Hoofdstuk 59

1.6K 66 1
                                    

Ik kan het wel uitgillen van geluk. Nog steeds beweegt hij een beetje met zijn vinger. Daarna volgt een tweede vinger. Opeens maakt hij een vuist met de ene hand, terwijl de andere in het gips ligt. Ik blijf hem verschrikt aankijken. "Fouad, doe je ogen open alsjeblieft." Ik buig dichter naar hem toe en streel met me vingers in zijn haren. "Kom op schatje. Kom bij me terug." Fluister ik in z'n oor. Ik zie dat hij nog steeds een vuist met zijn hand maakt en zijn ademhaling gaat van normaal naar sneller. Opeens doet hij zijn ogen met moeite open en kijkt dan recht voor zich uit. Ik zet gelijk een grote glimlach op en kan wel janken. Hij begint zijn kaken te spannen en sluit zijn ogen met harde kracht. Ik kijk hem verschrikt aan. "Wat is er Fouad?" Hij zegt niks en blijft zijn kaken spannen, alsof hij in hevige pijn is. Dan moet ik opeens denken aan wat de dokter me had verteld. Dat hij in pijn zou zijn door de verwondingen. "Aaah!" Schreeuwt hij en spant weer zijn kaken. Van de schrik roep ik er snel iemand bij en voordat ik het weet komt de dokter al binnen. "Hij heeft pijn, kunt u er iets tegen doen?" Smeek ik hem. "Dit hoort erbij, maar ik kan hem wel pijnstillers geven die hij zal moeten slikken." "Maar hij heeft net z'n ogen voor het eerst open gedaan. Hoe wilt u hem in Godsnaam een pil laten slikken als hij in zo'n hevige pijn verkeerd?" Hij schuift zijn bril een stukje naar voren. "Stel hem gerust. Ik zal wat pijnstillers halen." Zegt hij en loopt dan de deur uit. Verbaasd kijk ik hem na, maar loop gelijk weer terug naar Fouad, die nu met zijn ene hand aan de matraslaken trekt. Meskien, je kunt echt zien dat hij met grote pijn zit. "Fouad, probeer je te kalmeren. De dokter zal je wat pijnstillers geven oke?" Terwijl ik dat zeg kijkt hij me met pijn in z'n ogen aan. De dokter komt binnen met een glas water die hij me overhandigd. "Moet ik het aan hem geven?" Vraag ik. "Ja als je wilt." Zonder iets te zeggen neem ik het van hem over en de dokter loopt de deur uit.

Voorzicht pak ik de achterkant van Fouad's hoofd en trek hem een beetje naar boven zodat hij wat makkelijker kan drinken. Hij doet zijn mond voorzichtig open en ik leg de pil op zijn tong die hij gelijk doorslikt. "Je moet ook water bij drinken lieverd." Ik hef het glas omhoog en giet het voorzichtig in zijn mond. Hij drinkt het gulzig op, alsof hij jarenlang geen water heeft gehad. Daarna rust hij zijn hoofd weer op de kussen en staart alleen naar het plafond. Ik kan me ogen niet van hem afhouden, net als een moeder dat haar kind niet uit het oog wilt verliezen. Bang dat hem dan iets ergs zal overkomen. Dan kijkt hij me aan en glimlacht met moeite. Me hart warmt spontaan op en ik kan alleen maar terug glimlachen. "Alles goed?" Vraag ik fluisterend. Hij knikt voorzichtig zonder iets te zeggen. "Ik heb je zo gemist." Zeg ik met een bibberende stem en vochtige ogen. Hij blijft me maar aankijken zonder iets te zeggen. De dokter komt na een tijdje weer binnen. "Heeft hij het geslikt?" Vraagt hij. "Ja, ik heb het net gegeven." "Mooi zo, nu ga ik even kijken hoe hij reageert op felle licht." Hij pakt een kleine lampje en kijkt in zijn ogen. Fouad begint gelijk te knipperen en probeert de andere kant op te kijken, maar de dokter pakt hem bij zijn kin en dwingt hem het licht in te kijken. "Oke, zijn pupillen reageren normaal." "Wat betekend dat?" Hij kijkt me lachend aan. "Mevrouw, u hoeft zich geen zorgen te maken. Hij zal weer helemaal genezen." Ik trek de dokter aan de kant naar me toe, zodat Fouad ons niet hoeft te horen. "Dokter, ik heb het gevoel dat u me niet alles verteld." Hij kijkt me serieus aan. "Dat klopt. Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen, maar er is een kans dat hij misschien niet kan lopen." Deze woorden komen als een klap aan en ik grijp naar mijn hart. "Nee, dat kan niet waar zijn."

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu