Hoofdstuk 8

3.1K 121 0
                                    

Maissa en Fatima komen aanrennen en stoppen wanneer ze Amir en Yassine zien zitten. Binnen een paar minuten hebben ze al kennis gemaakt en voordat ik het weet gaan ze met z'n vieren het water in. Naima en ik kijken hun lachend aan terwijl ze een watergevecht met elkaar houden. Ik schud mijn hoofd. "Volgens mij was dat een nieuwe record." Zegt Naima lachend. "Ja he. Ze blijven me maar verbazen." We praten nog wat verder en na een tijdje vraag ik me af waar Fouad is. Terwijl ik nog altijd op mijn veilige plekje zit, zoeken mijn ogen naar hem. Opeens zie ik hem staan praten met een groepje meiden die duidelijk geinteresseerd in hem zijn. Jaloezie welt in me op als ik zie dat hij het erg gezellig met hun heeft. Wanneer hij merkt dat ik hem aankijk, richt ik me blik gelijk weer op Naima en probeer een gesprekje met haar te beginnen. Maar Naima kijkt me raar aan als ze hoort wat voor onzin uit me mond komt. Ik denk terug aan wat ik zei en we schieten beide in de lach. Fouad heeft me zo gek gemaakt, dat ik wartaal begin te praten. Ik kan het niet helpen en kijk hun richting weer op, maar ik zie Fouad en die meiden nergens meer. Ik kijk overal maar er is niks meer van hun te bekennen. Opeens komt Fouad uit het niets naast ons zitten. Als hij mijn geschrokken gezicht ziet begint hij te lachen. "Sorry ik wou je niet laten schrikken." "Uhm nee maakt niet uit." zeg ik met een rode hoofd. Naima kijkt me flauwtjes aan en ik kijk haar met rollende ogen aan. "Uuh mensen ik ga ijsjes halen. Wie moet ook?" vraagt Naima. "Nee ik hoef niks." zeggen Fouad en ik in koor. We kijken elkaar aan en schieten in de lach. Naima schud haar hoofd en loopt weg.

Er breekt een dodelijke stilte en ik voel me niet op me gemak. Ik zie vanuit me ooghoek dat Fouad wat in het zand tekent en ik zit wat aan mijn haar te friemen. De stilte tussen ons maakt me gek en net wanneer ik iets wil zeggen, komen Maissa, Fatima, Yassine en Amir zeiknat tussen ons in zitten. Van de stilte is niks meer van over en het heeft plaats gemaakt voor een hoop luid gepraat en gelach. Ik kijk Fouad aan en zie dat hij strak voor zich uit kijkt. Ik vraag me af wat er in zijn hoofd omgaat. Langzaam gaan me ogen naar zijn strakke borstkast en ik volg de weg naar zijn gespierde buikje en ga weer verder naar zijn brede armen, die mij altijd stevig vast hielden. Ik betrap mezelf op té lang staren en Fouad krijgt het in de gaten. Hij knipoogt naar me en ik kijk met een rode hoofd weg. Naima komt terug met haar ijsje. "Hey waarom heb je niks voor ons gehaald?" Roept Maissa boos. "Jullie waren er niet. Ga het lekker zelf halen luilak." En met z'n vieren rennen ze weer weg. Wanneer ze terug komen, hebben ze hun ijsjes alweer half op. Fatima kijkt me met een schuine hoofd aan. Ze rent snel naar het water en komt met een kleine bakje terug. Ik kijk haar met grote ogen aan en voordat ik me ergens kan schuilen gooit ze het bakje met water over me heen. Ik gil het uit. "Waarom deed je dat a gek!" "Ik zag dat je nog niet nat was." zegt ze lachend. Ik sta boos op en ga achter haar aanrennen. Opeens hoor ik weer geschreeuw en dit keer is Naima nat gespoten. Haha meskiena, gelukkig ben ik niet de enige slachtoffer. Ik zie dat Yassine en Amir, Naima bij haar armen en benen vastpakken en gooien haar het water in. Ik kijk Fatima met grote ogen aan en schud me hoofd. "Waag het eens! Wollah je krijgt spijt." Zeg ik lachend. Ze kijkt lachend achter mij en voordat ik mezelf kon omdraaien voel ik twee sterke handen die me bij me bovenarmen vastpakken. Ik kijk naar boven en zie Fouad grinikken. Fatima schreeuwt het uit en pakt me gelijk bij me benen vast en voordat ik mezelf kan losmaken, lig ik alweer in het water. Ik gil het uit, want het water is echt koud. Ik kijk op en zie Fatima en Fouad helemaal in een deuk liggen. Ik kijk hun kwaad aan en probeer op te staan, maar glij uit en beland weer in het water. Dit maal liggen ze zowat door het zand te rollen van't lachen. Ik die had voorgenomen om niet het water in te gaan lig nu ook te lachen. Ach ja. Je moet niet alles zo serieus nemen.

Fatima komt het water in rennen en spuit alles mijn richting op. Voordat ik het weet belanden we met z'n allen weer in een watergevecht. Naima springt op mij en duwt me een kopje onder. Ik pak om mijn beurt haar weer bij d'r hoofd en duw haar naar beneden. Iedereen is lekker gek aan het doen. Ik besluit om een rondje te zwemmen en ga wat verder het water in. Ik heb niet in de gaten dat Fouad me aan het achtervolgen is, totdat ik me omdraai en kijk hem geschrokken aan. "Ik kom je even gezeldschap houden als je het niet erg vindt." "Uhm nee natuurlijk niet." Zeg ik stotterend en ga wat rond zwemmen. "Alles goed verder." Zegt hij weer na een tijdje. "Ja goed hoor." En geef hem een gemaakte glimlach. Ik voel opeens zijn handen onder water langs mijn benen glijden en krijg kippenvel. Uit gevoel van angst ga ik wat verder van hem vandaan zwemmen. Ik voel opeens dat de stroming wat heviger word en begin zachtjes in paniek te raken. Mijn grote angst is verdrinken en iedereen die mij kent weet dat ook. Ik wil terugzwemmen, maar voel dat het water me steeds meer verder naar achteren trekt. Ik kijk bang om me heen en probeer wild met me armen te peddelen, maar het water is té sterk. Nu begin ik pas echt in paniek te raken en begin om hulp te roepen. Gelijk voel ik twee sterke handen om mijn middel en Fouad trekt me weer naar de veilige plek. "Gaat het lieverd?" Vraagt hij ongerust. Ik knik en voel alles bibberen. "Oh meisje toch. Je trilt helemaal." Hij legt zijn armen om me heen en voor even voelt alles goed. Ik voel me compleet veilig en heb het gevoel dat ik weer alles aankan. Totdat ik me realiseer dat ik niet goed bezig ben en duw hem van me af. Hij kijkt me lief aan en streelt over me wangen. "Geen zorgen. Je bent nu veilig. Kom laten we naar de anderen gaan." Ik zie dat hij weer terug wilt zwemmen, maar ik hou hem tegen. "Fouad, wacht even." Hij kijkt me vragend aan. "Ja?" "Uhm dankjewel voor wat je daarnet deed. Ik dacht echt dat ik ging verdrinken." Zeg ik nu met tranen die in me ogen prikken. Ik bijt op me lip om de tranen tegen te houden, maar het is télaat en ik laat me gaan. "Ach lieverd." Hij komt gelijk naar me toe gezwemt en omhelst me. Deze keer laat ik hem niet los, maar druk hem nog dichter tegen me aan. Alsof ik bang ben hem weer te verliezen. Maar ik ben hem toch al kwijt? Klinkt het in me hoofd. Ik negeer die vervelende stemmetje en blijf in Fouad's armen rusten. Ik voel hoe hij met zijn hand over me hoofd streelt en hij plaatst zijn lippen op mijn voorhoofd en drukt er een zachte kus op. Ik voel alles warm worden van binnen, hoewel het water nog best koud is. "Kom we gaan terug." Zegt hij zachtjes. Ik knik en samen zwemmen we terug naar de anderen. Maissa kijkt me geschrokken aan. "Lieverd, je ziet zo bleek ineens. Is alles goed?" "Ja het gaat wel." En ik kijk Fouad aan die me een knipoog geeft. Weer voel ik me hoofd rood worden en draai mijn gezicht van hem weg. Oef ik begin weer gek op hem te worden ben ik bang.

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu