Hoofdstuk 3.

192 12 1
                                    

Ik kijk eerst of er mensen in de buurt zijn, nee gelukkig niet... Ik spoorde Clint aan in galop, totdat we bij het bos zijn. Nog maar een klein stukje... en dan zijn we er. Na een tijdje lopen we rustig in stap. "Waar is het precies?" En ik keek om me heen. "Ahh, daar is het." Zeg ik opgelucht. Ik spoor Clint aan in galop en we rijden naar het bos.

Eenmaal bij het bos aangekomen, staan we voor een oud, krakkemikkig hekje. Ik kijk naar wat achter het hek is. Een groot pad loopt rechtdoor, waar zal het naartoe leiden? Ik stap af en ik houd Clint stevig vast aan de teugels. "Blijf bij me." Zeg ik zachtjes tegen hem en hij briest zachtjes terug. Ik open voorzichtige het hek en ik trek zachtjes aan de teugels en Clint volgt me gelijk. Ik keerde om en deed het hek weer dicht. Toen stonden we midden op het grote pad. Ik hoorde zachtjes de wind door de bomen blazen en de wind blies blaadjes griezelig over het pad. Ik hoorde wat geluid van een uil. Wat is dit voor een bos? Ik stap weer op Clint en spoor hem aan. Zachtjes lopen we over het pad. Pang! Ik schrok me dood en de vogels vliegen om me oren. Het geluid van een geweer... Dat is niet goed! Ik spoor Clint aan en ik volg het pad.

Na een tijdje stop ik en laat ik Clint stoppen. Ik keek om me heen. Ik vind het hier niet fijn. Ik zie een klein huisje staan, tussen alle bomen. Kom, laten we daar naar toegaan en ik spoor Clint aan en geef hem een klopje. Toen we voor het huis stonden, stapte ik af en zette ik Clint vast aan een bom, ik ging voor de zekerheid kijken, of het niet bewoond was. Nee, gelukkig niet, het is verlaten. Ik loop weer terug naar Clint en ik zadel hem af en ik doe ook zijn halster aan. Ik laat hem nog even vast aan de boom staan en ik loop dan naar het schuurtje naast het huis. Ik haal alle oude, vieze spullen eruit, die in de schuur staan. Toen ik dat gedaan had legde ik veel gras op de vloer en in het huisje lag nog een beetje stro. Clint had gelukkig al die tijd geduldig gewacht, tot ik klaar was. Ik zette Clint in het schuurtje, wat nu zijn tijdelijk stal is. Ik laat zijn halster aan en ik borstel hem met wat stro. "Zo, nu ben je goed verwend hè, je blijft er niet lang in staan hoor, elke dag haal ik je eruit, voor een paar ritjes." Zeg ik en geef hem een kus, ik doe de onderdeur dicht van het schuurtje en laat het bovenste deur open, voor frisse licht. Nu ben ik aan de beurt... Ik was al doodmoe om alles netjes en opgeruimd te maken in het stalletje. Maar ik moet ook goed kunnen slapen, al weet ik dan het nog niet gaat al lig ik in beste bed ooit. Ik opende de deur van het huisje. Wat een rommel zeg ik met een zucht. Laat ik maar snel beginnen, dan ben ik zo snel mogelijk klaar.

Na twee uur was alle rommel uit het huisje en had ik met een oude bezem, de vloer geveegd. De belangrijke spullen had ik laten staan, zoals het bed, een tafel, een paar stoelen en een kastjes. Toen het donker werd ging ik eten, maar wat? "Oh ja! Ik had nog eten van David gekregen!" Zeg ik blij. Ik pak mijn tas en ik rits hem snel open. Yes! Een paar boterhammen, wat te drinken en een paar appels. Ik at maar één boterham op en ik bewaarde de rest. Ik liep naar buiten en ik gaf Clint een appel. Ik knuffelde nog een tijdje en hield hem gezelschap. Daarna deed ik wel alle deuren dicht en op slot en ik ging weer naar binnen. Ik ging nog even lezen, maar ik had de concentratie er niet voor. Ik ging in het bed leggen, het lag vreselijk, ik ben altijd al een goed en lekker bed gewend. Ik hoorde geluiden van buiten en ik was steeds in paniek dat iemand Clint ging stelen of hem iets aan deed. Daardoor kon ik niet slapen.

Na een paar steeds te gaan kijken, bleef ik nu in bed. Mijn ogen vielen net dicht, toen ik ineens een harde knal hoorde. Ik stap snel uit bed en ik pak mijn zaklamp die op ik op tafel had gelegd en ik loop bang naar buiten. Ik schijn op de stal en dan zie ik ineens een schaduw dat achter de stal vandaan kwam. "Hallo? Laat je zien!" Roep ik hard, maar toch ben ik zo bang als een konijn. "Sorry, doe me niks aan!" Hoor ik iemand zeggen, maar ik zie diegene nog niet. Dan zie ik een jongen van ongeveer mijn leeftijd vanachter de stal aankomen, hij hield zijn armen schuldig omhoog. "Rustig, ik doe je niks aan, als je zegt wat je hier doet en waar je vandaan komt." Zeg ik en ik wijs met mijn zaklamp in zijn gezicht. "Hey, schijn niet in mijn ogen, alsjeblieft!" Roept hij boos. "Sorry..." Ik ben weggelopen van huis en ik zag dit huisje en dacht dat ik hier kon overnachten en toen hoorde ik ineens een paard en ging ik kijken, maar blijkbaar vond je paard dat niet echt leuk." Zegt hij lachend. "Niks tegen mijn paard hoor!" Zeg ik met een glimlach, hij lacht aardig terug. "Kan ik bij jou overnachten, voor één nacht maar en dan zie je me nooit meer terug!" En hij kijkt me aan en ik smelt. Gelukkig heb ik mijn zaklamp bij en zie ik hoe knap hij is... "Ja hoor, is goed." Ik bloos. "Ga maar alvast naar binnen, ik kom er zo aan." Zeg ik en ik loop naar de stal. "Oké." En hij gaat naar binnen. "Hey, alles goed?" Vraag ik aan Clint. Hij briest, ik houd ervan als hij dat doet, het geeft een warm, zacht en veilig gevoel. Ik bleef nog even bij hem en na een paar minuutjes ging ik naar binnen. "Hey! Wat doe jij nou?" Zeg ik boos en ik loop op hem af en rits een foto van mij en m'n ouders en zusjes uit zijn handen. "Blijf van een ander zijn spullen af, dat is privé." Zeg ik. "Sorry." Zegt hij terug en toen zei ik niks meer. Er stond nog een tweede bed aan de andere kant van de kamer. "Kan ik daar slapen?" Vraagt hij na een dode en pijnlijke stilte. "Ja natuurlijk." En hij gaat in het bed liggen, ik ga ook weer terug liggen. "Welterusten." Zegt hij als ik net lig. "Welterusten." Zeg ik zachtjes terug.

Na een tijdje begint hij ineens te praten. "Ben jij de prinses van ons land?" Vraagt hij. "Nee, natuurlijk niet." Zeg ik en ik keer me om. "Je liegt, die mensen zijn de koning en de koningin van ons land en jou heb ik zelfs een paar keer op tv gezien." Zegt hij. Ik zeg een paar keer dat hij ongelijk heeft, maar na een tijdje geef ik het op. "Ja oké, ik ben prinses Luna." Zeg ik boos. "Wat doet u hier dan?" Vraagt hij heel netjes nu hij weet dat ik beroemd persoon ben. "Lang verhaal, ik leg het nog wel uit, ik ben moe en ik heb een zware dag gehad en ik wil graag slapen." Zeg ik. "Is goed, maar morgen moet ik toch al weg?" Ik zucht. "Als je wil mag je langer blijven." Zeg ik dan maar. Ik hoor een zachte kreet van blijdschap en ik moet daardoor een beetje lachen. "Wat is er, prinses Luna?" Vraagt hij. "Niks hoor." Oké. En we doen allebei onze ogen dicht en we gaan slapen.

The Wedding Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu