Ik lig verslagen in me bed. Tranen heb ik niet meer over en Nancy lijkt alleen nog me enige vriendin te zijn.
Law kan da hob ya waili mino
W law kan da zanbi matoub aano
Law kan naseebi aaeesh fey gerah
Hayaeesh fey gerahIk heb dat liedje zovaak herhaalt en nog steeds krijg ik het niet over me hart om het uit te zetten. Ik voel zo'n leegte van binnen. Alsof het geen zin meer heeft om te leven. Ik schrik van me eigen gedachten, maar het is de waarheid. Ik zou mezelf alleen maar nog gekker maken door het te ontkennen. Er word op de deur geklopt. Ik spring op en hoop dat Fouad achter de deur staat en me gaat vertellen dat alles weer goed komt. Maar het is me moeder. "Kom je eten lieverd?" "Ja ik kom eraan." En met tegenzin loop ik de trap af en zie dat het eten al voor me is opgeschept. Weer is het alleen me moeder en ik aan tafel. Me vader is zoals altijd weg. Waarheen kan me niet meer schelen. Ik eet langzaam me eten op en voel me moeders ogen op me geprikt. Ik kijk haar aan en zie dat ze naar me hand staart. "Waar is je ring gebleven?" vraagt ze. Ik leg me vork neer en kijk naar me kale hand. Het idee dat het echt voorbij is breekt me hart weer opnieuw. Ik begin in tranen uit te barsten. Me moeder schrikt op en komt naast me zitten en legt haar armen om me heen. Na een tijdje laat ze me los en ik begin het verhaal te vertellen. Ik heb besloten om haar alles te vertellen. Het is me moeder en daarnaast is ze zowat de enige persoon die me echt begrijpt. Nadat ik me verhaal heb gedaan, blijft ze me geschockt aankijken. "Ach lieverd. Het spijt me dat je dit hebt moeten meemaken." Ik kijk haar snikkend aan en rust weer in haar armen. "Zal ik Maissa voor je bellen? Je kunt wel wat afleiding gebruiken." "Ja is goed."
"Heey schatje!" roept Maissa terwijl ze op me af komt rennen. De tranen beginnen vanzelf weer te komen en ik vlieg in haar armen. "Sst, het spijt me schatje. Hij weet niet wat hij heeft weggegooit." "Ik ben hem kwijt!" roep ik huilend. "Sst, het komt goed." We blijven een tijdje op me kamer zitten en naarmate tijd begin ik me een stukje beter te voelen. Als ik Maissa niet had, zou ik echt gek worden. "Genoeg gehuild. Laten we even wat frisse lucht halen." zegt ze. Ik kijk haar zielig aan. "Maar wat als we hem tegenkomen?" vraag ik. "Die kans is er ja, maar je laat je eigen toch niet voor eeuwig opsluiten, alleen omdat je bang bent hem tegen te komen?" "Ja je hebt gelijk." zeg ik zuchtend. "Kom op, we gaan op zoek naar een nieuwe partner voor je." Ik kijk haar lachend aan. "Doe niet zo gek Maissa." "Ik maak maar een geintje gekkie." Ik steek me tong naar haar uit en al lachend lopen we naar buiten.
"Laten we de stad ingaan." roept ze na een tijdje. "Alleen als je me trakteert, want ik heb geen geld bij me." "Geen probleem, dat heb je wel verdiend." ze geeft me een grote knuffel. "Oh Maissa, ik houd zoveel van jou." zeg ik snikkend. "Ik ook van jou zusje." En we lopen richting mijn auto.
Eenmaal in de stad aangekomen, lopen we arm in arm door de straten en ik zie in de verte een bekende gezicht. "Hey Maissa, ik heb je toch verteld over die jongen?" "Uhm ja Achraf was het toch?" "Ja, daar is hij?" "Waar, waar?" en ze kijkt nieuwsgierig door het rond. Ik wijs zijn richting op. "Daar." "Wooh, wat een lekkerding zeg." roept ze zo hard dat mensen naar ons omkijken. "Sst, kijk al die mensen gek. Waarom schreeuw je altijd zo hard dat iedereen moet meeluisteren?" "Haha, kan er niks aan doen. Kijk dan naar hem. Wajoow Jamila, je trekt altijd de mooiste jongens naar je toe. Wat is je geheim?" Roept ze lachend. Ik lach om mijn beurt weer hard. "Je bent gek. Kom laten we doorlopen, en veeg die kwijlspoor weg." We lopen door en ik hoop dat hij ons niet in de gaten krijgt, maar dan draait hij zich naar me om en kijkt me recht aan. Hij geeft me een glimlach en steekt ze hand naar boven alsof hij naar me wilt zwaaien, maar ik loop snel met Maissa aan me zijde door. "Hij zwaait naar je gek! Zwaai terug of laat me op z'n minst kennis met hem maken." "Haha, je spoort echt niet." Ze kijkt naar achteren. "Wejoo hij komt achter ons aan. Ga, ga en stel me aan hem voor." Ik draai me om en zie dat hij inderdaad achter ons aan komt. "Hey." Roept hij. "Hey." "Jamila was het toch?" "Uhm ja. Achraf was je naam?" "Ja klopt, ben blij dat je het onthouden hebt." Ik voel dat Maissa in me zij knijpt. Ik geef een kleine gil. Achraf kijkt ons vreemd aan. "Uhm Achraf, dit is me nichtje Maissa, Maissa dit is Achraf. Hij is hier net komen wonen." Ik zie hoe ze elkaar een hand geven en met z'n drieeen lopen we een stukje door. Maissa en Achraf beginnen een hele gesprek en ik voel me een derde wiel. Vind hun wel een lief koppeltje, mocht het ooit iets worden. Ik krijg in de gaten dat Maissa hem echt leuk vindt. Achraf vraagt of er een leuke openlucht caffeetje is waar we kunnen drinken. Ik vind een geschikte plaats en met z'n drieeen bestellen we een glaasje fris. "Jamila, ik hoop dat alles weer goed is. Je ziet er wel beter uit dan vanmiddag." Zegt hij ineens. "Uhm ja, alles is goed hoor." lieg ik "Mooi zo." en hij geeft me een knipoog. Meteen springt Fouad in me gedachten. De manier hoe Achraf beweegt en zichzelf presenteert, doet me denken aan Fouad. Oeff zet hem uit je gedachtes Jamila!
Ik zit ver in gedachten, dat ik niet door heb dat Achraf tegen me praat. Ik schrik op als ik zijn hand langs me gezicht zie gaan. "Aarde aan Jamila." zegt hij lachend. "Oh sorry, was even in gedachten. Wat wou je zeggen?" "Ik vroeg me af of we dit nog een keer kunnen herhalen, zo met z'n drieeen bedoel ik." Ik kijk hem aan en dan naar Maissa die met haar hoofd op en neer gaat in de hoop dat ik ja zeg. Ik probeer me lach in te houden en knik naar Achraf. "Betekend dat een ja?" vraagt hij. "Ja is goed, waarom niet." "Ben daar blij om. Echt waar. Het was echt gezellig dames, maar ik moet er helaas vandoor. Morgen zelfde tijd weer hier?" Ik kijk weer Maissa aan. Ze staat op. "Ja we zullen er zijn." Zegt ze. "Mooi zo, tot dan. Beslama." "Beslama." Zeggen Maissa en ik in koor. Wanneer Achraf uit zicht is kijk ik Maissa met grote ogen aan. "Dit is gestoord! Waarom hebben we zojuist afgesproken met een wildvreemde jongen?" "Hij is niet wildvreemd. We hebben toch kennisgemaakt? Dat maakt hem dan een bekende." "Probeer je weer eens bijdehand te doen he?" Ze kijkt me met een pruillip aan, wat moeilijk te weerstaan is. "Maissa ga jij maar, ik kan dit niet aan. Dit voelt niet goed." "Nee ga met me mee, na een tijdje mag je wel een smoesje verzinnnen om weg te gaan. Maar je moet eerst met me mee." Ik kijk haar hoofdschuddend aan. "Okee, omdat jij het bent." Ze geeft me een grote knuffel en we lopen arm in arm weer terug naar de auto.
JE LEEST
Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)
RomanceDit is een waargebeurd verhaal, maar het gaat niet over mij, over een meisje dat haar hart wilt luchten en ze vond het een goed plan om het op WattPad te zetten, dus help ik haar daarbij. De namen heb ik wel veranderd!