Hoofdstuk 25

2.1K 66 4
                                    

Ik sta nog steeds achter het muurtje hun elke beweging te volgen. Ze praten en lachen wat. Ik weet niet wat het is, maar je ziet de vergelijking tussen de twee nu goed. Misschien zijn ze familie. Ik word gelijk uit me gedachte gehaald, wanneer ik zie dat ze afscheid nemen en Fouad mijn richting op loopt. Ik schrik me rot en ren zo snel als ik kan naar me werkplaats en ga achter de balie staan. Snel pak ik wat papierwerk en doe net of ik druk bezig ben. Hij zou toch niet hier binnen komen? "Ahum." hoor ik opeens. Ik kijk op en daar staat hij dan. In volle glorie, bij de ingang. Ik blijf hem zwijgend aankijken en zie hoe hij langzaam mijn richting op loopt. "Kan ik je even spreken?" vraagt hij. Ik richt mijn blik op het papierwerk. "Ik heb het een beetje druk." lieg ik. Mijn baas komt ineens binnen lopen en groet Fouad vriendelijk. "Help je de klant niet Jamila?" Ik kijk me baas aan en dan Fouad die een grijns op zijn gezicht heeft. "Ja Jamila, de klant is toch koning?" zegt hij flauwtjes. "Waarmee kan ik u helpen?" vraag ik op een arrogante manier. "Nou ik zoek een nette mannenpak." Hij loopt naar een rek dat vlakbij de ingang staat. Natuurlijk doet ie dat expres, zodat hij zijn zegje kan doen. En nu ben ik gedwongen als verkoper om hem te volgen. Ik zie dat mijn baas tevreden naar achteren loopt. Fouad ziet dat en grijpt z'n kans. "Jamila, loop even naar buiten." "Ben je gek ofzo? Ik kan de winkel niet verlaten." "Nee alleen vlakbij de ingang. Alsjeblieft." Ik heb hem nooit iets kunnen weigeren en nu ook weer niet. Ik zucht en volg hem naar buiten. "Nou begin maar." vraag ik ongeinteresseerd, terwijl ik in werkelijkheid bijna in zweet uitbreek. Hij streelt zachtjes met zijn vinger over me wang. Die aanraking alleen al zorgt ervoor dat al mijn haren op me armen recht overeind staan. "Jamila, ik heb er lang over na zitten denken en ik wil je niet kw.." Voordat hij zijn zin kan afmaken worden we verstoord door een luidruchtige Achraf. "Heey zina." roept hij vrolijk. "Jij ook hier neefje?" zegt hij terwijl hij Fouad aankijkt. Ze zijn dus toch familie. "Hey ik gaf jou per ongeluk mijn oude nummer. Hier heb je me nieuwe." En weer voordat ik erop kan reageren duwt hij een nieuwe papier in me handen. "Nogmaals, ik vond het heel gezellig vandaag en wel bellen he?" Ik kijk hem zonder enige emotie aan. "Ik spreek je laters neefje." En hij loopt weg. Ik kijk met trillende handen naar het papiertje wat Achraf me zojuist gaf en durf Fouad niet aan te kijken. "Je blijft me verbazen Jamila." Ik kijk hem verdrietig aan. Ik wil wat zeggen, maar hij legt zijn duim op me lippen. "Het lijkt me beter als je niks zegt. Je hebt het tenminste in de familie gehouden." En hij loopt van me weg. "Fouad kom terug!" Schreeuw ik hem na. De tranen springen in mijn ogen. Voor even vergeet ik alles om me heen en ren naar hem toe. Ik pak hem bij zijn armen en draai hem mijn kant op. "Je, je wou wat zeggen, voordat we werden verstoord." zeg ik stotterend. "Gelukkig dat we werden verstoord. Dan hoefde ik mezelf niet zo voorschut te zetten." Ik kijk hem hoofdschuddend aan. "Je wou zeggen dat je me niet kwijt wou he?" Hij kijkt me zwijgend aan. "Zeg het dan verdomme!" schreeuw ik. "Wat heeft het nog voor zin Jamila? Je bent duidelijk doorgegaan met je leven. Het word tijd dat ik dat ook doe."

Zijn woorden raken me hard en wanneer hij weer wegloopt, wil ik hem achterna rennen, maar me benen lijken vastgelijmt aan de grond. Ik voel me lichaam verzwakken en me hart breek voor de zoveelste keer. Waarom ik? Waarom moet dit mij overkomen? Waarom kan ik nooit echt gelukkig zijn? Al die vragen spoken door mijn hoofd en de antwoorden lijken niet te komen. Verslagen loop ik terug naar binnen en zie dat me baas me vreemd aankijkt. "Waar hing je uit?" "Nergens." zeg ik snikkend. Hij schrikt en loopt naar me toe. "Wat is er Jamila? Waarom huil je?" Ik veeg snel mijn tranen weg. "Ik voel me niet zo goed." "Als dat zo is dan wil ik dat je nu naar huis gaat en terug komt wanneer je je wel goed voelt." Ik kijk hem knikkend aan. "Bedankt." Hij kijkt me medelijdend aan. "Maak je geen zorgen meid, wordt snel beter." Ik pak me spullen en neem afscheid.

Thuis aangekomen ren ik zoals altijd weer naar mijn kamer en laat mezelf op me bed vallen. Me hoofd voelt zwaar aan en ik heb het gevoel dat ik moet overgeven, maar probeer het in te houden. Ik loop voorzichtig naar beneden en schenk een glaasje water in. Ik drink het gulzig op en loop vermoeid naar boven. Me telefoon gaat af en ik sprint ernaar toe. Het is een onbekende nummer. Hmm, het is Fouad zeker niet. "Hallo?" "Heey!" hoor ik iemand vrolijk aan de andere lijn zeggen. "Wie is dit?" "Nou jaa, ben je me nu alweer vergeten?" "Laila?" "Ja gekkie!" "Oh mijn God ben jij dat?" Laila was me beste vriendin van middelbare school. Ze is van Somalische afkomst en echt een mooi meisje om te zien. Samen met Maissa waren we net de drie musketiers. Altijd bij elkaar en altijd gek doen. Het was de beste tijd van me leven, totdat ze opeens ging verhuizen naar Engeland en we conctact verloorden. "Hoe is het met mijn Marokkaanse schoonheid?" roept ze vrolijk. "Haha, mwah gaat wel. Maar hoe kom je aan me nummer?" "Je weet niet hoelang ik heb zitten zoeken man." "Haha, ik ben zo blij om jou te horen wollah." Ik voel de tranen in me ogen prikken en probeer me brok weg te slikken. "Wat is er meissie? Ik hoor aan je dat er iets mis is." Ik kijk geschrokken op, maar Laila is ook altijd iemand geweest waar ik nooit mijn gevoelens voor kon verbergen. Ookal gaf ik haar een grote glimlach, ze wist altijd wanneer er iets mis was. Ik zucht diep. "Ik zit gewoon in een moeilijk tijd. That's it." "Oh maar daar kom ik wel verandering in maken." zegt ze lachend. "Hoezo? Kom je naar Nederland?" "Ik ben er al gekkie. Ik zit hier al een week bij familie en ik moet jou gewoon zien." "Ik jou ook. Wanneer kom je?" "Ik pak morgen de trein. Haal me op centraal station op en neem Maissa ook mee." "Ja is goed. Dat zeker." "Hoe is het trouwens met die gekke nicht van jou? Ik heb jullie beide zoveel gemist." "Gaat wel goed. Wij jou ook man. Al die gekke acties van ons. Ik mis die oude tijd." "Same here baby." zegt ze met een Britse accent. "Haha, je kunt echt horen dat je in Engeland woont." "Haha, ach ja. Ik mis Nederland ontzettend. Het is hier niet hetzelfde zonder jullie." En zo blijven we dik een uur doorpraten en halen oude herinneringen op. En voor even spookt Fouad niet door me gedachte en laat ik al me zorgen achter me.

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu