Hoofdstuk 60

2K 64 0
                                    

Deze woorden komen als een klap aan en ik grijp naar mijn hart. "Nee, dat kan niet waar zijn." Ik kijk Fouad gelijk aan die ons niet begrijpend weer aankijkt. "Mevrouw, de kans dat hij weer kan lopen is er wel, maar we hebben geen schatting van hoe groot. Hij zal waarschijnlijk, zodra de pijnstillers zijn uitgewerkt, geen gevoel meer in zijn benen krijgen. Daardoor zal hij in shock raken. Probeer hem zoveel mogelijk te kalmeren en gerust te stellen. Ik geloof, als hij er voor vecht, dat hij weer gaat lopen. Dus u taak is om te zorgen dat hij het ook wilt. Dat hij het vooral niet opgeeft." Ik blijf de dokter knikkend aankijken. "Oke dokter, wat u maar wilt. Alles zolang hij weer kan lopen." "Mooi zo, ik moet weer gaan. Er wacht een andere patiente op me." En hij loopt meteen de deur weer uit.

Ik blijf geshockeerd staan en staar naar de gesloten deur. "Jamila?" Hoor ik Fouad opeens zeggen. Ik draai me in een ruk om en loop gelijk naar hem toe. "Je praat eindelijk." Zeg ik hees. Hij wrijft met zijn ene hand door zijn gezicht. "Hoe kom ik hier? Wat is er gebeurd?" "Weet je dat niet meer?" "Nee anders zou ik het niet vragen." Zegt hij lachend. Ik ben blij dat hij nog kan lachen na alles. Ik vlieg om zijn nek en druk hem stevig tegen me aan. Hij kust voorzichtig mijn nek en kijkt me dan met zijn liefdevolle blik aan. "Ik heb je zo gemist. Ik dacht dat je dood zou gaan." Zeg ik huilend. "Sst, ik ben hier nog schatje. Ik ga je niet verlaten.’ Ik druk hem weer stevig tegen me aan. ‘Oef Fouad, maak me nooit meer zo bang oke?" Hij streelt over me wang. "Beloofd." Zegt hij met een knipoog en drukt een kus op me voorhoofd. "Maar je hebt me vraag nog niet beantwoord. Waarom lig ik hier? En wat is er met me arm en been gebeurd?" Ik bijt op mijn onderlip en weet niet hoe ik hem dit moet vertellen. Hij kijkt me nog steeds vragend aan. "Uhm, ken je Redouane nog?" Hij kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan. Opeens veranderd zijn gezichtsuitdrukking in minder positief. "Jouw verloofde ze3ma." Zegt hij met een vies gezicht. "Mijn ex-verloofde om precies te zijn." Hij kijkt verbaasd op. "Heb je het toch verbroken?" Vraagt hij met hoop in zijn ogen. "Ja, hij veranderde in een beest en na wat hij jou heeft aangedaan, wil ik zijn rotkop nooit meer zien." "Ho, ho. Wacht eens even. Hoezo veranderde hij in een beest en wat heeft hij me aangedaan? Ik had hem neergeslagen in die schuur weet je nog?" "Je herinnert het je vast niet meer, maar Redouane is de reden dat je nu hier ligt." Hij kijkt me verbaasd aan. Ik zucht diep en vertel hem alles van begin tot eind. Hoe hij onze huis binnen kwam en totaal was veranderd. Hoe hij me had geklapt en me voor hoer had uitgemaakt waar me familie erbij stond. Toen ik hem dat vertelde keek hij me met grote ogen aan die zinden op wraak. Ik vertelde hem ook hoe hij in elkaar was geslagen door 3 nog onbekende heren en waarschijnlijk was Redouane 1 van hun.

Opeens begint Fouad zijn ogen heel groot op te zetten en grijpt naar zijn hoofd. "Wat is er lieverd? Heb je hoofdpijn?" Hij blijft in de zelfde houding zitten. "Die knuppel.."? Zegt hij fluisterend. "Ik weet nog de eerste keer dat die flikker me raakte." Hij kijkt naar zijn been. "Dus daarom lig ik in het gips. Die klootzak heeft me been gewoon gebroken. En ook nog eens me arm!" "Was het Redouane die je zag?" Hij grijpt weer naar zijn hoofd. "Ik weet niet zeker. De gezichten zijn nog vaag. Ik voel alleen die verschrikkelijke pijn nog." "Het komt goed. Hij zal wel boeten voor zijn daden." Sus ik hem toe. "Boeten? Zodra ik hieruit ben zorg ik persoonlijk voor dat hij ook in het ziekenhuis komt te liggen!" Zegt hij zelfverzekerd. "Fouad, hou je hoofd erbij. Hij is het niet waard. Je moet eerst zorgen dat jij weer gezond wordt." Ik besluit maar om niks meer te zeggen.

Opeens grijpt hij naar zijn been. "Aaah, dit doet verdomd veel pijn!" Schreeuwt hij. Ik kijk verbaasd op. "Heb je gevoel in je benen?" Hij kijkt me niet begrijpend aan. "Natuurlijk! Je ziet toch dat ik in pijn ben? Aaah! Haal de dokter Jamila!" Ik ren gelijk naar de dokter en vind hem bij zijn andere patiente. Hij vraagt zijn patiente of hij even alleen kan blijven en wanneer hij daarin toestemt, volgt de dokter me gelijk naar Fouad's kamer. "Hij heeft gevoel zeg je?" "Ja, hij zag net te schreeuwen van de pijn." "Merkwaardig." We komen de kamer binnen en ik zie dat Fouad nog steeds zit te kreunen van de pijn. Meskien, ik vind het verschrikkelijk om hem zo te zien. Ik besluit om de dokter wat ruimte te geven en blijf bij de deur staan. De dokter draait zich op een geven moment naar me om en kijkt me tevreden aan. "De wonderen zijn de wereld nog niet uit." Zegt hij lachend. "Hoezo? Is alles weer in orde met hem?" "Ja, alles wijst er naar uit dat hij weer gewoon zal lopen. Ik zeg het je, je hebt daar een sterke man zitten. Ik heb dit nog nooit gezien. Volgens onze berekeningen zou het hem veel moeite hebben gekost om weer te kunnen lopen, maar hij heeft gewoon gelijk weer gevoel in zijn benen." "Zou het misschien kunnen dat jullie berekeningen verkeerd waren?" Hij begint ineens hardop te lachen. "Mevrouw, dat is mogelijk, maar die kans is weer klein. Maar goed, het belangrijkste is dat zodra het gips eruit is weer kan lopen. Alleen zal hij moeten wennen." "Daar zal ik hem ook bij helpen, maakt u zich geen zorgen." Hij kijkt me weer tevreden aan. "Ik wens u al het beste." Ik knik verlegen en staar naar de grond. "Ik heb hem weer wat pijnstillers gegeven. U bent hier al lang, misschien is het beste dat u even naar huis gaat en hem laat rusten." "Oke, ik ga zo." "Nog een fijne dag." En hij loopt de deur uit. Ik loop voorzichtig naar Fouad die weer naar het plafond staart. "Wat was dat net?" Vraagt hij. "Niks. Hij was alleen zeer positief over jou. Zorg jij nou maar dat je snel geneest, zodat we je hier uit kunnen krijgen en terug kunnen gaan naar Nederland." "Je gaat toch niet weg nu?" "Jawel lieverd. Je hebt je slaap nodig." "Nee ik heb jou nodig." Zegt hij met een liefdevolle blik in zijn ogen. Ik kus hem op zijn wang. "Ik houd van jou, dat is een feit. Maar ik heb niks aan je als je jezelf niet goed verzorgd." Hij begint ineens te grinniken en drukt zijn lippen snel op de mijne. Ik voel me gezicht rood worden en kijk beschaamd weg. "Heb ik je al eens verteld hoe schattig je bent wanneer je bloost?" Ik schud lachend me hoofd. "Heb ik je al gezegd hoe blij ik ben dat je weer wakker bent?" "Nee maar je kunt het me wel laten zien." Hij wilt me weer zoenen, maar ik leg me vinger op zijn lippen. "Jij moet nodig slapen." Hij kijkt me met een pruillip aan. "Ai ai madame." Hij gaat voorzichtig weer onder de dekens liggen en ik blijf nog een tijdje bij hem, totdat hij in slaap valt. Daarna plaats ik voorzichtig een kus op zijn voorhoofd en loop dan de deur uit.

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu