Hoofdstuk 24

2.2K 71 0
                                    

Volgende ochtend word ik weer vroeg wakker. Het is weer tijd om te werken helaas. En zoals voorspelt, is Fouad weer de eerste die in me gedachte komt. Zuchtend gooi ik de gordijnen open en de zon begroet me vrolijk. Ik sla me handen voor me ogen en loop gapend naar beneden. Ik zie dat me ouders alweer terug zijn, want hun jassen hangen weer aan de kapstok. Ik schenk een glaasje water in en denk weer aan hoe ik mezelf zo voorschut had gezet gisteravond. Stiekem begin ik om me eigen domheid te lachen. Ik loop weer naar boven en begin de rituele wassing te doen en verricht ik gelijk het gebed. Daarna kijk ik in me kledingkast en besluit om me hoofddoek op een andere manier aan te doen. Een beetje mixen met twee kleuren, wat je vaak bij andere Marokkaanse meisjes ziet. Vond het altijd zo leuk staan. Ik kijk naar de klok en zie dat ik nog genoeg tijd heb. Gelukkig, dat komt goed uit. Kan ik even kijken of het me uberhaubt wel staat. Vandaag ga ik in lichtblauw en wit. Na 10 minuten te hebben geworsteld met twee sjaaltjes, kijk ik tevreden in de spiegel. Wow, je hebt jezelf weer overtroffen Jamila. Ik strijk met me handen over me witte rok en trek me lichtblauw ballerina's aan die ik gisteren met Maissa heb gekocht. Ik pak me tas en loop naar me auto. Wanneer ik achter het stuur zit blijf ik nog leunen tegen de auto bank. Pff wat mis ik Fouad zeg. Ik heb hem een paar dagen niet gezien, maar het lijkt alweer een eenuwigheid. Ik start me auto op en zet alvast me Nancy Ajram cd aan. Automatisch gaan ik weer naar het nummer 'Enta Eih' en de tranen beginnen weer te komen. Tfoe, wat doe ik mezelf toch aan? Me baas moet me zo echt niet zien. Ik veeg voorzichtig me tranen weg, zodat mijn mascara niet uitloopt. Ik parkeer me auto en loop op me gemakje naar de winkel, waar me baas zoals altijd weer achter zijn computer zit. Hij groet hem en leg me spullen weer achter. "Jamila, wil je even komen?" vraagt hij. Ik loop naar hem toe en vraag wat er is. "Jamila, je moeder had me gebelt. En ze wou niet dat ik je dit zou vertellen, maar ze is erg ongerust over jou en vroeg mij om jou geen late uren te laten draaien. Dus als je je niet goed voelt, moet je het gewoon zeggen." Ik kijk hem verbaasd aan. "Oh nee, ik voel me prima hoor." zeg ik met een neppe glimlach. "Weet je het zeker? Ik kan nog altijd Angela roepen van achteren om je te helpen." "Nee dat is niet nodig. Ik kan het wel aan." "Oke, daar ben ik blij om." En hij richt zijn blik weer op de computerscherm. Hmm vreemd dat me moeder me baas heeft gebeld. Volgens mij heeft ze hem hiervoor nooit gesproken. Maar goed, wat maakt het ook uit. Ik vind het wel jammer dat me moeder nog zo ongerust over me is. Maar dat kan ik haar natuurlijk niet kwalijk nemen, na alles wat er is gebeurd.

Het is weer tijd voor me lunchpauze en ik pak me tas en loop de stad in. Ik besluit ook gelijk om Maissa te bellen om haar te vragen hoe haar zogenaamde date met Achraf verliep. Het gaat over en ze neemt gelukkig op. "Heey zinaaa." roep ik vrolijk. "Oh hey." zegt ze eentonig. Ik hoor verdriet in haar stem. "Schatje, is er iets mis? Hoe was het gisteren met Achraf?" Vraag ik. Ze zwijgt even. "Het was een ramp." Zegt ze uiteindelijk. "Hoezo? Wat is er gebeurd lieverd?" "Hij vroeg, nadat jij wegging of ik hem jouw nummer wou geven. Hij vindt je een leuk meisje en wilt je beter leren kennen." zegt ze verdrietig. Ik weet niet wat ik hoor. Dit had ik echt niet zien aankomen. Ik slik me brok weg. "Het spijt me lieverd. Wat heb je tegen hem gezegd?" "Dat hij het zelf aan jou moet vragen. Tfoe Jamila, ik begon hem echt leuk te vinden." "Ik weet het lieverd. Vergeet die sukkel. Ik laat een jongen echt niet tussen ons in komen." "Je hebt gelijk." zegt ze zuchtend. "Ik houd nog teveel van Fouad en me hart doet ongeloofelijk pijn. Het laatste waar ik op wacht is een nieuwe man in me leven." "Ja natuurlijk. Dat begrijp ik." "En wat betreft mijn nummer. Die kan hij mooi vergeten." Ik hoor haar gelukkig weer lachen. "Gaat het lieverd?" vraag ik. "Ja, nu wel. Wat ben je aan het doen?" "Ik ga nu pauze houden." "Zal ik naar je toe komen?" "Ja graag, als je niks te doen hebt." "Het is vakantie, heb standaard niks te doen gekkie." "Haha ja, maar sommige van ons moeten nog werken helaas. Maar ik ben in de stad, je weet wel daar om de hoek van Febo." "Ja is goed, ik kom er zo aan."

Ik ga ergens zitten, terwijl ik op Maissa wacht. Maar na 10 minuten is ze nog niet gearriveerd. Hmm das vreemd. Normaal gesproken is ze hier binnen een paar minuten, want ze woont niet zo ver van het centrum. Ik sta op en loop alvast een straat over, terwijl ik haar probeer te bellen. Het gaat over, maar word niet opgenomen. Ik kijk naar de beeldscherm en let even niet op mijn omgeving. Opeens hoor ik getoeter. Ik kijk verschrikt op en zie een auto me tegemoet komen. Me lichaam verstijft zich en ik kan me niet bewegen. Opeens word ik weggetrokken door iemand. Ik val naar achteren en beland op de grond. Van de schrik blijf ik liggen en kijk weer in die prachtige donkere ogen. Het is Achraf en hij strekt zijn hand naar me uit. Hijgend pak ik zijn hand vast en hij trekt me naar zich toe. Onze gezichten staan nu gevaarlijk dichtbij elkaar. Ik blijf in zijn ogen verdwalen. "Gaat het?" fluisterd hij. Ik trek me van hem los en blijf verschrikt om me heen kijken. Allerlei gezichten kijken me aan en ik loop verward langs hun heen. Ik hoor Achraf me roepen. Ik draai me naar hem om. "Dankje, dankjewel." zeg ik stotterend. "Je hebt me leven gered." Hij kijkt me lachend aan. "Ik ben je eeuwig dankbaar." Ineens komt hij op me af en geeft me een knuffel. Nog altijd verward knuffel ik hem terug. "Ik weet hoe je me kunt bedanken." fluisterd hij in me oor. Ik laat hem los en kijk hem vreemd aan. "Hoe?" "Wat ben je nu aan het doen?" vraagt hij. Voordat ik antwoord kan geven, gaat me telefoon af. Het is Maissa. "Hey lieverd, ik moet helaas afzeggen. Naima heeft me nodig voor iets." "Het geeft niet." "Gaat het?" "Ja hoezo?" "Nee je klinkt wat afwezig." "Nee het gaat wel." lieg ik. "Okee, spreek je gauw. Beslama" "Beslama." Ik hang op en kijk Achraf aan. "Sorry wat vroeg je?" "Ik vroeg wat je nu aan het doen bent?" "Oh, ik zit in me pauze." "Oke, mag ik je gezeldschap houden?" Ik kijk hem zwijgend aan en denk terug aan wat Maissa me had verteld. Tfoe, dit komt niet goed uit. Ik moet snel iets verzinnen. "Uhm, ik moet eigenlijk zo weer terug dus weet niet of het nog echt zin heeft." "Maakt niet uit. Hoelang heb je dan nog?" Oeff, hij geeft niet op. "Uhm." Hij kijkt me ineens heel zielig aan, waardoor ik in de lach schiet. Ik zucht heel diep. "Oke, jij je zin. Wat wil je gaan doen?" Zijn zielige uitdrukking veranderd en hij kijkt me met een grote glimlach aan. Gelijk springt Fouad in me gedachten. Oeff ik moet afleiding zoeken. "Ik heb net een leuke tentje gezien, waar we kunnen lunchen." "Oke, lead the way mister." Hij pakt ineens me hand vast, maar ik ruk het gelijk los. Hij kijkt me aan en snapt dat ik dat liever niet heb. Ik loop achter hem aan en wanneer we daar aankomen, zie ik dat het inderdaad een leuke tentje is. Ik liep hier altijd voorbij, maar ben er nooit echt binnen geweest. We besluiten om buiten te gaan zitten en bestellen wat te eten.

Verbazingwekkend vliegt de tijd snel voorbij. Ik had het niet verwacht, maar het was erg gezellig met hem. Ik heb ontzettend veel gelachen en voor even kon ik al me zorgen achter me laten. We staan op en hij loopt mee naar mijn werkplaats. We staan een paar meter van de deur af. "Dus je werkt hier?" "Ja, best chique he?" "Ja echt, jullie verkopen ook pakken zie ik." "Ja, van alles. Ook galajurken." "Toevallig heb ik een nieuwe pak nodig. Ik heb een bruiloft over twee weken. Me neef gaat trouwen." "Oh leuk. Nou je weet dan waar je moet zijn voor een mooie outfit." Hij geeft me ineens een blik, waardoor ik beschaamt wegkijk. Hij begint ineens te lachen. "Misschien lijkt het je leuk om met me mee te gaan." "Uhm, ik ken die mensen niet. Het lijkt me geen goed idee." "Nee, maar je kunt je nichtje meenemen ofzo. Wie je maar wilt." "Hmm, ik weet niet. Laat me daar over denken oke? Ik laat je het nog wel weten." "Oke, maar daarvoor heb ik je me nummer nodig." Voordat ik erop kan reageren duwt hij een briefje in me handen. Ik maak het open en zie zijn 06-nummer erin staan. Hij kijkt me lachend aan. "Uhm okee, nou het was erg gezellig en bedankt voor je gezeldschap." zeg ik menend. "Ik vond het ook gezellig zina." Hij geeft me ineens een kus op me wang. Verschrikt kijk ik hem aan. "We moeten het zeker nog een keer overdoen." En hij loopt weg. Ik plaats mijn hand op de plek waar hij me zojuist heeft gekust. Ik zie dat hij wegloopt en kan het niet helpen om hem na te kijken. Hij draait zich naar me om en geeft me een knipoog. Tfoe, ik voel me betrapt en net wanneer ik me wil omdraaien, zie ik tot mijn grote schrik Fouad. Ik verstop me snel achter een muurtje en kijk hem stiekem aan. Oeff, hij ziet er prachtig uit. Ik krijg een nog grotere shock als ik zie dat hij Achraf begroet en hem omhelst. Me ogen worden groot en ik blijf hun aankijken. Ik zie dat ze een gesprek beginnen. Oh nee, ze kennen elkaar. Dit is niet goed. Dit is helemaal niet goed!

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu