Hoofdstuk 7

3.1K 126 3
                                    

Paar weken zijn voorbij gegaan Fouad en ik hebben elkaar sindsdien niet meer gezien of gesproken. Het is ook maar beter. Hij haalt het beste en tegerlijkertijd ook het slechtste in me naar boven. En dat is zo verwarrend. Ik heb wel de neiging gehad om hem te bellen. Mijn hart wou wel, maar me hoofd hield me tegen.

Het is nog steeds lekker warm weer in Nederland en dat is toch wel een troost, want ik zou dit jaar sowieso niet naar Marokko gaan. Vandaag ga ik met Maissa en haar twee zussen naar het strand. Over vijf minuten zullen ze komen en ik ben helemaal klaar. Mijj badpak heb ik al aangetrokken en heb daarboven iets lichts aan. No way dat ik alleen in mijn badpak ga zwemmen. Ik durf het niet meer. Maissa aan de andere kant heeft lak aan alles en iedereen. Als het aan haar lag zou ze zelfs naakt gaan zwemmen. Haha die gekkerd. Ik hoor getoeter van de auto en kijk uit het raam. Ja daar zijn ze gelukkig en ik loop de trap af. "Mam, we gaan!" "Is goed lieverd, veel plezier." Hoor ik haar nog zeggen en ik loop de deur uit. "Heey dames. Klaar om te gaan?" "Wij wel." hoor ik Naima zeggen. Naima is een jaar jonger dan Maissa en daarnaast is er ook nog Fatima die weer bijna twee jaar ouder dan Maissa is. Met z'n vieren hebben we altijd de grootste lol gehad. Ik heb zelf geen zussen. Alleen broers, maar die zijn allemaal getrouwd. Dus Maissa, Naima en Fatima zijn zo'n beetje de zussen die ik nooit heb gehad.
"Hey lekkerding, neem jij het stuur over? Fatima hier is een drama achter het stuur. We moeten wel heelhuids aankomen hé?" zegt Maissa lachend. Ik zie Fatima zuur kijken en schiet in de lach. "Haha oke is goed. Move over Faatje en laat de professional aan het werk." Ze steekt haar tong naar me uit en we schieten in de lach.

Aangekomen op het strand, pakken we al onze spullen en zoeken een mooie plekje uit. Het is aardig druk, maar gelukkig niet overvol. Ik zie een geschikte plaatsje en we rennen erop af, voordat iemand anders het gaat inpikken. Net wanneer we onze spullen willen neergooien hoor ik een luide bekende stem. "Hey deze plek is al van ons." Mijn hart lijkt te stoppen als het Fouad blijkt te zijn. Hij kijkt me ook geschrokken aan en we bevinden ons in een rare situatie. Nou mooi is dit. Wil ik genieten van een lekker dagje op het strand. Moet ik hem weer tegenkomen. "Oh Jamila, wat doe je hier?" "Waar is het strand voor? Zwemmen, zonnebaden toch?" Zeg ik arrogant. Ik hoor niks meer van het gekwebbel van de drie meiden. Geschrokken kijken ze ons aan. "Kom we zoeken wel een andere plek." Zeg ik zuchtend. "Nee dat hoeft niet, wij gaan wel weg." "En wie is wij?" vraag ik. "Oh ik ben hier met twee vrienden." "Oh okee." Ik wil weglopen als Fouad me terug roept. "Blijf dan, dit plek is groot genoeg voor ons allemaal." Ik kijk hem lachend aan. "Dat meen je toch niet?" Hij haalt z'n schouders op. "Waarom niet? Maar je moet het zelf weten." Ik zie hem weglopen en kan het niet helpen om naar hem te staren. Zijn gespierde getinte bovenlichaam zet vele meisjes aan het omkijken. Ik zie dat hij zich naar me omdraait en geeft me een glimlach. Ik draai me beschaamt om en richt me op de meiden. Ze kijken me afvragend af. "En wat gaat het worden dames? Blijven we hier of zoeken we een andere plek?" "Laten we hier blijven." Roept Naima. "Kijk om je heen dan, er is nergens nog een goede plek te vinden." "Ja ze heeft gelijk." roept Maissa weer om haar beurt. Ik haal een diepe zucht. Maissa kijkt me aan en neemt me apart. "Hey lieverd, ik weet dat het nog moeilijk voor jou is. Dus als je hier wilt weggaan moet je het gewoon zeggen. We begrijpen het wel." "Nee ben je gek. Haha ik laat dit echt niet door hem verpesten hoor. Nee we blijven mooi hier." En ik geef haar een knipoog. "Okee dan." We lopen terug naar onze plekje en leggen onze badlakens alsvast neer. Ik zie na een paar minuten dat de jongens ook aankomen. Het zijn Yassine en Amir samen met Fouad. "Hey Jamila meid, komen jullie ons gezeldschap houden?" Vraagt Amir. Ik zie haast niks door de zon en zet me handen voor me ogen. "Uhm ja, we hebben geen keus. Dit is de laatste plekje. Dus we moeten het zien te delen." "Nou van ons zul je geen last hebben." Roept Yassine en geeft me een knipoog. Ik knik en ga weer op me rug liggen. Ik kijk links van me en zie dat Naima al in slaap is gevallen onder de zon. Ik schud haar wakker. "Hey gekkie, vergeet niet je zonnecreme op te smeren. Straks verbrand je nog." "Oh ja, echt dom. Bedankt voor de waarschuwing." Zegt ze duf. Ze pakt haar creme uit de tas en vraagt waar Maissa en Fatima zijn. "Oh die zijn het water ingegaan." "En wie zijn dat?" Ze kijkt richting de jongens. "Oh dat zijn Yassine en Amir. Vrienden van Fouad." "Wow mooie jongens hoor." Zegt ze lachend. "Misschien iets voor jou?" Vraag ik. "Haha grapje zeker. Nee ik moet even niks van jongens hebben. Maar Maissa en Fatima zijn jongensgek dus die zullen maar al te blij zijn met deze twee heren." "Haha ja daar heb je gelijk in." Opeens kijkt Naima me serieus aan. "Red je het nog met Fouad hier?" Ik wist dat ze erover zou beginnen. Ik zucht diep en knik alleen maar. "Okee meid, ik vind je echt sterk. Velen zouden een voorbeeld van jou moeten nemen." Ik kijk haar grinnikend aan. Ze zou eens moeten weten. Ik ben alles behalve sterk.

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu