Hoofdstuk 10

11 3 0
                                    

Lillian en Ronan gaven me een paar minuten om afscheid te nemen. Stilletjes verlieten ze het het afgezonderde deel en lieten me alleen achter in de box. Ik probeerde de tranen terug te dringen terwijl ik Junipers hoofd in mijn schoot hield. Ze zag er zo vredig uit, bijna alsof ze sliep. Haar mond was vertrokken in haar kenmerkende, lichte glimlach en het enige wat ik nog miste waren haar vrolijke, stralende ogen. Maar die ogen zouden me nooit meer zo vol leven aankijken.

Het besef daalde langzamerhand in. Hoe langer ik daar zat, in de koude stal, met mijn hand nog steeds op haar gezicht. Hoe meer de behoefte om hier weg te gaan en achter die klootzak aan te gaan in me op bloeide. Razernij nam bezit van me. Het verlangen naar wraak groeide elke verstrijkende seconde. De druk onder mijn huid bouwde zich op en tintelingen verspreiden zich door mijn lichaam. Het voelde warm en aangenaam in het begin, maar het groeide tot een hoogte waar het bijna pijn deed. Ik klauwde met mijn handen aan mijn borst, proberende om genoeg lucht naar binnen te zuigen. Het tolde in mijn hoofd en mijn binnenste voelde alsof het elk moment uit elkaar kon barsten.

'Dawn?'

Ik keek op en zag Ronan daar staan. Op de een of andere manier was hij zo stilletjes genaderd dat ik hem niet had horen aankomen. Hij leunde met zijn hand tegen de muur aan en droeg een twijfelachtige uitdrukking op zijn gezicht. Alsof hij niet zo goed wist of hij me met rust moet laten, of ik hem juist nodig had om er voor me te zijn. Hij haalde me met een ruk uit de rare staat waar ik me in bevond. Klaarblijkelijk zag hij iets in mijn ogen, want bezorgdheid straalde uit zijn ogen. Langzaam kwam hij naar me toe en stak zijn hand naar me uit. Voorzichtig legde ik Junipers hoofd op de grond en nam hem aan. Hij trok me tegen zich aan. De vertrouwde warmte van zijn lichaam de mijne onthullend. Voor een tijdje stonden we daar zo; met zijn armen stevig om me heen geslagen alsof het het enige was wat de tranen tegenhield. Mijn oor was tegen zijn borstkas gedrukt en zijn rustige, regelmatige hartslag kalmeerde me.

'Ik weet hoe close jullie waren Dawn, het spijt me.' Ik knikte alleen maar. Wreef mijn hoofd heen en weer over zijn borst en zweeg.

Hoewel ik daar voor uren zo had kunnen blijven staan, wist ik dat het tijd was om te gaan. Er waren waarschijnlijk nog veel mensen die hulp nodig hadden, en mijn vader was nog altijd op me aan het wachten. Waarschijnlijk niet al te blij met de tijd die hij op me moest wachten. Ik maakte me los en keek naar hem op. 'Ik neem aan dat mijn vader nog altijd wachtende is.' Ik slikte. Hij keek me alleen maar aan. 'Weet je het zeker, je kunt nog wat tijd nemen als je het nodig hebt.' Ik schudde mijn hoofd, ferm en zeker van mijn zaak. 'Nee, breng me maar naar hem toe.'

Zoals ik hem had verzocht begeleidde hij me terug naar de volle open ruimte. Vanaf daar sloeg hij af naar rechts waar een deur verborgen was achter een stapel met hooibalen. Na even geklopt te hebben ging hij naar binnen, mij met zich mee nemend. Zodra ik mijn blik door de kamer liet glijden realiseerde ik me dat dit eigenlijk de zadelkamer was. Stapels met glanzend gepoetste zadels waren van de standaarden afgehaald en op verschillende stapels in de hoeken gelegd. In het midden van de kleine ruimte was een tafel neergezet. Het was niet zo groot als de tafel die in de Grote Zaal was geplaatst, maar nog steeds groot genoeg om me af te vragen waar ze hem in vredesnaam vandaan hadden gehaald in alle chaos. Mijn vader stond erover heen gebogen, gefocust op iets dat op het oppervlak lag. Zodra Ronan kuchte keek hij op. Zijn ogen vonden mij en werden gelijk gevuld met de strengheid die zich nooit afwezig hield. Er was geen greintje bezorgdheid of liefde in te zien, alleen maar hardheid. Hij observeerde me alsof ik een van zijn soldaten was. En niet zijn bloedeigen dochter. Maar voor een keer maakte me dat niet van streek. Ik zou niet langer smeken voor zijn liefde. Ik was hier puur alleen voor antwoorden. En hij zou de persoon zijn die me ze zou geven.

Vatberaden liep ik naar hem toe, totdat ik tegenover de man stond met alleen de tafel tussen ons in geplaatst. Hij reikte uit, alsof hij mijn hand wou pakken. Zonder hem aandacht te geven trok ik hem weg. 'Ik denk dat u me wel een uitleg verschuldigd bent.' Mijn stem was als hard als staal, emotieloos en met een effen toon. Precies zoals hij me altijd geleerd had. Ware het niet het feit dat ik het nu tegen hem gebruikte, in een situatie waarin het niet van me verwacht werd, zou hij vast enige waardering ervoor hebben kunnen opbrengen.

Van zijn stuk gebracht opende hij zijn mond. 'Ik denk niet dat-....' Ik hield mijn vinger op en bracht hem tot zwijgen. 'Het maakt me nu even helemaal niets uit wat u vindt vader. Ik ben zojuist in het holt van de nacht uit mijn bed gelicht, zonder uitleg, waarna ik als een of andere voorvluchtige uit mijn huis ben gerend terwijl er verschillende Fae zijn geweest die me wilden vermoorde. Bovendien is mijn vriendin zojuist vermoord, vanwege u.' Ik liet en stilte vallen tussen mijn geraas en boog mezelf over de tafel. Met mijn gezicht centimeters van de zijne, keek ik hem in zijn ogen. 'Dus ik weet wel zeker dat u me een uitleg verschuldigd bent.'

Een paar van mijn vaders mannen kuchten ongemakkelijk in de hoek, van hun stuk gebracht door de spanning die zich in de ruimte had opgebouwd. Nog steeds was er geen spoortje van schuld in de bijna zwarte ogen van de man te vinden. Hij knikte slechts en draaide zich vervolgens om. Als een echte generaal vouwde hij zijn armen achter zijn rug en ging stoïcijns verder.

'Doe nou niet alsof je dom bent Dawn, volgens mij weet je heel goed wie hier achter zit.'

'Doet het u dan ook helemaal niks? Er zijn zojuist mensen vermoord Vader. En u doet net alsof er niks gebeurd is.' Ik flipte en liet mijn zelfbeheersing gaan.

Hij draaide zich om. 'Waarom zou het me ook maar enigszins moeten interesseren. Het is overduidelijk dat hun missie gefaald is, gezien het feit dat ik hier nog steeds levend sta. En wat betreft het personeel, soms moeten er opofferingen gemaakt worden voor het grotere doel.'

Ik kon mijn oren niet geloven. Ik had altijd al geweten dat mijn vader soms echte een koelbloedige klootzak kon zijn, maar dit overtrof al mijn verwachtingen. Mijn hoofd kon er echt niet bij dat hij over het leven van Fae praatte alsof het gewoon pionnetjes waren in een spel dat hij speelde.

Zonder op mijn antwoord te wachten ging hij verder. 'Zou je ons willen excuseren dochter, het is overduidelijk dat dit overleg bestemd is voor de oren van een onwetend meisje.'

Met een knip van zijn vingers stuurde hij me weg. Een van zijn mannen, Devon als ik het me goed herinner, komt op zijn bevel naar me toe lopen en wijst met zijn arm naar de deur. Niet dat ik veel keuze heb, maar ik ga de deur weer door en blijf op de gang staan. Met mijn rug tegen het stro geleund blijf ik staan. Stiekem hoop ik dat ik in staat ben het gesprek af te luisteren maar dat is helaas niet het geval. 'Mijn heer, weet u zeker dat u haar hier niet van op de hoogte hoeft te stellen?' De vraag van Ronan is het laatste wat ik hoor voor de deur met een klap wordt dichtgegooid. 

Emperor of Death | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu