Hoofdstuk 33

248 22 9
                                    

Pov Almas
Ik kijk in de tassen en zie inderdaad vier totaal verschillende outfits. De keuze is echter al snel gemaakt. Ik doe de lichtblauwe hoodie aan met de zwarte broek en de rest van de outfits laat ik zitten.

~~Ik loop de hotelkamer uit en kom aan in de woonkamer van de suite

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

~~
Ik loop de hotelkamer uit en kom aan in de woonkamer van de suite. Het kan ook niet anders, ze moeten wel een suite nemen. Er speelt een glimlach op mijn gezicht wanneer ik daar aan denk. "Waar denk je aan?" Hoor ik opeens de stem van Mounir vragen. "Jullie, Sultans gaan altijd voor het duurste." Zeg ik grinnikend en neem dan plaats op de sofa. "Zo zijn we nu eenmaal hé." Zegt Mounir lachend en neemt naast mij plaats.

"Heb je al je nieuwe telefoon gecheckt?" Vraagt Mounir na een korte stilte. "Nog niet. Ik hoef de telefoon niet. Je doet al heel veel voor mij, ik kan niet nog meer aannemen." Zeg ik beschaamd. "Jij verdient alleen de beste." Zegt Mounir zachtjes. "Je doet lief tegen mij de laatste tijd." Floept uit mijn mond voordat ik er ook maar erg in heb. Mounir kijkt mij aan met een kleine glimlach. "Ik ben jou dit de rest van mijn leven." Zegt Mounir zachtjes. Ik kijk hem fronsend aan wanneer hij dat zegt. "Het is in de verleden." Zeg ik geruststellend tegen hem waarna hij schudt met zijn hoofd. "Ik vergeef het mezelf niet." Zegt hij en gaat dan met zijn hand door zijn haar. "Wat gedaan is heeft geen keer." Zeg ik zacht en sta dan op en leg mijn hand op zijn schouder. Hij kijkt mij dan recht in de ogen aan. De blik in zijn ogen wekken gevoelens bij mij op waarvan ik geen eens wist dat ik die had.

Het is dezelfde spanning als toen we in de logeerkamer waren en we bijna hadden gezoend. Ik kan wegstappen maar mijn lichaam lijkt het niet met mijn hersenen eens te zijn. Zijn ogen lijken net een magneet die mij keer op keer aantrekken.

'Dit mag je niet doen Almas, hou jezelf tegen en wees verstandig. Geef je niet over aan je verlangens!' Schreeuwt mijn geweten. Met gemengde gevoelens luister ik naar de stem en zet ongewillig een stap naar achter.

Pov Mounir
Haar stap naar achter is voor mij het teken dat ze geen behoefte heeft in mij maar haar ogen zeggen iets anders. Ze staan niet bang of geschrokken. Het lijkt zelfs alsof er teleurstelling is te lezen in haar ogen en zelfs een sprankje lust. Ik zet verward ook een stap naar achter. "Sorry, het spijt me." Zeg ik en loop de hotelkamer uit om even goed te kunnen nadenken over wat er zojuist is gebeurd.

Ik loop zonder jas naar buiten. Het lijkt net alsof ik niet normaal kan functioneren wanneer Almas in het verhaal zit.

~~
Pov Almas
Waar is hij naartoe gegaan? Hij heeft geen eens een jas meegenomen! Ik hoop maar dat hij niet naar buiten is gegaan. Hij is nu al bijna 3 uurtjes weg.

Ik kijk twijfelend naar de telefoon die ik heb gekregen van Mounir. "Ik zal hem terugbetalen." Zeg ik zelfverzekerd en pak dan de telefoon en zet het aan in de hoop dat de nummer van Mounir erin zit.

Zodra de telefoon aan is ga ik naar contacten maar tot mijn diepe teleurstelling staat zijn nummer niet hier..

Ik leg de telefoon met een zucht weg en doe mijn jas en schoenen aan en pak dan ook de jas van Mounir en loop de suite uit zonder iets anders aan de hand te hebben.

~~
Ik ben de hele hotel rond geweest maar nergens is hij te vinden.

"Heeft u misschien Mounir Sultan gezien?" Vraag ik aan de receptioniste. "Hij is naar buiten gegaan volgens mij." Ik knik en bedank de vrouw en ga vrijwel meteen naar buiten.

Zodra ik een voet buiten de hotel zet komt meteen de chauffeur naar mij toe rennen. "Mevrouw, meneer Sultan wilt dat u in de hotel blijft." Zegt de chauffeur. "Waar is Mounir nu?" Vraag ik de chauffeur. "Ik verzoek u namens meneer Sultan terug te gaan naar binnen mevrouw Abdul Aziz." Zegt de chauffeur mijn vraag negerend. "Waar is Mounir?" Vraag ik weer. "Wilt u alstublieft teruggaan." Zegt de man kalm. "Vertel mij waar Mounir is of ik ga hem zelf zoeken, als je het zegt of niet. Ik ga niet terug naar de hotel zonder hem, dat kan ik je verzekeren." Zeg ik eigenwijs.

De man zucht even waardoor ik doorheb dat hij het eindelijk opgeeft. "Hij is weggebracht naar de ziekenhuis." Zegt de chauffeur met neergeslagen ogen. Ik voel alle kleur in mijn gezicht wegtrekken wanneer de nieuws bij mij binnendringt. "Ik wil naar hem toe, ik wil hem zien." Zeg ik terwijl ik mijn stem zoveel mogelijk onder controle probeer te houden. "Hij wil dat u in de hotel blijft." Zegt de chauffeur weer. "Wie is hij om te vertellen wat ik moet doen! Als ik wil ga ik naar hem toe." Zeg ik met vuur in mijn ogen. Die jongen durft mij nog te commanderen ook!

"Ga je mij brengen naar hem of moet ik zelf gaan?" Vraag ik de chauffeur. "Ik... U.... Ja mevrouw, ik ga u brengen." Zegt hij dan verslagen. "Dankje." Zeg ik met een oprechte glimlach erachteraan. De chauffeur glimlacht terug en begeleidt mij naar de auto en doet voor mij de deur open. Ik bedank hem en stap dan in waarna hij zelf plaats neemt achter de stuur en komt dan in beweging.

Mijn hoofd is bij Mounir. Ik vraag me af waarom hij in de ziekenhuis ligt en waarom ik niet buiten de hotel mag van hem. Ik hoop maar dat het niks ergs is en dat het niks met die jongens van gister te maken heeft. 

~~
"Hij ligt hier?" Vraag ik aan de chauffeur wanneer we voor een ziekenhuiskamer staan. "Ja." Zegt de chauffeur waarna ik knik en de kamer binnenga. 

Ik kom dan een slapende Mounir tegemoet. Hij ziet er verschrikkelijk moe. Hij lijkt niet op zichzelf. "Mounir." Fluister ik zacht met mijn hand voor mijn mond. Mijn hart huilt bij het zien hoe hij erbij ligt. 

Opeens opent Mounir zijn ogen en kijkt hij mij verward aan. "Almas." Weet hij dan zwak uit te brengen. Ik loop naar hem toe en ga op de stoel naast de bed zitten. "Hoe?" Vraag ik terwijl ik zijn gezicht goed in mij opneem. Hij heeft een blauwe plek bij zijn oog en zijn knokkels zijn opengehaald. "Je hebt gevochten hé?" Vraag ik aan hem terwijl ik moeite doe om mijn tranen en gevoelens in bedwang te houden. "Zelfverdediging." Zegt Mounir maar niet overtuigend genoeg. "Jij bent niet honderd in je hoofd." Zeg ik afkeurend tegen hem. "Ewaja, ik ben geen Mounir als ik normaal was." Zegt hij dan met een knipoog erachter. "Hou je versiertrucjes voor je. Als je je toch zo goed voelt dan kan je vast ook mijn vraag beantwoorden." Zeg ik streng. "Kom maar op met je vraag." Zegt hij met een grijns. "Waarom moest ik in de hotel blijven." "Ik vind het leuk om je rond te commanderen." Grapt hij maar ik kan er niet om lachen. "Waarom moest ik binnenblijven Mounir, haal het niet in je hoofd om nu te liegen." Waarschuw ik hem. "En wat als ik het niet wil vertellen?" Vraagt Mounir met een opgetrokken wenkbrauw. "Je hebt niks te willen. Jij gaat nu mijn vraag beantwoorden." Zeg ik koppig. "Laat me er even over nadenken. Hmm." Zegt Mounir terwijl hij doet alsof hij nadenkt. "Nee, ik ga het niet zeggen." Zegt hij dan. "Klootzak." Zeg ik en wil dan staan maar de hand van Mounir houdt mij tegen. "Word nou niet boos." Zegt hij lachend. "Je durft nog te lachen ook." Zeg ik knarsetandend maar ga dan toch zitten. "Wat heb je staan doen toen ik weg was?" Vraagt Mounir aan mij. "Ik heb staan wachten tot je terug kwam." Zeg ik geïrriteerd met mijn armen over elkaar en achterover gezakt op de stoel. "Wat lief." Zegt hij dan met een pruillipje.

"Weten je ouders al dat je hier ligt?" Vraag ik dan waarna hij schudt met zijn hoofd. "Waarom weten je ouders het nog steeds niet?" "Omdat ik niet wil dat ze zich zorgen gaan maken om saus." "Saus? Je ligt hier net een handicap jij hebt het over zorgen maken?" Vraag ik met bijna een open mond. "Ja?" Zegt Mounir vragend. "Wat met je 'ja?'. Jij denkt is feest, waar is je telefoon?" Vraag ik aan hem en steek mijn hand uit naar hem. "Die is kapot." Zegt hij maar ik geloof er niks van. "Je ouders gaan er vroeg of laat toch achter komen dat je hier ligt. Vergeet niet wie je ouders zijn Sultan, dus pak je telefoon en bel één van je ouders of je zus. Het boeit mij niet wie je belt maar ga ze zelf vertellen dat je hier ligt en verlos hun van hun zorgen." Streng kijk ik hem aan. "Ligt in de la." Geeft Mounir zich dan over. 

**************************************

1533 woorden

Vergeet niet te stemmen!

Misschien vanavond nog een deeltje;)

Dit is jullie beloning voor jullie geduld beste mensen!

A human being {VOLTOOID}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu