Hoofdstuk 16

13 3 0
                                    

Ergens ben ik ondanks mijn verweer toch out gegaan, want toen ik mijn vermoeide oogleden openwrikte was de hemel bezaait met lichtjes. Het duurde even voordat mijn zicht weer scherp was, maar zodra de waas was weggeëbd realiseerde ik me dat het vuurvliegjes waren. Honderden kleine insectjes fladderden boven mijn hoofd in hypnotiserende bewegingen. Hun kleine lichaampjes vormden zich gracieus aan de bewegingen van de rest, wat het tot een levend organisme maakte.

Ik hoorde elke hartslag van de kleine beestjes, en met elke gestage klop schitterde hun lichtje wat feller. De gouden glans spreidde zich uit over het donker, en duwde de armen van de schaduwen weg. Ze straalden leven en warmte uit, iets waar ik me aan vast klampte met alles wat ik in me had.

Ook de doodse stilte was niet langer gevuld met geklik, maar met het gezang van vogels. Hun getsjirp was in hoge tonen en samen zongen ze hun lied. 'Geef niet op Dawn,' leken ze te zingen. En ik luisterde. Ik luisterde naar hun smeekbeden en pushte mijn lichaam om te functioneren.

'Ik vraag me af waar de vuurvliegjes zo plotseling naartoe gingen,'

'Ik heb geen idee, maar ze gedroegen zich zo vreemd.'

'Ja-....Wacht voelen jullie dat?'

Ergens in mijn wazige staat van bewustzijn hoorde ik 3 hoge en schelle stemmetjes kwetteren. Ik herkende ze niet en zo te horen kwamen ze mijn kant op.

'O hemeltje,'

'Nou dat verklaart wel wat ja,'

'Wat je zegt Calla,'

Een klein wezentje kwam in mijn blikveld. Het was de grootte van een vogel en eerst dacht ik dat mijn hallucinaties de reden waren dat ik de stemmen hoorden. Maar het bleek een soort piepklein mensje te zijn. Met dunne, fragiele vleugeltjes als die van een vlinder. Het wezentje had een klein en schattige gezichtje. Met rozige bolle wangetjes als die van een baby. Haar violetkleurige haar viel in springende krulletjes naar beneden. Ze pracht haar piepkleine vingertje naar haar mond in een geschrokte beweging. Haar ogen- in de zelfde kleur als haar haar- werden groot van ontzetting.

Haar vleugels fladderden op en neer en ze kwam dichterbij gezweefd. Ze stak haar hand uit en porde me in mijn wang. De aanraking was zo licht dat het kriebelde. 'Zou ze nog leven?' De persoon tegen wie ze praatte kwam nu ook mijn blikveld binnen. Het zouden tweelingzusjes kunnen zijn, ware het niet het fijn dat dit piepkleine mensje geheel in een andere kleur was gehuld. 'Doe niet zo dom Briar,' Sprak het groene vlindermensje haar toe. Ze rolde met haar ogen. Een beweging die niet zo sarcastisch over kwam als de bedoeling was, gezien het feit dat ze daar gewoon te schattig voor was.

'Nou er is wel heel veel bloed hoor. Ik denk dat ik me niet zo lekker voel.' Verontwaardigd piepte ze terug.

'Ach stel je toch niet zo aan Briar.'

'Jongens denken jullie niet dat we eh- misschien moeten we haar meenemen naar het dorp.' Het derde stemmetje wat ik had gehoord vertoonde nu het lichaam waarbij het hoorde. Dit vlindermensen was gekleed in een diepe, roze kleur. Haar vleugeltjes waren geschulpt als tere bloemlaadjes en een paar tinten lichter. Het haar van het wezentjes was in een schattige bob geknipt, die met elke beweging van haar hoofd heen en weer schudde.

'Ben je gek geworden Roux?' Het groene meisje hapte naar adem.

'Nou ja, we kunnen haar hier moeilijk dood laten gaan of wel,' Het roze vlindermensje protesteerde en wees met een vinger naar mij. Ze fladderde dichter naar mijn gezicht en bestudeerde me zorgvuldig. 'Niet beledigend bedoeld hoor,' Ze fluisterde het me toe. Haar roze ogen waren groot en namen bijna de helft van haar schattige gezichtje in beslag. Mijn ogen waren ondertussen al een tijdje geopend en keken vol verwondering naar de vreemde nieuwkomers.

''Ze heeft wel gelijk Calla,' Paars ging akkoord met de mening van haar vriendin en samen probeerden ze het andere meisje over te halen.

Mopperend schudde ze haar hoofd en nog een aantal keren argumenten naar elkaar geslingerd te hebben waren ze het dan eindelijk met elkaar eens.

'Nou hoe gaan we dit varkentje wassen dan,' Het groene meisje- Calla, zoals ik had opgevangen- was dan wel akkoord gegaan, maar was nog steeds chagrijnig. 'Wij pixies gaan dit lompe geval nooit mee kunnen slepen.' Als ik niet als een half lijk op de grond had gelegen was ik beledigd geweest over die opmerking, maar helaas moest ik haar nu wel gelijk geven.

'Wacht wacht wacht!.. Ik heb een idee.' Opgewonden dartelde de roze pixie. Heen en weer. Haar wangetjes kregen de kleur van zuurstokken en ze klapte energiek in haar handjes.

'Wat nouuuuu-...'Ze rekte haar woorden uit in een poging het spannender te maken.

'Zeg het nou maar Roux, of zullen we nog even wat langer wachten. Dan is ze ondertussen al dood.' Het was duidelijk dat de groene pixie nog wat wroeging had tegen het idee van haar vriendinnen, want ze klonk niet erg blij met het idee om mij mee te slepen.

'We kunnen de hulp van de bosdieren inroepen, misschien willen zij ons wel helpen.' Ze struikelde bijna over haar woorden, zo snel gooide ze eruit. 'Dat is een goed idee Roux!' Haar paarse vriendin glimlacht naar haar en klopte haar als een trotse moeder op de rug. 'Goed dan, maar als ze ons straks allemaal vermoord, zeg dan niet dat het mijn schuld was.' Brommend ging Calla akkoord en Roux fladderde haastig weg om de hulp van haar zogeheten vriend in te schakelen, zoals ze iets daarvoor had verklaard.

Binnen enkele ogenblikken was ze terug gekeerd. 'Het is gelukt, hij zal zo wel-..' Haar woorden werden onderbroken door een enorm gebrul en het geschud van takken en struikgewas. Het getril van de grond maakte en angst in me los en angstig probeerde ik overeind te komen. Piepend van de pijn liet ik mezelf weer terug op de grond zakken nadat ik had uitgevonden dat dat plan niet ging werken.

'Shhh rustig nou maar, wij zorgen dat alles wel goed komt,' Vol stress probeerde het kleine paarse feetje me te kalmeren. Met beide handjes duwde ze tegen mijn wangen, in een poging mijn hoofd weer op de grond te laten rusten.

'Jezus Roux, een beer? Had je nou echt niets anders kunnen bedenken,' Calla siste het naar haar vriendin terwijl de dreunende voetstappen steeds dichterbij kwamen. Toen het dier zo dicht bij was gekomen dat mijn hoofd bijna op en neer stuiterde van de trillende grond, bleef het eindelijk stilstaan. Grote behaarde poten tilde mijn lichaam van de grond, veel zachtaardiger dn ik had verwacht. De grote beer had een zachte, donkerbruin glanzende vacht en nam mijn gebroken lichaam uiterst zorgvuldig in zijn grote poten. Vanaf het moment dat zijn warmte me onthulde liet ik mezelf eindelijk gaan en hing levenloos in de omhelzing van de vriendelijke reus.


Supp bebess,

Soo to be honest, Calla is wel echt een sassy bitch hoor haha.

En volgens mij heeft Roux enigszins een lichte vorm van Adhd, als pixies dat tenminste kunnen hebben whoops.

Ik ben vandaag wel echt in de mood om te schrijven, dus wie weet nog wel een hoofdstuk vandaag:)

See ya later, Alligator

X Jasmijn

Emperor of Death | DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu