Hoofdstuk 52: Het wezen bij het meer.

751 25 2
                                    

Hoofdstuk 52: Het wezen bij het meer.

Lucas' POV:

Louisa viel in mijn armen in slaap. Ze was echt weer een mens geworden... Met Louisa in mijn armen liep ik naar het bed toe en ik legde haar zachtjes op het matras. Gelukkig was ze niet wakker geworden en voorzichtig legde ik de dekens over haar heen. Nadat ik zachtjes het raam geopend had, ging ik naar buiten. Als ik snel was zou ik misschien nog wat vangen voordat Louisa wakker werd. Ik vloog naar buiten en vloog over het bos. Opeens merkte ik dat er iets raars was. Het was stil, maar niet gewoon stil. Zelfs de nachtdieren hielden zich gedeisd. Zachtjes vloog ik naar een stevige boomtak en ging er op staan. Wat zorgde ervoor dat het zo stil was in het bos? Voorzichtig keek ik over de rand van de tak naar beneden en zag een klein konijntje alleen rondhuppelen. Ik wilde er net achteraan gaan toen er opeens een gigantische wolf verscheen en mij voor was. Zo snel als de wolf verschenen was verdween hij ook weer en voorzichtig liet ik me naar beneden zakken. Toen ik eenmaal op de plek stond waar de wolf eerst stond was er niet om de geur van natte hond heen te komen. De rest van de avond was ik de wolf gelukkig niet meer tegengekomen en toen ik uiteindelijk gegeten had liep ik terug naar huis om bij Louisa te zijn als ze wakker werd. Toen ik binnen kwam sliep Louisa nog en zachtjes sloot ik het raam. Nadat ik poosje naast het bed van Louisa zat was ze nog steeds niet wakker geworden. Zachtjes stond ik op en liep naar mijn eigen bed. Ik had nog wat schone kleding in mijn tas zitten en aangezien Louisa toch niet wakker was kon ik me best omkleden. Ik pakte een zwarte broek en een witte blouse uit mijn tas en trok mijn vuile kleding uit. Toen ik mijn broek net aan had hoorde ik dat Louisa wakker werd en opeens kreeg ik een ingeving. Ze had me nu al zo lang laten wachten, voor straf zou ik haar eens plagen.

Louisa's POV:

Langzaam opende ik mijn ogen en knipperde eerst hevig omdat de zon recht in mijn gezicht scheen. Ik draaide me om in bed, zodat de zon niet langer in mijn gezicht scheen en opeens merkte ik dat Lucas niet naast mij lag. Zodra ik dat merkte keek ik de kamer rond en ik zag hem aan de andere kant van de kamer staan. Hij stond met zijn rug naar mij toen en toen pas zag ik dat hij alleen een broek aan had. Plotseling draaide Lucas zich om en meteen begon mijn hart razendsnel te kloppen. Lucas liep, alsof er niets aan de hand was, naar zijn bed en pakte de witte blouse die daar op lag. Pas toen hij zijn blouse aan had, met alle knoopjes nog open, zei hij: "Goede morgen Louisa." tegen me. "G... goede m... morgen Lucas." zei ik stotterend. Meteen voelde ik het bloed naar mijn hoofd stijgen. Waarom kon ik niet normaal praten!!! Ik ging rechtop in bed zitten en liet mijn benen over de rand van het bed zakken. Lucas glimlachte naar me en opeens zat hij naast me op bed. Hij legde zijn hand op mijn voorhoofd en zei: "Louisa heb je koorts, je wangen zijn zo rood." Als het kon werd ik nog roder doordat Lucas zo dicht bij me zat en zich nog steeds niet normaal aangekleed had. "N... nee ik heb geen koorts. Ik voel me prima." zei ik zachtjes. Wel voelde ik me een beetje ongemakkelijk doordat Lucas me recht aan bleef kijken en hij nog steeds zo dicht bij me zat. Een beetje zenuwachtig glimlachte ik naar hem en stond op. "Lucas ik ga me even wassen. Ik ben zo terug." zei ik terwijl ik snel en zonder te kijken een jurk van de bovenste plank pakte er in een tas stopte samen met de zeep en een handdoek.

Even later stond ik langs het mooie blauwe water van het meer. Het vroor al een poos niet meer had Lucas verteld en toen ik naar de beek geweest was, had ik al gevoeld dat ook dat water niet meer zo koud was. Ik keek nog even goed om me heen en spitste mijn oren om zeker te zijn dat er niemand was en dat Lucas me niet gevolgd was. Het vervelende was dat ik, nu ik geen vampier meer was, Lucas niet meer kon horen als hij stil liep... Ik was bijna zeker dat ik niets hoorde en ik kleedde me snel uit en dook het water in. Het was nog steeds best koud, maar het was te doen. Ik waste me zorgvuldig en na nog wat rondjes zwemmen klom ik weer op de kant en keek ik in mijn tas. Ik pakte de jurk die ik had meegenomen er uit en toen pas zag ik dat het de jurk was die ik van Alex gekregen had. De jurk was zo mooi dat ik hem eigenlijk niet had durven aantrekken, maar ik was wel benieuwd hoe hij zat. Voorzichtig opende ik de knoopjes en trok de jurk over mijn hoofd. Hij zat geweldig en hij was prachtig. Ik knoopte hem dicht en draaide een rondje, waardoor de jurk om mijn benen zwierde. Opeens leek het alsof ik een soort geruis hoorde en het was niet mijn jurk. Geschrokken keek ik om me heen, maar er was niets te zien. Weer hoorde ik het geluid en toen zag ik dat de dichte struiken die vlakbij stonden hevig schudden. Stilletjes en toch wel een beetje nieuwsgierig liep ik naar de bosjes toe en boog de takken opzij. Ik gilde bijna van schrik toen ik het gigantische wezen zag dat achter de dichte bosjes zat. Plotseling zag ik waarom het wezen zo van slag was: zijn poot zat in een berenval. Voorzichtig en zo stil mogelijk stapte ik de bosjes in, maar meteen draaide het wezen zich om. Grommend keek het mij aan en toen pas zag ik dat het wezen een hele grote wolf was. Langzaam strekte ik mijn arm uit en langzaam liep ik naar de wolf toe, terwijl ik zachtjes zei: "Rustig maar, ik zal je geen kwaad doen. Ik zal je bevrijden van de val rond je poot, dus blijf nu maar stil anders komen er misschien wezens vanwege de geur van je wond." Zodra ik dat gezegd had was de wolf helemaal stil geworden en keek hij mij recht aan. Verwonderd keek ik in zijn gouden ogen en plotseling hoorde ik een heldere stem in mijn hoofd die zei: "Hoe weet ik zeker dat jij niet zo'n wezen bent? En als je al niet zo'n wezen bent, waarom zou je me dan helpen?" Ik knikte begrijpend. Misschien rook ik wel naar Lucas. "Ik begrijp wat je bedoelt, maar ik ben echt geen vampier en daarbij zouden echt niet alle mensen je zomaar doden. Ik bijvoorbeeld zou zoiets nooit toestaan. Voor mij maakt het namelijk niet uit wat voor een wezen ik tegenkom. Als het gewond is of hulp nodig heeft, zal ik het altijd helpen. Ik houd namelijk erg veel van dieren en dan bedoel ik ook echt alle dieren." Ondanks alles wat ik gezegd had, was de wolf weer gaan grommen en hij zei nu iets feller in mijn hoofd: "Normale mensen weten niet van het bestaan van vampieren af en ik heb je niets over vampieren gezegd. Dat bewijst dat jij er één bent!" Door de manier waarop hij dat tegen me zei kon ik me niet langer beheersen en werd ik echt boos. "Het spijt me dat ik de moeite deed om je te helpen, maar na meerdere keren gebeten te worden door verschillende vampieren weet een gewoon mens best van hun bestaan af!!!" Nu was de wolf gelukkig wel stil en snel liep ik naar zijn achterpoot toe waar de klem omheen zat. De tanden van de klem zaten behoorlijk diep in de poot, maar gelukkig bloedde hij nog niet. Opeens zag ik de vering zitten die zorgde dat de klem samentrok. Ik peuterde aan een dun koordje en toen ik het los had viel de klem van de poot van de wolf af. Meteen begon de wolf zijn wond schoon te likken en toen hij stopte was de wond opeens genezen! Voorzichtig stond ik op om de wolf niet te laten schrikken, maar opeens kreeg ik een harde duw tegen mijn zij waardoor ik achterover viel en aan de andere kant van de bosjes belandde. Toen ik zag dat ik me nergens bezeerd had stond ik weer op en keek ik om me heen. De bladeren van het bosje ritselden niet meer en het was muisstil overal. Misschien was de wolf weggegaan... Voor de zekerheid liep ik naar de bosjes toe en toen ik net voor de bosjes stond verscheen er een gezicht vlak voor mijn neus. Van schrik gilde ik en de jongen die voor mij stond legde zijn handen over zijn oren. "Je hoeft me niet meteen doof te gillen!" zei hij gepijnigd. De jongen leek me even oud als Lucas en zachtjes fluisterde ik: "Sorry, maar je liet me schrikken." Opeens pakte de jongen mijn hand en zei hij: "Heel erg bedankt dat je me geholpen hebt. Wat is eigenlijk je naam?" "Ik heet Louisa Adelheid en ik woon samen met mijn grootvader hier in de buurt, maar waarmee heb ik je geholpen?" De jongen liet mijn hand los en keek me verbaasd aan toen hij zei: "Je weet wel wat vampieren zijn, maar je hebt nog nooit van weerwolven gehoord?!" Langzaam schudde ik mijn hoofd en keek de jongen nu recht aan. Toen ook hij me recht aankeek zag ik pas zijn prachtige gouden ogen. "W... was jij die wolf?!" vroeg ik verbaasd. De jongen knikte. "Zou je het alsjeblieft geheim willen houden Louisa, anders komt straks het hele dorp achter me aan." zei hij. "Ja, natuurlijk. Ik snap ook wel dat je niet voor niets zo bang van mij was, maar als je in een mens kunt veranderen waarom heb je jezelf dan niet bevrijd?" "Dat kan niet. Als weerwolf heb je stevigere botten en spieren daarom genas de wond ook zo snel, maar als ik veranderd was naar mijn mensen gedaante dan zou mijn been op zijn minst gebroken zijn." antwoordde hij. "Hoe heet je eigenlijk en hoe oud ben je?" vroeg ik weer. "Ik heet Noah en ik ben zestien jaar, maar Louisa mag ik je om een gunst vragen?" "Eeh... ja geen probleem." "Zou jij mijn kleding willen zoeken. Als ik in een wolf verander kan ik geen kleding aan houden en ik heb mijn kleding ergens rond dit meer in de bosjes gelegd, maar ik kan zo niet gaan zoeken." Mijn wangen begonnen te gloeien bij de gedachte en meteen liep ik weg om te gaan zoeken en om te zorgen dat hij mijn rode wangen niet zag. Na een tijdje vond ik zijn kleding aan de andere kant van het meer. Met het stapeltje kleren in mijn handen rende ik terug naar Noah. "Hier zijn je kleren Noah." zei ik toen ik weer bij de bosjes was. Dankbaar nam hij ze aan. "Eeh... Louisa zou je je even om kunnen draaiden, ik kan me namelijk niet zo goed omkleden in deze bosjes." Bij die vraag begon ik meteen te blozen. Natuurlijk zou ik me omdraaiden!! Na eventjes werd er op mijn schouder getikt. "Je mag wel weer omdraaien hoor Louisa." zei Noah glimlachend. Ik draaide me om en meteen sloeg mijn hart een slag over. Hij had alleen een broek aan en hij vond dat normaal in de buurt van een meisje! Gelukkig leek hij niet te merken dat ik hem blozend aanstaarde, want wat ik ook probeerde ik kon er niets aan doen. Hij had gewoon een six-pack net zoals Lucas! Door zijn warrige donkerbruine haar en betoverende gouden ogen vond ik hem al leuk, maar nu klopte mijn hart weer net zo snel als vanmorgen. Opeens zette Noah een stap ik mijn richting. Hij legde zijn hand op mijn wang, waardoor er allemaal nerveuze kriebels door mijn buik schoten. "Louisa kan ik ... nee ik zou graag ..." zonder zijn zin af te maken bleef hij me aankijken. "Noah zeg alsjeblieft gewoon wat je wilde zeggen. Wat het ook is het maakt niet uit." fluisterde ik. Opeens legde hij zijn andere hand op mijn rug en trok me nu helemaal tegen zich aan. Ik voelde zijn warmte tegen mij aan en opeens voelde ik zijn warme lippen op die van mij.

Mijn Liefde voor Jou.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu