David
In een fractie van een seconde sta ik op. 'Wat?!' Roep ik. Theo staat op een kijkt me straffend aan. Nu pas merk ik de vreemde blikken die mijn richting op kijken. Ik mompel wat en loop de wachtkamer uit.
'David,' mompelt Theo, die inmiddels naast me loopt. Ik stop met lopen en kijk hem geïrriteerd aan. 'Ik... Ik moest het doen. Hij heeft mijn vrouw vermoord.' Hij weet de woorden nog net uit te spreken. Ik knik begrijpelijk. 'Oké, maar straks komen ze er nog achter.' Zeg ik wanhopig. 'Kom eens even.' Zegt hij, terwijl hij al een andere kant oploopt.
Eenmaal buiten, staan we in een hoekje van de straat. 'Luister, beloof het niet door te vertellen, dan ben je nog lang niet jarig.' Zegt hij bot, terwijl hij me met gespleten ogen mij vurig aan kijkt. 'Beloofd.'
'Ik zal niet opgepakt worden. Ik heb namelijk ervaring met moordzaken, dus weet ik ook hoe je bewijzen kunt verwijderen, om het zomaar even te zeggen.' Zegt hij op fluistertoon. 'B-Bent u een moordenaar?!' Roep ik net iets te hard. Hij sist. 'Zachter praten. Maar nee, ik werkte in de geheime dienst en ja werkte, nu al lang niet meer.' Ik knik. 'Wauw.' Breng ik uit.
'Weet Luna dit?' Vraag ik na een korte stilt. Hij schudt zijn hoofd. 'Nee, dat kan ik echt niet doen. Zelfs mijn vrouw wist van niks.' Zegt hij, en vervolgens zucht hij even. 'Maar u,' stamel ik. Hij kijkt me weer vragend aan.
'U hoorde altijd al bij het koninklijk huis? Hoe kunt u dan...?' Vraag ik tenslotte. Is het niet gewoon vreemd, of ligt het aan mij? 'Dat klopt. Maar daarom mochten de ouders van Luna -onze kinderen dus- ons niet. De trouwplannen van Luna hadden ook met de ruzie te maken, maar dat was eigenlijk niet de reden. De buitenwereld mocht gewoon niet deze reden weten.' Ik frons mijn wenkbrauwen.
'En Luna denkt ook dat de trouwplannen de echte reden van de ruzie zijn?' Hij knikt. 'Ik kan het gewoon niet zeggen. Dan zal ze mij nooit meer vertrouwen.' Ik knik en steek mijn beide handen in mijn broekzak. 'Dat snap ik. Maar is het niet beter dat ze het weet? Juist nu is er geen vertrouwen.' Spreek ik hem tegen.
Hij schudt zijn hoofd. 'Nee, mijn besluit staat vast David.' Als ik net wat wil zeggen loopt hij alweer richting de ingang van het ziekenhuis. Ik adem even diep de frisse lucht van buiten in, waarna ik ook weer naar binnen loop.
Ik ga naast Theo staan. 'Ik voel me zo zwak.' Mompelt hij. Bezorgd kijk ik hem aan. 'Mijn lichaam doet pijn. Al jaren.' Ik zwijg, niet wetend wat ik moet zeggen. Ik schenk hem een bescheiden glimlach als antwoord.
'Heren?' Horen we een vrouwenstem. Beide kijken we opzij. Dezelfde vrouw staat weer voor onze neus. 'Luna is bijgekomen. Jullie kunnen komen.' De vrouw kijkt ons wat emotioneel aan. Je kan duidelijk zien dat ze heeft gehuild. Ik knik. En beide lopen we met haar mee.
'Gaat het wel met u?' Vraag ik dan toch. Ze knikt. 'Met mij wel, maar met-' ze stopt haar zin. Met een vreemde blik kijk ik haar aan. 'Pardon?' Vraag ik. 'Dokter van Beek zal u verder informeren.' Zegt ze en ze opent de deur van een witte kamer. Natuurlijk, alles is hier wit.
En daar lag ze.
Mijn mond gaat langzaam open en ik sla automatisch mijn hand voor mijn mond. Ik loop naar het bed. Waar zij levenloos op ligt.
Draden liggen overal. Kippenvel raast over mijn huid. Ik ril kort.
'Luna,' zeg ik zachtjes, eerder piepend. Ik pak haar hand met beide handen vast. Ze zijn koud, te koud. Het voelde niet natuurlijk. Ze was altijd warm.
'David,' reageert ze zwakjes terug. 'Ik ben er.' Zeg ik. 'Ik ben er.' Herhaal ik weer met een glimlach. Ze lacht zwak terug, maar dat was voor mij al voldoende.
'Wij laten jullie wel even alleen.' Ik schrik uit mijn gedachtes en kijk opzij. Alle mensen verlaten de kamer, behalve één man. Hij komt vervolgens bij ons staan. Vragend kijk ik hem aan.
'Van Beek.' Zegt hij, terwijl hij zijn hand uit steekt. Ik schudt zijn hand. 'David.' Mompel ik terug. Theo staat nog bij de deur van de kamer. Heeft nog geen woord tegen Luna gesproken, wat ik niet helemaal begrijp.
'We hebben slecht nieuws,' begint hij zijn verhaal. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik knijp in Luna's hand. 'David, dat kan wat zachter.' Hoor ik Luna lachend, maar zwak zeggen. 'O sorry, dat was niet mijn bedoeling.' Biedt ik mijn excuses aan.
De man wacht even. Maar gaat vervolgens verder met zijn verhaal. 'Jullie wisten al dat Luna kanker heeft. We hebben net onderzoek gedaan en de ziekte is zich al weken aan het verspreiden, door heel haar lichaam.' Zegt hij vervolgens, hij likt zijn droge lippen.
Even is het stil, maar dan onderbreek ik de stilte. 'En wat wilt u hiermee zeggen?' Vraag ik, misschien iets te bot. 'Luna niet te genezen is tenzij ze door vele, moeilijke en zware handelingen wil doorstaan. Maar dat is haar eigen keuze, of jullie keuze.' Ik schrik, en kijk Luna gelijk aan.
Ze sluit haar ogen en een traan rolt over haar wang. Ik veeg hem liefkozend weg en druk een kus op haar wang. 'Luna, je wilt toch zeker wel beter worden?' Vraag ik wanhopig. Ze schudt haar hoofd. Ik strijk met mijn hand door haar blonde haren.
'Nee David, ik heb erover nagedacht.' Zegt ze, beide kijken we diep in elkaars ogen aan. 'Over wat, Luna?' Vraag ik nieuwsgierig. Ze zucht even en bijt op haar lip.
'Ik heb het geaccepteerd. De ziekte, gewoon alles. Dat ik dood ga...'
JE LEEST
The Wedding
Любовные романыDit verhaal gaat over een prinses, ze heet Luna en ze is nog maar 20 jaar en iedereen is jaloers op haar. Ze is heel rijk, want ook haar ouders zijn rijk en beroemd en die zijn dan ook namelijk de koning en koningin. Ze heeft een paar problemen. Ten...