De kamer waar de kolonel me naar toe geleidde, was exact dezelfde waar ik eerder was herboren. Er hing een sfeer in de ruimte die prikkelde, als de opkomst van een storm, of de belofte van een hevige regenbui die de gewassen van hardwerkende boeren zou overstromen. Ik was stil na mijn uitbarsting op het veld, nadat Michael me meenam, me mee geleidde aan zijn arm als een verdwaald hondje. Zo voelde ik me ook wel, om eerlijk te zijn. Ik had de angst van mijn mede soldaten gevoeld. Krijgers waar ik de afgelopen maanden mee had gegeten, geslapen, getraind tot de schemer inviel en onze zwetende lichamen begonnen te ruiken naar een hoop compost. Het was hun angst geweest die ik had gevoeld, hun angst die me deed ophouden. Wat de bron van kracht terug deed deinzen- terug in zijn gevangenis. Ik stelde me voor dat het een donkere grot was, waar hij zich al die tijd had opgehouden. Een grot vol uitstekende, donkere granieten pijlers en glinsterende amethisten, verborgen in de schaduwen- tussen de lederen vleugels van vleermuizen en de klauwtjes van ratten die heen en weer scharrelden, opzoek naar alles wat zich aan hun greep zou overgeven. Er was een kabbelende stroompje dat geleidelijk sterker werd, zodra het de uitgang naderde. Daar liep het vredige, kabbelende water uit op een reusachtige, klaterende waterval die de zwaartekracht leek te ondermijnen. Golven van ijskoude, oeroude kracht die zich vanuit het diepste van de aarde- het diepste van de grot- omhoog vocht, zich naar buiten klauwde en neerstortte in de poel die zich onderaan had gevormd.
Ik wist niet wat ik met mezelf aan moest. Het was net alsof ik mezelf totaal niet meer herkende, alsof ik leefde in het lichaam van een ander, en de Dawn die ik kende- het meisje dat met takken speelde in d boomgaard, en zich voordeed als een van de heldhaftige soldaten in een van haar boekenbundeltjes. Het meisje dat de mussen voerde met koekkruimeltjes op een ijzige, ingesneeuwde ochtend, en ze fluisterend haar avonturen vertelde- Niet meer bestond.
Deze nieuwe versie van mezelf, deze versie waarin geweld en dood zo ongelofelijk gemakkelijk, zo natuurlijk naar boven dreef alsof het niets meer was dan ademhalen, herkende ik niet. En het was niet dat ik er bang voor was, dat niet. Het was alsof ik een deel van mezelf vond dat zo lang weg was geweest, een missend stukje in de puzzel van mijzelf. Ik was er niet bang voor, was niet langer bang voor mezelf zoals ik al die koude nachten vol eenzaamheid en verlangen naar een écht leven, was geweest. Maar ik wist dat ik anderen beangstigde. Ik had het gevoeld in de energie die van mijn mede-soldaten afstraalde. Het was iets tastbaars geweest, een soort aura die om hun heen hing. Er was een waas van mijn zintuigen afgegleden die het al die jaren met mist had bedekt. Ik zag alles scherper, hoorde alles scherper- en diep vanbinnen lag het besef dat ik alles in een knip van mijn vingers zou kunnen vernietigen, mocht ik dat willen.
Michael plaatste me met vriendelijke, dwingende handen om plaats te nemen op de knisperende stretcher. Het witte, plastic-achtige laken was ververst na mijn vorige bezoek, ook al was ik niet ziek geweest, of had ik leegbloedend op de witte stof gelegen, terwijl ik met een hand mijn ingewanden naar binnen had geduwd en Aria heen en weer gesneld was, haar instrumenten krampachtig in haar handen geklemd. De blondharige, koelbloedige krijger liet geen spaar van angst blijken. Ik kon zelfs niks opmerken in de energie die van hem afstraalde, geen blauwachtige gloed van miserie, geen grijze schaduwen van doodangst of een roodachtige teint van woede. Niks, blanco. Alsof hij zo gehard was door de strijd die hij jarenlang op de slachtvelden had aangevoerd, de mannen en vrouwen die hij had zijn sterven onder zijn commando, de mislukte operaties en verdwenen gelederen- verloren bij zonsopgang- hem hadden gehard tot een man die niet meer instaat was om te voelen. Of in ieder geval zoveel beheersing had dat een stenen beeld er een mislukkeling bij zou lijken.
Het bewonderde me- en ik wenste dat ik op een dag ook zo'n grote strijder zou zijn. Het toonbeeld van kracht en beheersing, de dodelijke precisie van een dolk dat door de lucht kliefde, recht in het hart van zijn doelwit . Zijn gouden wenkbrauwen stonden kaarsrecht, als twee wegen op een landkaart.
JE LEEST
Emperor of Death | Dutch
FantasyHet ijzer van mijn dolken weerspiegelde mijn bloederige gelaat. Het zong in mijn bloed. Een lied van dood en leven. Kwetsbaar, maar levensgevaarlijk tegelijk. 'Ben je er klaar voor?' Ik keek op naar de jongen die de muren rondom mijn hart had weten...