Mijn Liefde voor Jou.

Hoofdstuk 1: De jongen bij het meer.

Hoofdstuk 1: De jongen bij het meer.

Louisa's POV:

Nadat ik een poosje gewandeld had, kwam ik aan bij het meer. Ik trok mijn nachtjapon uit en dook in het frisse water. Als het mooi weer was ging ik altijd naar het meer om me te wassen; We hebben namelijk geen stromend water in de berghut van mijn grootvader. Als we water nodig hebben moet of ik of mijn grootvader met een emmer, water gaan halen uit het meer of uit de beek die achter ons huisje stroomt. Na een poosje schrobben met de zeep dook ik onder water om mezelf af te spoelen en na even kwam ik weer met mijn hoofd boven water. Omdat ik klaar was met mezelf schoonmaken zwom richting de kant van het meer. Toen ik net uit het water wilde klimmen zag ik ineens een jongen op de rotswand boven het meer staan. Hij leek ongeveer even oud als ik. Toen ik hem wat beter bekeek zag ik dat hij zwart haar en een wat lichte huid had. Ook had hij donkere, bijna zwarte ogen en hij had lichtrode lippen. Ineens bedacht ik me dat hij waarschijnlijk al die tijd naar me had staan kijken en een gevoel van schaamte en woede kwam in me op, maar net toen ik aan hem wilde vragen wat hij hier deed, liep hij het bos in en verdween hij tussen de bomen en struiken. Ik bleef nog even kijken of de jongen terug zou komen, maar toen ik niemand zag klom ik uit het water en kleedde ik me snel aan.

Lucas' POV:

Ik was nogal verdwaald en op zoek naar voedsel. Helaas had ik dat sinds ik hier was niet meer gevonden en wanhopig was ik op zoek naar dieren om als voedsel te dienen. Een paar dagen terug was ik bij mijn pleegouders weggegaan omdat ze zeiden dat het tijd werd voor mij om een eigen toekomst op te bouwen en zelf voor mijn voedsel te zorgen. Op de één of andere manier was ik in dit deel van het bos terecht gekomen en wist ik niet meer hoe ik hier vandaan kon komen. Het was al weer morgen aan het worden toen ik voor het eerst sinds dagen water hoorde stromen. Ik liep richting het geluid en kwam bij een rotswand terecht. Vanaf de rotswand stond ik naar het meer te kijken toen ik opeens een mens langs de kant zag staan. Toen ik wat beter keek zag ik dat het een meisje van ongeveer veertien jaar was en dat ze zich aan het klaarmaken was om te gaan zwemmen. Toen ze haar jurk omhoog trok keek ik snel de andere kant op en niet veel later hoorde ik dat ze in het water dook. Ik draaide me langzaam om en zag dat het meisje zich aan het wassen was. Ik keek naar haar en het viel me op dat ze prachtig goudblond haar had en mooie diepblauwe ogen. Ik wilde al weer verder lopen, maar ik kon mijn ogen niet van haar af houden en bleef naar haar kijken. Na een poosje zwom het meisje richting de kant en toen ze net uit het water wilde klimmen zag ze mij staan. Ik keek snel een andere kant op en deed alsof ik haar niet gezien had, maar haar wangen kleurde een beetje rood. Ze dacht waarschijnlijk dat ik al die tijd naar haar gegluurd had. Dat was ook wel een beetje waar, maar ik had weggekeken toen ze zich uitkleedde. Ik liep op mijn gemak het bos weer in en deed alsof er niets gebeurd was. Na een tijdje hield ik, of eigenlijk mijn lichaam, halt. Dat kwam waarschijnlijk doordat ik al zo lang niet meer gegeten had. Ineens schoot ik een boom in en voor het eerst sinds dagen rook ik het: Voedsel!