Hoofdstuk 16

2.3K 82 3
                                    

We herstellen onszelf weer en kijken de dokter aan die ons op zijn beurt ook aankijkt. Hij schuift zijn bril een stukje naar voren. "Hm hoelang is ze al wakker?" Vraagt hij aan Fouad. "Uh nog maar een paar minuten." Ik kijk de dokter afwachtend aan. "Dokter, waarom lig ik hier in de eerste plaats?" vraag ik. "Nou, je bent hier binnen gebracht en het zag er niet goed uit. Je had een kleine scheur in je dunne darm, waardoor er een ontsteking was ontstaan. Iets wat we niet vaak tegenkomen." Ik kijk hem met grote ogen aan. "Je hebt geluk dat je nog leeft jonge dame." Ik buig mijn hoofd naar beneden en dank Allah dat ik nog leef. "Hoelang lig ik hier?" "Dit is je 9de dag. We hadden eerlijk gezegd gedacht dat je in coma zou raken. Wat ook bijna gebeurde, want je hart stond ook bijna stil. Nogmaals, je hebt echt geluk." zegt hij met een knipoog. Ik geloof mijn oren bijna niet. Ik een hartstilstand? Nou ja bijna dan, maar dat maakt de shock niet minder erg. De dokter keert zich naar Fouad en vraagt of hij de kamer even wilt verlaten.

Na wat onderzoeken te hebben gedaan, heeft de dokter besloten dat ik nog een week in het ziekenhuis moet blijven. Ik probeer te regelen met hem dat ik eerder weg mag, maar hij staat erop dat ik een week lang in deze bed blijf liggen. Mijn vader was nog langsgekomen met mijn moeder. Ik was erg blij en hoopte dat we hierdoor misschien closer zouden worden, maar nog steeds kreeg ik het gevoel dat het hem niet veel kon schelen. Hij zei niet veel, maar dankte Allah dat ik nog leefde. Ik wou hem zo graag omhelsen, maar hij bleef steeds op afstand staan. Ik kon wel janken. Waarom geeft me vader me het gevoel dat ik niet zijn dochter ben? Want zo voel ik me langzamerhand niet meer. Het lijkt alsof ik geen vader meer heb, maar een lappe pop dat enkele woorden tegen me zegt en mij dan weer buitensluit.

De week gaat snel voorbij en Fouad is elke dag langsgekomen met grote bos bloemen, integenstelling tot mijn vader die niks van zich liet horen die week. Fouad en ik hebben dingen nog niet echt uitgepraat, omdat we nooit de kans ervoor kregen, maar daar komt spoedig verandering in Insha Allah. Ik ben helemaal klaar om te vertrekken, maar voel me nog steeds een beetje zwakjes. Ik heb ook uiteindelijk opgebiecht dat ik al wekenlang mezelf aan het verhongeren was, maar gelukkig is mijn eetgewoonte veranderd. Met de hulp van me moeder natuurlijk, die elke dag met wat lekkers binnen kwam lopen. Ik loop voorzichtig naar de deur en zie me moeder en Fouad al staan. Ze houden me ieder aan beide kanten van me arm vast en zo lopen we het ziekenhuis uit.

Thuis aangekomen laat ik mezelf op de bank neerploffen. "Waar is papa?" vraag ik aan me moeder. "Die is bij de buren." zegt ze. "Weet hij wel dat ik vandaag weer thuis ben?" "Ja dat weet hij, maar hij zal zo vast wel komen." Ik zwijg even. "Uhm mam, weet jij waarom vader zo afstandelijk doet?" Ze kijkt me verward aan. "Hoe bedoel je afstandelijk?" "Niks, laat zitten. Ik ben gewoon moe." zeg ik snel. "Ga maar even in je bed liggen lieverd. Ik kom straks thee voor je brengen." "Shokran mama." Ik geef haar een kus en loop op me gemakje naar me kamer. Ik kijk rond en voel me ineens kiplekker. Ik gooi de gordijnen ver open en de zonnestralen begroeten me vriendelijk. Automatisch verschijnt er een glimlach op me gezicht. "Jamila, kijk even in je bureau la. Daar liggen beterschapskaarten van wat mensen." roept ze van beneden. "Oke." roep ik terug. Ik loop verbaasd naar me bureau en open het laadje. Ik zie een hoop kaartjes liggen en vraag me af wie nog aan me gedacht heeft sinds ik zoveel van mijn vriendinnen uit me leven heb verbannen. Ik zie verschillende namen staan. Maissa, Naima en Fatima die me een grote kaart hebben gestuurd. Ze konden helaas niet langskomen, omdat ze met de gezin in Frankrijk waren voor een paar weken. Ze hebben me al wel gebeld toen ik nog in het ziekenhuis lag. Ik open hun kaartje en het blijkt er eentje met geluid te zijn. Ik schiet hard in de lach. Echt typisch hun. Ik kijk wat verder en tot mijn grote schrik kom ik een kaartje van Yasmina tegen. Stomverbaasd lees ik wat ze te melden heeft.

Je denkt vast, waarom stuurt zij me een kaartje?
Maar ik heb gehoord van je situatie en ook al zijn we
geen vriendinnen meer, toch hoop ik dat je snel beter
wordt.

xxx Yasmina

Woedend scheur ik het kaartje in stukken en gooi het in de prullenbak. Het lef dat ze heeft om nog contact met mij te zoeken. Ze3ma medelijden tonen. Daar trap ik echt niet in. Ik voel zo'n woede opkomen, maar besef dat ze het niet eens waard is en schud het gelijk van me af. Ik neem een diepe zucht en laat mezelf op mijn bed vallen. Opeens voel ik dat ik nog me ring aanheb en staar ernaar. De diamanten schitteren nog mooier nu de zon erop schijnt. Ik moet gelijk aan Fouad denken en vraag me af of het tussen ons ooit weer hetzelfde zal zijn.

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu