Hoofdstuk 31

13 3 2
                                    

'Naam?'

'Dawn Whittaker?'

'Leeftijd?'

'17, meneer.'

'Magisch begaafd?'

'Uh ja.' Stamelend antwoordde ik de man achter het bureau die ongeïnteresseerd een formulier zat in te vullen. Zijn pen krabbelde in slordige halen over het papier. Sinds ik hier was gearriveerd had hij me nog niet een blik waardig gegund, alsof het hem werkelijk niets interesseerde.

Zijn stem bleef eentonig. 'Heb je je gave onder controle.?'

'Nee, meneer. Maar-..'

Hij brak me midden in mijn antwoord af. 'Voorkeur voor begraven of cremeren?' Er was nog niet een gevoel van emotie van zijn gezicht af te lezen, geen enkele trilling in zijn kaak, frons in zijn wenkbrauwen, niets. Zijn rode haar zat perfect in model, geen enkel sprietje dat van het strakke knotje in zijn nek uitstak.

'Wat?' Ik knipperde met mijn ogen en staarde de man in verbazing aan.

Hij wendde zijn koele, hazelkeurige ogen naar me op. 'Begraven. Of. Cremeren?' Langzaam, alsof hij dacht dat ik stom was herhaalde hij de vraag, elk woord hard uitsprekend.

'Cremeren.' Antwoordde ik maar. Het was altijd nog beter dan dat mijn lichaam naar huis werd gestuurd, dan zou ik daar voor altijd opgesloten worden, onder de grond weliswaar maar niet iets waar mijn voorkeur nou echt naar uit ging.

Hij knikte en ging weer verder waar hij gebleven was.

'Ben je je ervan bewust dat dit een risicovolle en gevaarlijke verantwoordelijkheid is?'

Ik knikte. Schijnbaar vatte hij de stilte op als een bevestiging en vervolgde zijn checklist. 'Neem je deze beslissing met een aanwezig bewustzijn en worden je keuzes niet beïnvloed?' Ik schraapte mijn keel en spitte het leugentje uit, te makkelijk zelfs. 'Ja.'

Ik ging de vervelende vent niet mijn achterliggende bedoelingen of redenen voorleggen. Hij leek me niet echt het typetje dat het zou waarderen als ik mijn levensverhaal met hem zou delen.

Hij zette een krabbel. 'Mocht de koninklijke legermacht vermoedens krijgen van verraad, desertie of het negeren van bevelen, wordt je onmiddellijk uit je eenheid verwijderd en behandeld als een verrader.'

Hij legde het blaadje naast hem neer en ving mijn blik in een koele, achteloze staar. Ik was niet van plan mijn blik als eerste van hem af te wenden en trok mijn wenkbrauw op. Schijnbaar was ik geslaagd voor een of andere achterlijke test want hij gaf me een minimaal knikje.

'De gang door, deur naar rechts. Wacht daar in de ruimte totdat je wordt opgehaald door je begeleider.' Opluchting haalde ik adem. Ondanks mijn twijfels was het gelukt. Ik was toegelaten. De eerste stap was geweest, nu zou het moeilijkste deel pas komen.

Net voordat ik de kleine kamer verliet opende hij zijn mond. 'Welkom rekruut Whittaker.' Ik hield stil en kon de grijns die zich over mijn gezicht verspreidde niet tegenhouden.

De instructies opvolgend die ik had gekregen, kwam ik uit in een grote zaal. Een kantine leek het wel, met overal lange tafels met een eindeloze rij stoelen aan beide kanten. Aan het eind was een balie met een stapel dienbladen en bestek, duidelijk voor het afhalen van je maaltijd.

Ik was niet de eerste die de ruimte binnentrad. Voor mij waren er al een hele hoop anderen die zich hadden aangemeld. Aan verschillende tafels zaten groepjes jongens bij elkaar. Sommige lachend en grappend, andere arrogant om zich heen kijkend alsof ze nu al beter waren dan de rest. Ik zag ook een aantal mensen afgezonderd zitten, nerveus met hun voet op de grond tikkend, of met hun hoofd op hun rugzak geleund.

Het enige andere meisje wat ik tot nu toe zag zitten keek op en glimlachte naar me. Met haar hand wenkte ze me om naar haar toe te komen, aan de tafel het verst van de deur. Ik was niet van plan om me bij de anderen aan te sluiten die me fanatiek vuile blikken aan het toe werpen waren, dus haalde ik mijn schouders op en maneuvreerde me tussen de tafels door.

Met haar goudkleurige haar losjes over haar schouders hangend zag ze er op het eerste gezicht niet uit als een stoere soldaat, maar wie was ik om te oordelen daarover. Haar schoonheid was betoverend en toch zo natuurlijk op het eerste gezicht. De sfeer in de ruimte was bedrukt maar zij leek er niet onder te bezwijken. Haar witte tanden straalden in de brede glimlach die ze me toewierp, haar groene ogen sprankelend vol enthousiasme.

Zodra ik plaatsnam op het bankje tegenover haar en mijn rugzak naast me neer zette, stak ze haar hand uit in een begroeting. 'Ember Quinn.' Haar aanraking was vriendelijk en warm en ik kon niets anders dan het gebaar beantwoorden.

'Dawn Whittaker.' Mijn mondhoek trok op in een glimlach. 'Tot uw dienst.' Grappend salueerde ik met twee vingers naar haar. Rollend met haar ogen knikte ze met haar hoofd in de richting van de groep zelfingenomen haantjes, die er een spelletje van leken te maken wie ons de vuilste blik toe kon werpen. 'Let maar niet op hen...-' met haar hand voor haar mond kwam ze ondeugend glimlachend dichterbij. 'Het is duidelijk te zien wie van hen er nog nooit een bloedmooie vrouw heeft gezien.'

Ze knipoogde en leunde weer naar achter, haar hoofd in haar handen geplaatst. 'Dus wat brengt jou naar dit Hel-oord?' Met haar vingers zogenaamd nadenkend tegen haar lip tikkend dacht ze hardop na. 'De o zo knappe jongens aan onze rechterhand; knappe koppen met een sausje van arrogantie en moederlijke probleempjes? Of is het misschien het verrukkelijke vooruitzicht van modder, zweet en bloed? Want dan moet ik toch wel echt even zeggen dat je als een mug begint te klinken, no offense.'

Ik grinnikte laag. 'Helaas is het niet zo ingewikkeld.' Ik haalde mijn schouders op. 'Gewoon simpele wraak.' Ze knikte goedkeurend, niet geschokt door mijn antwoord. 'Ah die hadden we ook nog ja. Shit ik moet toch even de volgende keer mijn introductie tekst wat beter uit mijn hoofd leren.'

Met rollende ogen duwde ik vriendschappelijk tegen haar arm. 'Nou ter zake.' Ik liet mijn stem dalen tot een zware en lage bastoon, een intimidatie van de officier die de formulieren had ingevuld. 'Wat brengt jou hier...rekruut Quinn?' Ik trok mijn wenkbrauwen naar haar op, terwijl ik mijn best deed om mijn gezichtsuitdrukking serieus en gevoelloos te houden.

Ze giechelde. 'Ach ja wat zal ik daar eens op antwoorden?' Even dacht ze na voordat ze serieus werd. 'Mijn zus is verloofd met een enorme klootzak die zijn handen niet kan thuis houden. Ze is er van overtuigd dat dat er nou eenmaal bij hoort, dat het haar taak is om die eikel te plezieren.' Ze haalde diep adem. 'Maar ik denk er niet zo over en het werd eens tijd dat ik leerde hoe ik die egoïstische arrogante..- op zijn plek zet.

Nieuwsgierig gleden mijn ogen over haar gezicht. Er was dus inderdaad meer te vinden achter haar betoverende schoonheid. Ik gaf haar een kneepje in haar hand, niet wetend wat ik daar op moest zeggen. Net op het moment dat ik mijn mond open deed om te zeggen dat het me speet, sloeg de deur naar de kantine open. Een ruimte die langzaam maar zeker was volgestroomd met nieuwe rekruten zoals Ember en ik.

'Opstaan puppy's.' Een zware stem vol met autorisatie donderde door de ruimte. 'Kom naar het baasje.'

De opmerking was zo belachelijk en enigszins beledigend dat ik me omdraaide om te zien wie ons zo had aangesproken.

Damn. 

Was dat kwijl daar in mijn mondhoek? Ik was er niet zeker van..

🙤 · ┈┈┈┈┈┈ · ꕥ · ┈┈┈┈┈┈ · 🙦

Back againnnnn, 

hey hey it is me (yes i am still alive, thanks for asking lol)

Laten we het er maar niet over hebben da tik zojuist mijn hete thee over mezelf heen gooide en het ducking veel pijn doet *sigh*

Anywayssss

I hope u enjoy:)

🙤 · ┈┈┈┈┈┈ · ꕥ · ┈┈┈┈┈┈ · 🙦

Emperor of Death | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu