Hoofdstuk 5: Naar het bos.
Louisa's POV:
Ik werd wakker doordat Lucas zachtjes over mijn gezicht streek. Ik kreeg weer dat gevoel alsof er een stroom van tintelingen door me heen ging. Ik opende mijn ogen en voelde me al een stuk beter dan voor ik ging slapen. Het rare was dat ik weer een bloed smaak in mijn mond had en ook deze keer zaten er geen wondjes in mijn mond. Lucas tilde mij op en droeg me naar beneden. Opeens zag ik dat hij twee kleine gaatjes in zijn hand had. ''Hoe kom je aan die wondjes in je hand Lucas?'' Hij keek eerst geschrokken en verborg snel zijn hand waarna hij zei: ''Het is niets hoor Louisa, gewoon een klein wondje.'' Oké, hij wilde er duidelijk niet over praten. Zwijgend liep Lucas naar de tafel en zette mij op een stoel. Ook pakte hij een kom uit de keuken en zette die voor mij neer. Hij ging tegenover mij aan tafel zitten en keek naar hoe ik mijn soep at. Toen ik klaar was met eten vroeg hij: ''Louisa zou je vanavond naar het bos willen om op zoek te gaan naar het wezen dat je zag?'' ''Eeh... ik zou wel willen weten wat het was, maar ik wil niet dat jij me de hele weg moet dragen. Ik zeg vanavond wel of ik met je mee ga, oké?'' ''Dat is goed. Wat wil je in de tussentijd doen?'' vroeg hij. ''Eeh... ik ga denk ik even naar de beek achter de hut om mijn kleding te wassen, maar ik loop er zelf wel naartoe.'' ''Oké Louisa, dan zie ik je vanavond wel weer.''
Lucas' POV:
De hele middag moest ik Louisa haar grootvader helpen met het verzamelen van hout, maar tegen het einde van de middag mocht ik iets voor mezelf gaan doen. Ik ging op zoek naar Louisa die naar de beek achter de hut zou gaan. Toen ik daar aankwam zag ik Louisa haar kleding wassen. Ze zat op een grote rots in het midden van de beek en had alleen haar onderjurk aan. Ik klom in een boom die langs de beek stond en keek hoe ze de vlekken uit haar kleding waste. Toen de vlekken er uit waren wrong ze het water uit de kleding en liep ze richting de boom waar ik in zat. Ze hing de kleding aan een tak en gelukkig zag ze me niet. Ze ging onder de boom zitten en keek naar haar enkel. Gelukkig kon ik door mijn versterkte ogen zien dat haar enkel zo goed als genezen was. Louisa ging met haar rug tegen de stam van de boom aan zitten en keek naar het water dat rustig stroomde. Ik keek er ook naar en ondanks dat ik zo hoog zat kon ik ieder golfje en stroompje zien. Heel vroeger was ik geen vampier en kon ik lang zo goed niet horen, zien en ruiken. Gelukkig was dat vaak wel een voordeel aan vampier zijn. Ik werd uit mijn gedachten gehaald doordat ik opeens muziek hoorde. Ik keek naar de plaats waar het vandaan kwam en zag Louisa die onder de boom met een handgemaakte harp in haar handen zat. Ze speelde een liedje en zong er zachtjes bij. Haar stem klonk heel mooi, maar ook heel breekbaar. Vanuit het struikgewas van het bos kwam een klein hertje aangelopen en Louisa keek vrolijk op. Het hertje kwam naast haar liggen en ze mocht het aaien! Ik viel van verbazing bijna uit de boom, maar ik kon nog maar net blijven zitten. Het hertje had me wel gehoord en rende terug het bos in. Louisa stond op en trok haar kleding weer aan. Ze liep weer terug naar de hut en ik moest er ook maar naartoe gaan. Ik sprong uit de boom en rende naar de hut. Snel klom ik het dak op en ging via het dakraam naar de kamer van Louisa, waar ook het logeerbed stond. Ik ging op bed liggen en deed alsof ik sliep toen Louisa de trap op kwam. Zachtjes liep ze naar haar bed en legde de gewassen kleding er op. Opeens zei ze zachtjes: ''Lucas, als je wakker bent. Ik ga vanavond wel met je mee naar het bos.''
Louisa's POV:
Lucas en ik hadden al vroeg gegeten met grootvader en ondanks dat was het inmiddels donker buiten. Ik trok een lange jurk aan en trok er een wollen trui overheen aan. Lucas liep nog steeds in een korte broek en een blouse met korte mouwen toen we naar buiten gingen. ''Lucas heb je het niet koud?'' ''O... nee hoor Louisa.'' Ik bevroor ondanks mijn warme kleren bijna, maar hij wilde mijn trui niet aannemen. Na een poosje lopen kwamen we bij het meer aan. Uit de zak van mijn rok pakte ik een klein mesje dat ik uit de keuken had gepakt toen niemand keek. Ik maakte een kleine snee in mijn vinger en al snel dropen er druppels bloed van mijn vinger. Opeens zei Lucas: ''Louisa, wil je echt weten wat het wezen was dat je zag?'' Door de kille toon in zijn stem twijfelde ik even, maar toch zei ik: ''Ja, ik wil het erg graag weten. Misschien is het een dier dat hulp nodig heeft.'' Even zag ik iets van opluchting en verbazing in Lucas zijn ogen, maar al snel keek hij me weer serieus aan en zei hij: ''Ik weet wat het was, maar het was geen dier. Het was een wezen dat leeft van bloed. Je weet zeker dat je het wilt zien?!'' Lucas zijn stem was nog killer geworden en van wat hij zei was ik een beetje geschrokken, maar ik had besloten dat ik het wezen wilde zien en ik kon nu niet meer terug. Lucas sidderde naast me en hij keek me aan op een manier die ik nog nooit gezien had. ''Lucas ik wil graag weten wat het was. Je kunt me alles zeggen.'' Hij keek me aan en zei: ''Het wezen was een vampier. Een wezen gecreëerd om bloed te drinken, maar bijna niemand weet dat ze bestaan omdat ze er vaak uit zien als mensen.'' ''Lucas, wat bedoel je met: ze zien er váák uit als mensen?'' ''Wanneer een vampier bloed ruikt of wanneer de nacht maanloos is, wordt het voor een vampier moeilijk om in zijn menselijke gedaante te blijven. Sommige vampieren veranderen al bij het ruiken van bloed, anderen wanneer ze het willen en als de nacht maanloos is. Ook hebben sommige vampieren alleen rode ogen en lange hoektanden, maar anderen hebben ook vleermuis vleugels.'' antwoordde Lucas. ''Lucas, hoe komt het dat die vampier niet komt? Hij zou bloed moeten ruiken toch?''
JE LEEST
Mijn Liefde voor Jou.
RomansaLouise (14 jaar) woont alleen met haar grootvader in Oostenrijk. Als ze op een keer vanuit het bos naar huis loopt wordt ze aangevallen door een vreemd wezen met felrode ogen. Wat is dat voor een wezen? en waarom voelt zij zich vreemd als de nieuwe...