Hoofdstuk 23

258 22 8
                                    

Pov Almas
Ik en Marcus lopen samen met onze zonnebril op door de stad. 

We zijn winkel uit en winkel ingegaan maar niks lijkt hem in de smaak te vallen. 

"Jij bent nog erger dan Dina als het gaat om shoppen." Zeg ik vermoeid. "Helemaal niet, met Dina shoppen is geweldig." Zegt Marcus tegenstrijdig. "Huh, ken je haar?" Vraag ik verbaasd. "Bien sûre (natuurlijk) ken ik haar. De zusjes en broer Sultan zijn net mijn broertje en zusjes." Zegt Marcus dan waarna ik alle kleur op mijn gezicht weg voel trekken. 

"Hoe ken je mij Marcus?" Vraag ik met een bevende stem. "Door de wedstrijd." Reageert Marcus zonder twijfel. "Oh oké." Zeg ik wat wantrouwend. "Je gelooft mij niet hé?" Vraagt Marcus waarna ik mijn schouders ophaal. 

"Ik heb bewijs dat ik je niet heb gekozen omdat het mij werd gevraagd." "Wacht even, gevraagd? Wie heeft wat gevraagd. Marcus, wat bedoel jij." Zeg ik vrij kalm. "Je hebt niks van mij gehoord." Zegt Marcus terwijl hij zich snel uit de voeten maakt. Ik doe geen moeite meer om hem achterna te gaan en loop vol ongeloof naar de bushalte waar ik wacht op de bus om mij naar de penthouse te brengen. 

Ze hebben gespeeld met mijn trots en eer. Is dit hun manier van zeggen dat ik het niet zelf kan en dat ik hun nodig heb. Ik ben niet van plan om hun hulp te accepteren, niet meer. 

~~
Ik pak weer mijn koffers en begin weer rustig in te pakken met tranen in mijn ogen. 

Waarom moet dit allemaal steeds zo erg moeilijk. Ik wil hun verdomme hulp niet meer! Ik moet dit zelf kunnen regelen!

Ik hoor dan opeens de voordeur open en dicht gaan en dan volgen er zware voetstappen die richting de kamer waar ik mij in bevind komen. Ik noem het bewust niet 'mijn' kamer omdat ik het niet zie als iets wat mij toe behoort.

De deur van de kamer gaat open en in plaats van Marcus verschijnt Mounir in de deuropening. Hij heeft een pak aan waarin je zijn stevige brede lichaam goed kan zien.  

Alle kleur in mijn gezicht trekt weg en ik kijk Mounir aan alsof ik een geest heb gezien. "W-w-wat d-doe jij h-hier." Stotter ik terwijl ik weer mijn blik weer op de grond wend. 

"Waarom pak jij je spullen in?" Vraagt Mounir dreigend waarna ik een beetje opkijk en ik hem boos zie kijken. Ik reageer niet en kijk wee zonder iets te zeggen naar de grond. "Beantwoord mijn vraag Almas. Waarom pak jij je spullen in?" Herhaalt Mounir zichzelf weer maar deze keer wat kalmer. 

"Ik ben jou geen uitleg verschuldigd." Zeg ik zacht en onzeker. "Herhaal dat nog eens?" Vraagt Mounir spottend. "Jij hebt mij gehoord. Ik ben jou geen uitleg verschuldigd." Zeg ik deze keer veel zelfverzekerder en terwijl ik hem nu aankijk. "Nee, jij gaat mij nu vertellen waarom jij je spullen inpakt." Spreekt Mounir mij koppig tegen. "Ik hoef jou niks te vertellen Mounir. Jij maakt geen deel uit van mijn leven." Reageer ik koppig terug waarna hij met een lachje met zijn hoofd schudt. "Jij geniet hier wel van hé?" "Nee, jij zult vroeg of laat toch mijn vraag beantwoorden dus waarom maak je het jezelf en mij zo erg moeilijk." Zegt hij terwijl hij een wenkbrauw optrekt.

"Wat doe jij hier eigenlijk?" "Beantwoord een vraag niet met een vraag." Zegt hij en loopt dan verder de kamer in en gaat dan zitten op de bureaustoel. Ik kijk hem boos aan en draai me dan weer weg van hem en ga ruw verder met inpakken.

~~
"Wanneer ga je weg?" Vraag ik aan Mounir als hij na drie kwartier nog steeds niet weg is. Ik ben ondertussen al klaar met inpakken en ben de laatste koffer aan het dicht ritsen. 

Opeens staat Mounir op en maakt al mijn koffers open en houdt ze ondersteboven waardoor alles op de grond valt. 

"Wat denk je wel niet te doen!" Schreeuw ik woedend terwijl hij nu ook de koffer in mijn handen komt pakken. "Jij gaat alles terug zetten." Zegt Mounir terwijl hij de koffer die ik vastheb uit mijn handen trekt en net zoals de andere open maakt en het ondersteboven houdt. 

A human being {VOLTOOID}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu