Hoofdstuk 36

2.1K 76 0
                                    

Een paar minuten later ben ik het zat om steeds medelijden met mezelf te hebben. Net wanneer ik probeer op te staan, voel ik mijn hoofd draaien. Ik heb het gevoel dat ik elk moment kan flauwvallen. Alle energie lijkt van mijn lichaam te worden weggezogen. Opeens hoor ik de deurbel gaan. Met moeite loop ik richting de voordeur en zie twee gedaantes staan. Duizeligheid neemt zijn tol. Ik doe de deur open en voel me benen verslappen. Net voordat ik door me benen zak word ik op tijd gepakt door Fouad. Hij tilt me vermoeide lichaam zonder moeite op en brengt me naar de woonkamer waar hij me voorzichtig op de bank legt. Zijn hand streelt hij langs me rug tot aan me heupen. Zo voorzichtig en teder. De plekken waar hij me heeft aangeraakt beginnen te gloeien. Met me hand op me hoofd probeer ik weer recht te zitten. Me hart begint volle toeren te slaan wanneer ik recht in Fouad's verdrietige ogen kijk. Ik zou zweren dat ik nog iemand zag. Laat het alsjeblieft niet Samia zijn. Gelukkig is het Fadoua die de woonkamer binnen komt met een grote bos rozen. Wanneer we elkaar zien verschijnt er automatisch een grote glimlach op onze gezichten. Met moeite probeer ik op te staan, maar Fadoua is me al voor en omhelst me stevig terwijl ik nog zit. "Oh wat heb ik je gemist." ze geeft me zoveel kusjes op me gezicht, dat ik in de lach schiet. "Waarom nam je de telefoon niet op? Weet je wel hoevaak ik je heb proberen te bellen?" Ik kijk haar beschaamd aan. "Ik had tijd voor mezelf nodig." zeg ik fluisterend en probeer ze beide niet aan te kijken. Ik voel Fadoua's hand over mijn rug strelen en ze legt haar hoofd voorzichtig op mijn schouders. "Meskiena, Allah ya rahmoe. Het spijt me zo erg." zegt ze verdrietig. Ze laat een traan vallen die ik gelijk wegveeg. Automatisch beginnen de tranen ook over mijn wangen te rollen. Ze omhelst mij stevig en ik blijf in haar armen huilen. "Komt goed In sha Allah. Je bent een sterke meisje, hoor je me? Ik houd zoveel van jou." fluisterd ze liefdevol in me oren, terwijl de tranen nog steeds vloeien. Ik kijk haar met rode ogen aan. "Ik houd ook van jou Fadoua, echt waar. Je bent meer voor me dan alleen een vriendin." Samen blijven we huilen in elkaars armen, totdat ik me realiseer dat Fouad nog steeds in de kamer is. Hij staat nog steeds op dezelfde plek als toen en kijkt ons met betranen ogen aan. Snel veegt hij een opkomende traantje weg in de hoop dat ik het niet zie. "Uhm, zal ik maar even wat thee zetten?" vraagt hij vlug. We knikken beide en ik zie dat hij richting de keuken loopt. "Wat doet hij hier?" fluister ik gelijk naar Fadoua. "Ik was al van plan om hier bij je langs te komen en hij hoorde me dat zeggen tijdens een gesprek met Brahim. Steeds bleef hij vragen of hij mee mocht, want hij wist je adres niet. Na veel gezeur gaf ik hem eindelijk zijn zin, maar lieverd ik was helemaal niet van plan om hem mee te nemen. Ik weet dat het moeilijk voor je is en dat je nog niet over hem heen bent, maar hij wilt er alleen voor je zijn in deze moeilijke periode." Ik kijk van haar weg en probeer te analyseren wat ze me zojuist heeft verteld. "Geef hem die kans." fluisterd ze. Ik kijk haar verdrietig aan. Snel drukt ze een dikke kus op me wang en Fouad komt alweer de kamer inlopen met een dienblad waarop 3 glazen thee staan. Hij legt het voorzichtig op tafel neer en neemt plaats op de andere bank, schuin naast ons. Hij begint zenuwachtig te worden, want ik zie dat hij met zijn vingers speelt. Dat doet hij altijd wanneer hij zenuwachtig is of zich niet op z'n gemak voelt. Hij kijkt me treurig aan en ik blijf hem ook aankijken. Ze hebben niet in de gaten dat ik warm van binnen begin te worden. Puur om het feit dat hij zo dichtbij zit. Ik richt mijn blik op zijn volle lippen. Oh wat zou ik die graag weer willen proeven. Ik schrik van me gedachte en begin van mezelf te walgen. Me broer is net overleden en ik denk aan dit?! Saffi dit moet ophouden, wat ben ik voor een slechte persoon? Wat doet de shaytaan in mij? Ik begin nog meer van mezelf te walgen, maar dat laat ik niet aan de buitenkant zien. Nee, want net zoals alle andere emoties die ik heb, verberg ik voor de rest van de wereld. Het enige wat ik kan laten zien zijn me tranen. Die kunnen een eigen verhaal vertellen.

Ik kijk van hem weg en pak voorzichtig mijn glas thee op en neem een kleine slok. De hele tijd voel ik zijn ogen op me gericht en die gevoelens kloppen. Beschaamd kijkt hij snel weg wanneer hij merkt dat ik het in de gaten heb. Ik denk weer terug aan mijn droom of beter gezegd nachtmerrie van vandaag. Dat voorspelde al niks goeds. Misschien is het ook een teken dat ik echt door moet gaan zonder hem. Maar hoe kan ik dat doen als hij telkens weer in me leven stapt? Fadoua's telefoon gaat ineens af en ik word gelijk uit me gedachtes gehaald. "Ja yemma, maar ik kan nu niet komen." hoor ik haar zeggen. "Ik weet dat ik het beloofd heb, maar Jamila heeft mij nod.." Ik laat haar niet uitpraten en pak snel de telefoon van haar af. "Salaam met Jamila. Fadoua komt er gelijk aan, maakt u maar geen zorgen. Ja het gaat shokran geltie. Ja ik zal dat tegen me moeder zeggen." En ik leg haar telefoon neer. Fadoua kijkt mij met grote ogen aan. "Waarom zeg je dat? Ik wil bij je blijven." Ik leg haar het zwijgen op. "Als je je moeder iets beloofd, moet je het nakomen." "Maar.." "Niks maar, ga ik red me wel." Ze kijkt mij verdrietig aan en geeft mij een grote knuffel. Ik neem haar warme knuffel van harte aan en druk me lippen op haar wangen. "Ik kom morgen bij je langs." fluisterd ze in me oor. Ik knik voorzichtig. "Veel sterkte lieverd en neem die telefoon op als ik bel. Ik ben er altijd voor je. Wanneer je me ook maar nodig hebt, gewoon bellen en ik kom er meteen aan." Die woorden raken me hart. Wat heb ik toch een geluk met haar als vriendin. Ik geef haar nog snel een knuffel en ze loopt de deur uit. Ik staar nog steeds naar de deur waar Fadoua uit is gelopen en besef nog niet dat ze mij zojuist met Fouad heeft achtergelaten. "Jamila." zegt hij hees. Ik schrik en kijk hem aan. Terwijl ik niet probeer te antwoorden sta ik vermoeid op. Nu staat hij ook op en legt zijn glas thee neer. "Jamila, loop alsjeblieft niet weg." Ik draai me om naar hem en probeer mijn tranen in te houden. Wat houd ik zo van deze man, maar we zijn gedoemd te mislukken. Hij begint akelig dichtbij te komen en ik voel zijn warme ademhaling in me gezicht. Voorzichtig streelt hij met zijn vinger langs me wang en dan over me onderlip. Ik voel weer alles gloeien. Me lippen beginnen droog aan te voelen en maak het voorzichtig met me tong nat. Zonder dat ik het in de gaten heb, lik ik perongeluk langs zijn vinger die nog steeds over mijn onderlip wrijft. We kijken elkaar aan en je voelt het genot.

Ik besef in welke situatie ik in beland ben geraakt en zet een stap achteruit. Nee, ik ben te zwak op dit moment. Ik laat hem mij niet misbruiken en me verwarde gevoelens geven. Opeens voel ik me weer vies, want ik realiseer me ineens dat ik zonder hoofddoek en mouwen voor hem sta. Ik voel me naakt en leg me armen om me heen. "Jamila, laat me je steunen." zegt hij hees. Ik schud me hoofd. "Nee ik heb jou niet nodig." zeg ik rustig. Hij zet een stap naar mijn kant op en automatisch zet ik gelijk weer een stap naar achteren. "Waar ben je bang voor?" Ik kijk hem aan. "Nergens." fluister ik weer. "Doe iets, zeg iets. Voor mijn part gooi je iets tegen me aan. Maar zwijg alsjeblieft niet. Laat je emoties voor een keer gaan." Ik kijk hem arrogant aan. "Sinds wanneer speel je voor Dr. Phil?" Hij probeert een lach te onderdrukken. "Jamila alsjeblieft. Je hoeft je emoties niet voor mij te verbergen. Ik ben het, weet je nog?" Ik kijk hem verbijsterd aan. "Oh dus nu kan ik me hart weer bij je luchten? En die tijd daarvoor he? Waar was je toen?" Hij kijkt me lijkbleek aan. Hij loopt op me af en streelt langs me bovenarm. "Raak me niet aan." zeg ik koel. Maar die woorden lijken hem niet af te schrikken. "Goedzo, laat het uit." Fluisterd hij in mijn oor. Ik duw hem van me af. "Verdomme Fouad, ik haat je! Hoor je me? Ik haat je!" schreeuw ik. Hij zet weer een stap naar me toe en ik loop van hem weg. Opeens voel ik dat hij aan me arm trekt. "Raak me niet aan zei ik je toch?" Hij lijkt het maar niet te willen horen en kijkt me intens aan. "Ik weet dat je pijn lijdt. Zeg het dan." "Wat moet ik zeggen hoeveel ik me broer mis he? Of dat me hart elke seconde breekt aan de gedachte dat hij niet meer leeft? Wat moet ik je zeggen Fouad? Hoeveel pijn jij me veroorzaakt hebt? Of dat ik dagenlang niet kon slapen en eten omdat ik je zo erg miste?" Schreeuw ik naar hem. Door de woede in me barst ik helemaal los. De hele tijd kijkt hij me verdrietig aan en nu vallen me tranen weer naar beneden. Voor de zoveelste keer laat ik ze gaan. "Ik ga dood van binnen Fouad. Ik kan dit niet meer aan. Als dit me leven is dan.." En voordat ik me zin kan afmaken, vliegt hij om me nek en drukt me stevig tegen zich aan. Deze keer hou ik hem ook stevig vast, terwijl de tranen razendsnel over me wangen lopen. "Waarom Fouad? Waarom moest hij dood?" schreeuw ik in zijn armen. "Sst." Hij streelt met zijn handen over me haren. "Hij is In sha Allah in een betere plek."

Fouad, voor altijd in mijn hart (Waargebeurd). (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu