Hoofdstuk 30.

52 7 0
                                    

Luna

Langzaam trekken we weer terug. Zonder iets te zeggen, kijken we elkaar aan. "Luna, ik... Ik..." Stamelt hij. "Wat is er?" Vraag ik, en ik voel mijn benen weer lichtjes trillen. "Ik weet niet wat ik moet doen," een zucht verlaat mijn mond. "Je kan niks doen." Zeg ik, terwijl ik naar beneden kijk. Plots voel ik een hand op mijn bovenbeen.

Langzaam kijk ik omhoog en kijk in de prachtige ogen van David. Er is van alles in zijn ogen te zien. Van alles en dat maakt het moeilijk om in te schatten, wat hij voelt, wat hij denkt. "We gaan naar het ziekenhuis." Zegt David vastbesloten na een ongemakkelijke stilte. David staat op en wil verder lopen, maar ik pak hem nog net bij zijn pols beet, wat hij stil laat staan.

Vragend kijkt hij weer achterom. "Nee, David." David schudt zijn hand los uit mijn greep en gaat rechter staan, om vervolgens diep in mijn ogen te kijken. Kwam erg dominant over, maar ik liet het maar gaan. Ik had er allemaal geen zin meer in. En vooral niet in discussies.

"Wat nee?" Vroeg David verbaasd. Ik rolde mijn ogen. "Ik heb geen zin in al dat ziekenhuis gedoe, ik wil sterven als het moet." David kijkt me niet begrijpend aan. "Dus je wilt niet beter worden?" Vraagt hij. Hij gaat hurkend voor me zitten.

"Natuurlijk, maar-" gelijk komt David er tussen. "Nou dan? Als je beter wilt worden, moet je naar het ziekenhuis. Ook al is het niet leuk. Niemand vind dat leuk." Ik blijf even stil. "Dat is nou juist het probleem David," en ik maak aanstalten om op te staan. David gaat een stukje opzij en staat tenslotte ook op.

"Als je kanker hebt, kom je er niet vanaf. Ook niet als je naar het ziekenhuis gaat."

David kijkt me met betraande ogen aan. Voor een minuut lang blijft hij zo stil staan als een steen, even later komt er pas beweging. Hij knikt. "Oké, ik begrijp je." Dankbaar knik ik. Ik ga vlak voor hem staan en pak zijn hand beet. "Dank je wel, voor je begrip, David. Je bent de enige die er voor me is." Hij schenkt me een glimlach, maar die is al snel verdwenen. "Wat is er?" Vraag ik dan ook tenslotte.

"En je ouders dan?" Vraagt hij vol ongeloof. Ik zucht zacht. "Je weet dat ik en mijn ouders nooit een goede band hebben gehad." Nog steeds kijkt David me vragend aan. Als ik het goed schat, vliegen er honderden vragen door zijn gedachte.

"Maar ze weten het toch wel?" Vraagt hij. Langzaam schudt ik mijn hoofd heen en weer. Met grote ogen kijkt hij me aan. "Niet te geloven," mompelt hij, wat net te horen is. David loopt richting een kastje en ik volg met mijn ogen zijn bewegingen.

Dan komt hij weer naar mij toe gelopen en hij steekt zijn hand uit. Vragend kijk ik hem aan, maar kijk vervolgens naar zijn hand. Zijn mobiel ligt op zijn handpalm. Ik kijk hem terug aan. "Bel je ouders, Luna. Dit is niet normaal." Zegt hij met een bazige toon.

"Nee, nee en nog eens nee." Zeg ik geïrriteerd. Ik been naar de deur van de hotelkamer en pak de hendel vast. Ik open ruw de deur en net voordat ik de deur wil dichtklappen, keer ik me nog snel om.

"Aan jou heb ik dus ook niks." Zeg ik bot en vervolgens klap ik nu wel de deur dicht. Gelijk voel ik mijn hevige hoofdpijn weer naar boven borrelen. Ik negeer het nare gevoel en been de gang door. Aangekomen in de lobby, hoor ik geschreeuw. Natuurlijk.

"Luna! Luna!" Ik negeer het en been naar buiten. Ik stap snel op een taxi af en stap de auto in. Ik trek de deur dicht en geef aan waar ik naartoe wil. De taxichauffeur mompelt wat onverstaanbaars. Plots bereikt een harde bonk mijn oren. Geschrokken kijk ik opzij.

"Luna! Waar ga je naartoe?!" Hoor ik David roepen. En net als hij de de deur wil openen, commandeer ik de taxichauffeur het gaspedaal in te trappen.

-------------------

Hey,

Weer speciaal een nieuw hoofdstuk, omdat het vakantie is!

In ieder geval voor mij nu pas ;)

Xxx caitlinxfranke

The Wedding Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu