Hoofstuk 46: Vechten voor je leven.
Lucas' POV:
Het was inmiddels al een paar dagen geleden dat Louisa de ziekte gekregen had en ze ging nog steeds achteruit. Ik had haar grootvader voorzichtig op de hoogte gebracht en in het hele huis hing en gespannen sfeer. Louisa haar grootvader was één keer naar Louisa geweest en ze was toen gelukkig niet van gedaante gewisseld, maar zelfs zonder het continu wisselen van gedaante kon je duidelijk zien dat ze zich niet goed voelde. Gelukkig at ze wel normaal en tot gisteravond kon ze ook nog gewoon lopen, maar vanmorgen kon ze opeens niet meer op haar benen blijven staan en omdat ze blind was geworden moest ik haar ook helpen met eten. Ik probeerde haar zo goed mogelijk te steunen, maar ondanks dat betrapte ik haar er vaak op dat ze zat te huilen... Als ik niet bij Louisa was dan ging ik naar het bos om te jagen en om voor voedsel te zorgen, want haar grootvader wilde het huis niet meer verlaten voor het geval dat er iets met Louisa zou gebeuren. Met twee konijnen in mijn handen liep ik naar binnen en nadat ik mijn handen gewassen had ging ik meteen naar Louisa. Ik had een kom soep bij me en zachtjes probeerde ik haar wakker te maken. Ze reageerde niet en ook toen ik haar overeind gezet had werd ze niet wakker. Ze ademde nog wel en ook haar hart klopte nog gewoon, maar haar ogen gingen niet open. Ik pakte haar hand en opeens voelde ik dat ze er zwakjes in kneep. Ik was zo blij dat ze er nog was, ik omhelsde haar en toen ik haar zo dicht bij me had kon ik haar horen fluisteren: "Ik krijg mijn ogen niet open en praten lukt ook bijna niet. Het spijt me..." Zachtjes gaf ik haar een zoen en voorzichtig hielp ik haar om toch nog wat te eten, maar dat ging ook bijna niet.
Louisa's POV:
Ik was weer terug bij af. Ik kon me niet bewegen, ik kon niets tegen Lucas zeggen via telepathie en ik kon niet eens meer voelen hoe hij me aanraakte, als hij dat al deed. Ik bevond me weer in de donkere kamer van mijn onderbewustzijn. Ik had dit al eens doorgemaakt, maar ik wilde nu gewoon niet dood en ik wilde al helemaal niet terug naar de hemel. Ik zou in de lente met Lucas trouwen, maar dat wilde ik Lucas niet aandoen als ik er zo erg aan toe was. Dan was het maar beter dat ik dood ging... Nee, dat zou ik niet kunnen. Ik wilde hem gewoon niet achterlaten. Ik zou volhouden en beter worden voor hem. Dat moest! Ik liep en liep door de donkere ruimte en strekte mijn handen voor me uit om te voelen of er misschien iets stond, maar het was helemaal leeg. Ik dacht aan hoe het geweest was met Lucas en hoe hij er uit zag. Ik dacht aan onze toekomst als ik niet ziek was geworden. We zouden trouwen en misschien kregen we wel kinderen... Nu pas besefte ik hoe graag ik een toekomst met hem zou willen. Hij was voor ik ziek was ook alles voor me geweest en zelfs nu kon ik voelen dat hij iedere dag naar mij toe kwam. Af en toe als ik heel erg mijn best deed om hem te verstaan kon ik horen dat hij me vertelde over hoe het er buiten uit zag en hoe het met hem en grootvader ging. Ik probeerde me dan vast te klampen aan het geluid van zijn stem, maar langzaam werd het geluid weer dof en zat ik weer in die donkere ruimte. Toen ik op een gegeven moment moeite kreeg met ademhalen vocht ik heel hard om te zorgen dat de ziekte niet helemaal mijn lichaam in bedwang zou houden en het was gelukt, maar ik had de kracht niet om de ziekte volledig de bedwingen. Ik zou het in ieder geval niet erger laten worden dan dit.
JE LEEST
Mijn Liefde voor Jou.
RomanceLouise (14 jaar) woont alleen met haar grootvader in Oostenrijk. Als ze op een keer vanuit het bos naar huis loopt wordt ze aangevallen door een vreemd wezen met felrode ogen. Wat is dat voor een wezen? en waarom voelt zij zich vreemd als de nieuwe...