Hoofdstuk 47

1.8K 72 4
                                    

Nu zit ik in me kamer en ik wil het liefst alleen gelaten worden. Ik loop naar de sta7 (balkon) en staar naar de felle zon die weerkaatst op het water. Zo'n mooi gezicht, maar het geeft me geen geruste gevoel, want ik zit nog steeds te piekeren over mijn beslissing. Waarom heb ik ja gezegd? Het was alleen maar om mijn vader een plezier te doen. Dit wil ik helemaal niet. Mijn moeder is nou beneden met me tante iedereen aan het bellen en hun op de hoogte te stellen van een aankomende verloving. Ik voel me lijkbleek worden. Ik weet nog toen ik verloofd was met Fouad. God wat was ik gelukkig. Ik voelde me zo geliefd. Hij was gewoon de perfecte man voor mij, totdat hij mijn hart keer op keer brak. Nu is de vraag, hoe moet ik dit aan hem vertellen? Hoe vertel ik de man die zegt dat hij van me houdt, dat ik ga trouwen met een ander? Ya rabbi, waarom is dit zo moeilijk? Ik hoor mijn telefoon ineens afgaan en schrik op. Zoals ik had verwacht is het Fouad en ik neem met een grote schuldgevoel op. "Hey lieverd." Zegt hij vrolijk. "Oh hey Fouad." "Wat is er aan de hand lieverd? Je klinkt zo afwezig." "Oh niks, ben gewoon moe." "Oke, ben je veilig aangekomen?" "Ja dat wel, maar ik werd wel eerst lastiggevallen door een zwerver." "Wat? Hoe is dat gebeurd? Ben je gewond?" "Nee, nee. Ik heb niks. Me vader kwam net op tijd en die zwerver is snel weggerent." "Oh alhamdoulillah, maar je bent dus zeker niet gewond of iets in die weg?" "Nee, dat niet." "Oke, en hou je het nog vol?" "Ja het gaat wel. Ben gisteren gelijk naar Hamza’s graf geweest." "Oh lieverd, waarom heb je me niet gebeld? Dan had je niet alleen gehoeven." "Ik was niet alleen." Ik zwijg even. Moet ik hem vertellen dat mijn toekomstige ook was meegegaan? "Me vader was mee en nog iemand." "Oh en wie dan?" "Een kennis ofzo." Zeg ik gehaast. Ik hoop maar dat hij de zenuwen in mijn stem niet kan horen. "Oke, ik wil je zien." "Uhm, ik weet niet of het nu echt uitkomt." "Alsjeblieft, voor maar heel even. Ik wil je alleen maar even zien." Ik hoor iemand de trap op komen. "Oke oke, ik moet gaan." "Oke, kom over een uurtje naar de markt." "Oke, ik zie je zo In sha Allah." En ik hang gelijk op. Ik staar naar de beelscherm. "Ahum, Jamila?" Ik kijk verschrikt op en zie Redouane bij de deur staan. Snel fatsoeneer ik mezelf. "Uhm ja, wat is er?" "Ik vroeg me af of je misschien zin hebt om met mij en je vader ergens te gaan eten." "Oh oke is goed." Ik denk ineens weer na dat ik over een uur met Fouad heb afgesproken. "Oh nee, sorry. Ik realiseer me net dat ik niet kan." Zeg ik vlug. "Waarom niet?" vraagt hij nieuwsgierig. "Uhm, omdat ik even in me eentje door de stad wil lopen." "Oh, maar ik kan dan toch wel met je mee?" "Nee, uhm dank je. Maar ga liever alleen. Moet even een paar dingen op een rijtje zetten." "Oke, je hebt gelijk." Hij geeft me een vriendelijke glimlach en loopt me kamer uit. Ik val neer met me rug op me bed en staar naar het plafond. Pff, hoe dingen zo snel gaan zeg. De ene moment zit ik te rauwen om mijn broer en de andere moment ben ik verloofd. En dat terwijl ik niet zelf me aanstaande heb gekozen. Nooit maar ook echt nooit heb ik me voorgenomen om te trouwen met iemand die me ouders voor me zouden uitkiezen. Maar ik kan het hun eigenlijk niet kwalijk nemen. Ze kijken naar mij en zien een ongelukkige dochter en welke ouder wilt dat nou bij zijn kind zien? Ik zucht weer diep en bedenk me dat ik moet gaan haasten. Oef Fouad, hoe ga ik dit je ooit vertellen? Hoe zal hij reageren? Hoe kan ik me leven voorstellen zonder hem? Weer die oneindige vragen, waar ik maar geen antwoord op kan krijgen. Ik kijk naar de tijd en zie dat ik nog drie kwartier heb. Ik moet me echt haasten. Snel trek ik iets gemakkelijks aan en pak een sjaaltje en sla die om me hoofd. Met me tas in me hand loop ik de deur uit zonder nog te melden dat ik weg ben. Wanneer ik buiten sta, herinner ik het me pas, maar heb geen zin meer om terug te gaan en loop gewoon door. Ik besluit om te gaan lopen, want het is niet al te ver.

Daar aangekomen, zie ik dat het behoorlijk druk is. Overal zie je kinderen rondrennen. Een klein jongentje met de meeste prachtige ogen bots tegen mij op en legt zijn armen om me twee benen heen. "Mama." Roept hij met een grote glimlach. Ik pak hem op en hou hem in me armen. "Hey lieverd, ik ben je mama niet." Hij begint ineens hard te huilen en ik probeer hem te sussen. Ik kijk overal rond me heen in de hoop dat zijn moeder misschien in de buurt is, maar dat lijkt een moeilijke opgaven te zijn. "Hey hoe heet jij?" "Mohammed en hoe heet jij?." Zegt hij snikkend en probeert een glimlach op zijn schattige gezichtje te toveren. "Wat een mooie naam Mohammed. Ik heet Jamila." Zijn gezichtje begint me verbijsterd aan te kijken. "Mijn moeder heet ook Jamila." Zegt hij lachend. "Oh echt, kom laten we je moeder dan maar zoeken." Ik leg hem weer neer en hou zijn hand vast. Samen lopen we hand in hand door de drukke markt. Opeens zie ik Fouad bij een kraampje staan. We lopen er naartoe en hij kijkt verbaasd op wanneer hij Mohammed me hand ziet vasthouden. "Hey lieverd." Hij plaatst een kusje op me voorhoofd. "Wie is deze kleintje?" Vraagt hij terwijl hij naar Mohammed bukt. "Ik weet alleen zijn naam en die van zijn moeder. We waren samen opzoek in de hoop dat we haar zouden vinden." Hij tilt Mohammed ineens op en ik kijk toe hoe goed hij met hem overweg kan. Mohammed pakt zijn zonnebril af en zet het bij zichzelf op. Opeens komt een oud vrouwtje naar ons toe. "Ma sha Allah, wat een prachtige kind hebben jullie." Zegt ze en loopt weer verder. Fouad en ik kijken elkaar aan en ik voel me hoofd echt rood worden.

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu