Hoofdstuk 28

1.9K 74 1
                                    

"Jamila, kun je zo naar het vergaderingruimte komen? Ik heb jullie wat te vertellen." "Geen probleem baas. Laat me nog deze laatste gegevens invullen." "Hoevaak heb ik je gezegd om me gewoon Gabriel te noemen?" Ik kijk hem lachend aan. "Maakt niet uit baas." En ik steek me tong naar hem uit. Hij loopt lachend weg. "Niet vergeten over 5 minuten jullie allemaal in het vergaderingruimte." Roept hij nog uit. "Jaa." Zeggen we met z’n allen in koor.

We zijn nu alweer 6 maanden verder sinds we in onze nieuwe woonplaats zijn komen wonen. In het begin heb ik het ongelofelijk moeilijk gehad. Ik miste de bekende mensen om me heen. Volgens mijn moeder zou dat wel overgaan. Als Maissa en haar zussen niet de eerste week bij me waren gebleven, was ik echt door het lint gegaan. Ik haatte alles in onze buurt. Ik haatte de mensen, ik haatte de stad, ik haatte zelfs onze huis en de buren erbij. Maar dat veranderde ongeveer na een maand. Me moeder had uiteindelijk toch gelijk. Het was gewoon een fase die over zou gaan. Nu geniet ik gewoon van deze tijd. Ik heb een nieuwe leuke baan in een grote marketing bedrijf. Allemaal te danken aan me oudste broer die een goede vriend is van me baas Gabriel. Hij had een goed woordje voor me gedaan, maar volgens Gabriel was de grote reden dat hij me aannam vanwege mijn goede kwaliteiten. Ik vond het allemaal best. Deze baan zorgt er gelukkig voor dat ik afleiding heb en hoef ik me dagen niet thuis te slijten. Tussen Fouad en mij is er niks veranderd. Ik heb totaal geen contact meer met hem en heb hem ook niet meer gezien sinds de dag van mijn vertrek. Langzaam maar zeker probeer ik over hem heen te komen. Het is nog moeilijk moet ik zeggen. Hij was me eerste liefde en ik dacht ook gelijk me laatste, maar het lot kan wreed zijn.

"Hey, slaapkop. Gabriel zit weer te zeuren dat we doof zijn." Zegt Jermain terwijl hij zijn notitieboek pakt. "Oh ja, helemaal vergeten. Ik vraag me af wat hij zo nodig te vertellen heeft." Met onze groepje wat uit zes mensen bestaat, lopen we het vergaderingruimte in.
"Zo, fijn dat jullie zijn komen opdagen. Ik wil even kort vertellen over een nieuwe campagne dat we gaan starten." Met z’n allen luisteren we aandachtig. "Ten eerste wil ik even zeggen dat ik erg trots ben op onze clubje. We staan nu op ons hoogst en het leek ons de tijd om eens wat voor het goede doel te doen. Wat onze goede doel gaat worden, dat bepalen we op een latere tijdstip. Maar deze campagne houd dus in dat we samen gaan werken met een andere marketingbedrijf. Dat wilt dus ook zeggen dat deze groepje dat jullie zo gewend zijn, voor een paar weken verdubbeld zal worden." "Moeten we nou perse met een andere bedrijf samen werken? Notebene onze concurrenten nog wel." Roept Paul in de groep. "We moeten ook leren om samen te werken met onze concurrenten. En dit keer gaan we niet met elkaar in concurrentie, maar we werken samen om een goede doel te steunen." Zegt Gabriel. "Ja oke, je hebt gelijk." "Oke dat is dan gezegd. Zijn er nog vragen? Ik wil graag jullie meningen horen." Ik steek me hand op. "Ja Jamila." "Uhm ik vind het wel een leuk idee. Het is natuurlijk weer eens wat anders. Maar ik vroeg me af wanneer de samenwerking van start zal gaan." "Nou ze zullen deze week al komen." We kijken elkaar allemaal aan. "Nou, nou. Wat een zure gezichten allemaal. Is het te snel?" vraagt hij. "Nee dat niet, maar het is zo onverwachts." Zeg ik weer op mijn beurt. "Hoe sneller we beginnen, hoe eerder het afgelopen is." Roept Jermain. We beginnen met z’n allen door elkaar te praten. "Oke mensen, ga weer aan het werk." Roept Gabriel er tussendoor.

Wanneer het weer tijd is om naar huis te gaan loop ik vermoeid naar de uitgang. "Hey Jamila." Ik draai me om en zie Fadoua aan komen rennen. "Kun je me misschien een liftje naar centraal station geven?" "Natuurlijk schatje. Wat is er met je auto gebeurd?" "Die staat in de garage. Ik had het aan me broer uitgeleend. Dat was echt een grote fout." "Haha, oke kom laten we snel gaan. Ze volgt me naar me auto en onderweg praten we over van alles. "Hey is wel een leuk idee vindt je niet?" vraagt ze. "Bedoel je die nieuwe campagne?" "Ja, ik vond het steeds saaier worden en dit zorgt er weer voor dat ik zin krijg." "Haha, ja je hebt gelijk. Ik hoop maar dat de mensen met wie we zullen samen werken, leuke mensen zullen zijn. Want we zitten echt weken met ze opgescheept." "Ja, dat hoop ik ook man. Anders word het lekker ziekmelden." Zegt ze lachend. Ik zet haar uiteindelijk af en we nemen afscheid. Ik rij op me gemakje naar huis en plof neer op de bank. "Zo, en hoe was werk?" vraagt me moeder. "Mwah, weer hetzelfde. Oh maar we starten een nieuwe campagne op om het goede doel te steunen." "Oh leuk." "Mja, ik weet nog niet. We zullen wel zien." "Het eten staat al klaar lieverd." "Shokran mama." Ik loop gelijk naar de keuken en schep een bord rijst op. Na het eten was ik af en loop vermoeid naar boven om mijn kleding te veranderen. Daarna verricht ik me gebed en besluit om Maissa te bellen. Na een uurtje gezellig te hebben gekletst, besluit ik om vroeg het bed in te gaan.

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu