'Herinner me er even aan waarom ik ook al weer met dit absurde plan heb ingestemd,' chagrijnig bromde ik naar de pixie die stuiterend van opwinding op mijn schouder zat. Sinds ik uiteindelijk aan haar had toegegeven was haar stemming, zo wispelturig als het weer, omgeslagen en was er geen spoor meer van eventueel verdriet te bekennen. Opgewonden en vol energie had ze in haar handen geklapt, stuiterend als een goblin die zojuist een nieuwe robijn had gevonden voor zijn verzameling. '
Als echte spionnen slopen we door de gangen, stilletjes en op onze hoede om eventuele nieuwsgierige omstanders te vermijden. Zoals ik van Roux hoorde waren de pixies hier erg blij met hun onzichtbare leventje, en hadden een zekere wroeging tegen degene die er zelfs maar over nadachten om weg te gaan van de veiligheid die het ze bood. Iets wat Roux tot een buitenstaander had gemaakt, een boksbal voor al hun eigen onzekerheden en angsten.
Ik was nog steeds boos op het feetje, voor de manier hoe ze me had weten te manipuleren door in te spelen op mijn eigen verlangens. Maar eerlijk was eerlijk, ik had het haar beloofd dus ik zou niet teruggaan erop. Het baarde me wel zorgen, want een pixie hebben als gezelschap, terwijl je eigenlijk van plan was om op de legerbasis niet te veel aandacht op jezelf te richten en gewoon en doorsnee voetsoldaat te worden, was niet de beste manier. Maar daarover zou ik me later wel zorgen over maken.
We hielden stil aan het einde van de gang, vanaf hier had je twee opties; links en rechts. Voor mij waren alle gangen hetzelfde dus ik had werkelijk geen flauw idee welke optie naar het einde van dit doolhof zou gaan leiden. 'Roux,' ik fluisterde het, bijna agressief. Ze stopte voor een seconde met stuiteren en leek te beseffen dat ze misschien zelf ook actie kon ondernemen. 'Oh.' Ze nam even haar omgeving in zich op en haar ogen klaarden op. 'Ze wees met haar vinger naar de linker gang. 'Die kant op, dir kant op.' Ze was totaal niet discreet en hoewel ze maar zo klein was galmde haar stem toch door de gang. Ik wierp haar een boze blik toe en rolde met mijn ogen. 'Oeps, sorry!' Ze sloeg har hand voor haar mond, haar ogen groot en schuldig.
Ze ging gelijk over op fluisteringen. 'We moeten hier naar links,' met haar hand naast haar mond fluisterde ze het me in, alsof ze me een geheimpje toevertrouwde. Ik snoof. Dat had ik zojuist ook wel begrepen, haar harde piepstem moeilijk te missen, centimeters naast mijn oor.
Ik leverde verder geen commentaar en liet me door haar de weg wijzen. We hadden het geluk dat de meeste pixies nu bezig waren met het verzorgen van hun planten, die volgens Roux het middelpunt van hun dorpje vormde en waar de pixies hun huisjes hadden gevestigd. Een enkel keer moesten we een verlaten gang in duiken om ene bediende van de koningin e ontwijken, wie overigens samen met de koningin de enige 'normale' mensen waren die ik hier had gezien. Daar zou ik haar later echt eens naar moeten vragen.
Het leek alsof Roux genoeg tijd had besteed met rondwalen in alle langen gangen want het duurde nooit lang voordat ze wist waar we waren. Met haar hulp daalden we trappen af, die kronkelden alsof er nooit een einde aan zouden komen.
Hijgend stapte ik de laatste trede af, van een van de zoveelste wenteltrappen waar we vanaf gedaald waren. Deze was veruit de langste die er was geweest en ik was uitgeput toen we eindelijk het einde bereikt hadden. Met mijn handen op mijn knieën geleund pufte ik uit en blies het bezwete haar uit mijn gezicht. Ik zou toch zweren dat het hier een stuk benauwder was dan op de voorgaande verdiepingen, maar dat was ook wel af te schrijven aan mijn belabberde conditie.
Snelle en korte ademstoten schoten uit me als kogels uit een loop. Er was een nijdige steek aan de rechterkant van mijn zij die zich zeurderig kenbaar probeerde te maken. Grimassend wreef ik eroverheen en kwam weer overeind. Er rolde een zweetdruppel over mijn wenkbrauw naar beneden, jeukend en rillend veegde ik het met mijn mouw weg.
Roux hield wijs haar mond en maakte er geen commentaar op, iets wat ze had geleerd nadat ik chagrijnig tegen haar was uitgevallen, de afgelopen keren dat ik een paar seconden nodig had om bij te komen van de inspanning.
JE LEEST
Emperor of Death | Dutch
FantasyHet ijzer van mijn dolken weerspiegelde mijn bloederige gelaat. Het zong in mijn bloed. Een lied van dood en leven. Kwetsbaar, maar levensgevaarlijk tegelijk. 'Ben je er klaar voor?' Ik keek op naar de jongen die de muren rondom mijn hart had weten...