Hoofdstuk 33

13 3 2
                                    

Sergeant Basil bleek toch ergens nog een greintje mededogen te bezitten, zo had ze een kleermaakster laten sturen met een speciaal, op maat gemaakt uniform voor Ember en mij. Hoe ze onze maten had weten te raden was me een raadsel, maar het zat een stuk beter dan de slobberige, grijze mannenversie waarin ik bijna was verdronken.

Hoewel de heren in onze groep zonder schaamte hun kleding hadden verwisseld in de barak, waren Ember en ik opzoek gegaan naar een sanitair gebouw om ons daar om te kleden. Ik zat er niet echt op te wachten om compleet aan het observeerde oog van vreemden blootgesteld te worden, al had ik me dan niet zo verschrikkelijk gevoeld in mijn lichaam. Met iedere beweging die ik maakte voelde ik mijn ribben verschuiven. Ze drukten tegen mijn armen en ik werd gek door de constante herinnering ervan. Ik wilde het vergeten, wilde het allemaal laten verdwijnen. De pij van mijn botten die tegen elkaar schuurden, de koude omhelzing van het ijs dat me verstikte en de chaos in mijn hoofd.

Maar emoties waren een zwakte.

Ik was een zwakte.

Dus ik klemde mijn tanden op elkaar, knarsend en pijnlijk drukkend, en pushte mezelf er door heen. In het sanitaire complex dat was gebouwd voor de vrouwen, vonden Ember en ik een kleedkamer net voor de douches. Ze begon zich te ontdoen van haar kleding, soepeltjes en zonder schaamte, terwijl ik met ineengeslagen handen op het bankje zat, rillend.

Ze rekte zich uit en trok het shirt over haar hoofd. Met een pijnlijke steek in mijn borst keek ik naar haar zachte, vrouwelijke lichaam. Haar borst was niet gigantisch, zoals de meeste adellijke heren de voorkeur aan leken te geven, maar toch zacht en welgevormd.

Ooit was ik ook zo geweest. Zacht en met een aura van zonlicht om me heen. Thuis in mijn eigen lichaam. Ik verlangde er na, had heimwee naar het meisje dat ik ooit was geweest.

Emoties zijn een zwakte.

Ik gaf mezelf een mentale klap tegen mijn wang en wendde mijn blik af voordat ze mijn gestaar zou opmerken. Diep en trillend zoog ik mijn adem naar binnen. Je kunt dit Dawn. Shirt uit. Shirt aan. Makkelijk.

Dus ik draaide me om, de illusie van enige privacy in standhoudend. Zo vlug als ik kon, met stijve vingers plukte ik aan de touwtjes van mijn shirt. De tranen sprongen me in mijn ogen toen zelfs die beweging te zwaar leek te zijn. Bloed belandde op mijn tong. Oh. Had ik op mijn tong gebeten? Ik wist het niet meer.

Achter me hoorde ik het geschuifel van de gevechtslaarzen die Ember aantrok. Ze kijkt niet. Ze ziet het niet. Het stemmetje in mijn hoofd moedigde me aan om nog een poging te toen. Het kostte me al mijn wilskracht, maar dit keer gleed de stof met succes over mijn hoofd. Zonder het extra laagje werd ik direct blootgesteld aan de lucht, die hoewel het aangenaam was, de rillingen toch deed versterken.

Het moment dat het meisje haar adem scherp naar binnen zoog, wist ik dat ze me had gezien. Ik verstijfde. Ze ziet je niet. Ze weet het niet. Dus ik ging door, vermande me door de schaamte en deed alsof er niks aan de hand was. De sportbeha was bijna lachwekkend en zag eruit alsof het in een kindermaat was, maar toch gleed ik erin. Het strakke grijze shirt plakte aan me als een tweede huid. Ik voelde me afschuwelijk. Nu was er niks meer wat ik kon verbergen, niets meer wat aan het oog onttrokken werd. Fuck.

Gal welde op in mijn keel. Ik slikte. Slikte nog een keer en trok de riemen van het zware, lederen pantser over mijn schouder heen. De gespen ervan drukten tegen mijn uitstekende schouderbladen aan. De broek volgde. De beenplaten, de laarzen.

Klaar. Het was gelukt.

Ik waardeerde het dat het meisje haar mond had gehouden en er geen nare opmerkingen over haar gemaakt. Het sierde haar. Maar de ongeruste blik in haar ogen was onmisbaar. Ik probeerde niet eens om mijn lange haar een knotje te binden, wetende dat de fragiele haartjes zouden afbreken als brokstukken van een ruïne.

Emperor of Death | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu