, toen we op het punt stonden om te vertrekken, deed hij er alles aan om me in Engeland te houden. Dit keer was ik degene die hem negeerde en ontweek. Het maakte me eerlijk gezegd geen zak meer uit wat hij gaat doen wanneer ik weg ben, zolang hij maar niet aan mij denkt en tegen me gaat praten.

‘Dominic en Leo vinden het niet leuk dat we komen,’ hoorde ik Avalynne mompelen. Ik pruilde mijn onderlip en knikte teleurgesteld. ‘Waarom zijn we hier eigenlijk? Om hun op te zoeken?’ zei ik en werd wat enthousiaster. ‘Néé, we zijn hier om een vakantie vol fun te hebben. Het boeit me eigenlijk weinig wat de jongens wel en niet willen, we komen ze vast wel tegen. Of niet, maar als ze echt om ons gaven, wilden ze ons wel ontmoeten,’ zei ik en een zwakke glimlach verscheen er op mijn gezicht, als was het geen overtuigende.

Avalynne glimlachte wel breed en knikte toen ook. ‘Je hebt gelijk, je speeches zijn altijd de beste. Kom, laten we daarheen gaan,’ zei ze, terwijl ze haar koffers pakte en zich omdraaide, om een eettentje aan te wijzen wat er goed uitzag van de buitenkant. Ik knikte en pakte ook mijn bagage.

We liepen richting het eettentje. Gelukkig spraken ze in Australië ook Engels, dus dat kwam mooi uit. ‘Een tosti met kaas en ketchup,’ zei ik en liet mijn ogen over het menu rollen. ‘En wat jus d’orange,’ voegde ik er snel aan toe. De serveerster knikte en keek naar Avalynne, die ook haar eten en drinken bestelde. Terwijl we wachtten, toverde ik mijn mobiel tevoorschijn en klikte ik op het chat-gesprek van Dominic. Ik had abonnement, dus ik had zo wat overal draadloze internetverbinding.

‘Hii, we’re in Australia! Kunnen we onze Aussies ook nog eens ontmoeten in de komende twee weken? ;)’ stuurde ik naar Dominic. Ik weet dat hij er weinig tot geen zin in had, maar ik kon het toch proberen? Ik zag nu ook dat Avalynne haar mobiel pakte.

‘Wat stuur jij?’ vroeg ze. Ik liet mijn mobiel zien en zij knikte. ‘Dan zal ik ook wel iets naar Leo sturen,’ zei ze en ze begon ook te typen. Ik leunde een beetje voorover zodat ik kon zien wat ze typte.

‘We zijn in Australië en we zijn moe. ;D Dat verdient toch wel een ontmoeting, na een vlucht van bijna 24 uur?’

Ik lachte en trok me weer terug. ‘Je hebt gelijk. We verdienen een ontmoeting met deze twee jongens.’

+        +        +        +        +        +

Ø Calum point of view.

‘Ze komen vandaag aan! Ze komen vandaag aan!’ bleef ik maar herhalen, terwijl ik heen en weer ijsbeerde en wild met mijn handen gebaarde en zwaaide. Zoals je misschien al had gemerkt, kwamen Avalynne en Skylar vandaag in Sydney. We hadden niets met ze afgesproken, aangezien we dat hadden geweigerd. Niet letterlijk geweigerd, meer als hints. Ashton en ik probeerde beide om ze tegen te houden, maar het had weinig effect… Aangezien ze in Sydney waren op dit moment.

‘Rustig! Denk… Denk,’ zei Ashton en liet zich achterover vallen op zijn bed. Momenteel waren we met z’n tweeën bij Ashton thuis. Luke en Michael waren beide thuis. We hadden al een paar dagen vakantie en dachten dat wat tijd apart goed voor ons zou zijn, maar nu de twee meiden kwamen was er niets behalve goed. Ik wilde dolgraag Avalynne knuffelen en met haar kunnen praten zonder dat ze boos zou worden. Ik wist niet hoe ze zouden reageren als ze ons hadden ontdekt, maar wat ik wel wist, was dat ze boo, teleurgesteld en droevig waren.

Maar misschien gingen ze ook wel helemaal uit hun dak, want ze hadden twee leden van 5SOS ontmoet, de band waar ze fan van waren. Dat was eigenlijk wel een voordeel, want als we twee dikke gasten waren van 41, zouden ze nog kwader worden. Zulke dingen zie je vaak in programma’s. Het zijn bijna altijd liegende mensen die niks anders te doen hebben met hun leven.

In principe doen wij dat ook, maar wij hebben wel wat te doen met ons leven. We treden bijna altijd op! Het is moeilijk te geloven dat we ons vervelen, maar waarom denk je anders dat er allemaal nutteloze, maar grappige filmpjes online staan? Juist.

Ashton’s mobiel trilde en niet vlak daarna ook de mijne. ‘Woah, dat zullen de meiden waarschijnlijk zijn,’ mompelde ik. En ja hoor, een berichtje van Avalynne.

‘We zijn in Australië en we zijn moe. ;D Dat verdient toch wel een ontmoeting, na een vlucht van bijna 24 uur?’

Ik maakte mijn wangen bol en liet me op de grond neer zakken, terwijl mijn mobiel op de grond kletterde. ‘Dit is slecht,’ hoorde ik Ashton zeggen. ‘Heel slecht,’ voegde ik er nog aan toen en zette mijn hoofd in mijn handen. Hoe gingen we ons hieruit redden? Dit was een situatie met geen weg terug. We moesten ze ontmoetten, al wilden we dat niet. En volgens mij wist Ashton dat ook.

‘Ashton,’ begon ik en keek op. De krullende Australiër keek ook op, naar mij, met een bezorgde en vragende blik.

‘We moeten ze onder ogen komen. Of we het willen of niet, we moeten ze de waarheid vertellen en dat kan niet anders dan gewoon ergens afspreken. Het is jammer dat ons avontuur met de meiden hier moet eindigen, terwijl ze er nog twee weken zijn. Maar we kunnen ze niet ontwijken en ook niet negeren, want dan beginnen dingen echt verdacht te worden en schakelen ze misschien hulp in. Dit loopt uit de hand, het liep al uit de hand. We moeten het goed maken, het fixen.’

Ik nam diep adem en liet mijn schouders toen ik uitademde zakken. ‘Er zit niks anders op,’ zei ik en grimaste. Hopelijk zouden ze het niet erg vinden. Hopelijk vonden ze het te gek. Hopelijk gingen ze ons omhelzen. Hopelijk renden ze niet weg.

Maar niets van dat was waar. Natuurlijk vonden ze het erg. Natuurlijk vonden ze het niet te gek. Natuurlijk gingen ze ons niet omhelzen. En natuurlijk gingen ze waarschijnlijk wegrennen. We hadden het al verpest en als we ermee doorgingen werd het alleen nog maar erger.

‘Ik ben bang dat je gelijk hebt, mate,’ zei Ashton en hij naam plaats naast mij, op de grond. Ik knikte en legde mijn hoofd weer in mijn handen. Ik wreef over mijn gezicht heen en stond toen op. ‘Zullen we ons dan maar voorbereiden op dit alles wat echt totally messed up is?’ zei ik en trok Ashton omhoog, die net goed zat.

Hij gaf geen antwoord, maar haalde alleen zijn schouders op. Hij had hier dus ook geen zin in. Ik ook niet, maar hij moest beseffen dat we dit moesten doen. ‘Let’s do this bro.’

End Up Here 》Irwin & HoodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu