Hoofdstuk 12.

84 10 0
                                    

Ik vind hem echt leuk... Zucht ik. Ik wil voor altijd bij hem zijn, maar dat kan niet. Wat zeg ik nu weer allemaal? Natuurlijk KAN het! Alleen mijn ouders WILLEN het niet...!

"Weet je we gaan gewoon terug naar het kasteel en ze hebben het maar te doen met wat ik wil." Zeg ik met volle vertrouwen. David lacht. "Goed plan, prinses!" Zegt hij en hij spoort Katrina aan. "We bedenken wel iets." Zeg ik zuchtend.

Na een uurtje komen we langzamerhand aan bij het kasteel. Wat moet ik verwachten van m'n ouders? Zouden ze blij zijn om mij weer te zien of worden ze boos?

We stappen af. Ik zucht. 'Ben je zenuwachtig?' Vraagt David aan me en hij kijkt me vragend aan. 'Wat denk je? Ik weet niet hoe ze gaan reageren...' Zeg ik. 'Sorry, was een domme vraag.' Zegt hij en hij zet Katrina vast. 'Nee, geeft niet' en we lopen verder. Voorbij de stallen kijkt iedereen ons aan, maar wat me verbaasd is dat iedereen z'n mond houdt. We lopen richting de grote deur en we staan stil als we er staan. 'Moet ik mee?' Vraagt David. 'Ja, kom maar gelijk mee, dan weten we gelijk dat we bij elkaar horen toch?' Vraag ik aan hem. Hij lacht. 'Is dat zo?' Ja dat is zo' en we gaan verder.

Ik stap binnen en gelijk botsen we tegen de lakeien. 'Wie zijn jullie?' Vraagt één van hun. 'Kijk is goed.' Zeg ik boos. Ze kijken geschrokken. 'Pardon, prinses.' Zegt hij en hij knielt op de grond. 'Bespaar me je moeite.' Zeg ik nu nog chagrijniger. Ik knipoog naar David dat het goed is en we lopen naar de eetkamer. 'Waarom deed je zo boos tegen ze?' Vraagt David. 'Zo hoort het hier.' Zeg ik zuchtend. 'En zo kon ik ze een beetje laten schrikken.' Zeg ik met een gemene lach. 'Dan doen ze nooit meer zo tegen je.' Zeg ik nog achteraf. David knikt en moet wennen aan deze omgeving en hoe wij hier met elkaar omgaan.

'Hier zijn ze niet.' Zeg ik. 'Het is ook zo groot hier, dat je hier weg wou.' Zegt David en hij kijkt met grote ogen om zich heen. Ik kijk hem vragend aan. Hij weet toch waarom ik hier weg wou? 'Uhm, even kijken hoe laat het is.' En kijk op mijn horloge. 'Bijna 10:00 uur, ze komen zo richting de lunchroom voor een bakje koffie.' Zeg ik met een zucht. 'Hoe weet je dat?' Vraagt David en hij kijkt me raar aan. 'Alles is hier op tijd geregeld, niet mijn idee geweest en daarom haat ik het hier... kom laten we alvast de naar de lunchroom gaan.' Zeg ik met een zucht. David knikt en loopt met me mee.

We gaan op de luxe bank zitten en wachten op mijn ouders. David kijkt nog steeds met grote ogen om zich heen. Ik lach terwijl hij zo kijkt.

We horen de grote deur open gaan en we schieten allebei omhoog en kijken richting de deur. 'Mijn ouders...' Zeg ik fluisterend tegen David. Ze kijken geschrokken. 'Kom lekker zitten mam, pap.' Zeg ik en kijk ze met een neppe glimlach aan. Ze kijken me vals aan. 'Natuurlijk, schat.' Zegt m'n moeder en ze komen zitten.

'Hallo, ik ben David.' Zegt David vrolijk en hij steekt zijn hand uit. 'Houd je handen thuis!' Zegt mijn moede geïrriteerd. David schrikt van haar reactie en deinst terug. 'Mam houd nou eens op!' Roep ik boos terug.

~Even later...~
'Dus jullie kunnen mij en mijn mening niet veranderen!' Roep ik boos naar ze. 'Ik zal voor altijd bij hem blijven!' Mijn ouders kijken als gewoonlijk boos naar ze, maar hoe ze nu kijken schrikt zelfs een ezel van. (Ik heb niks tegen ezels) Ik sta op en pak David bij zijn hand. 'Wij gaan trouwen!' Roep ik en ik kijk David aan. Hij kijkt geschrokken. Ik heb dit onderwerp nog niet eens met hem besproken... Zal hij het erg vinden? Maar hij doet mee of hij meent het echt... Maar dat doet er nu even niet toe.

'Oké, oké, jullie mogen trouwen...' Zegt mijn moeder zuchtend en mijn vader knikt. Ik spring het uit van geluk! Ik loop even met David naar buiten. 'Meen je het echt?' Vraagt David. Ik ga voor hem staan. 'Ja ik meen het, ik wil echt met je trouwen.' Zeg ik blozend maar ik blijf hem aankijken. Hij lacht. 'Ik ook.' Zegt hij en hij kijkt me verliefd aan.

'David?!' Hoor ik mijn vader roepen. 'Wil je even meekomen?' Roept hij. Hij knikt en ik loop mee. Mijn vader houd me tegen. 'Alleen David, schat.' Zegt hij en ik wacht voor de deur van de kamer waar ze serieus aan het praten zijn, maar ik kan geen enkel woord horen, van wat ze zeggen.

~P.O.V. David~
Hij kijkt me boos aan. 'Oké, laat me het maar één keer zeggen, David...' Zegt hij boos. Ik schrik. Hij komt dichterbij me staan. 'Als je nog één keer in de buurt van Luna komt, vermoord ik je.' Zegt hij. 'Wat?!' Zeg ik boos. Hij legt zijn hand op mijn mond. 'We menen het!' Zegt de moeder van Luna. Wat nu?!

The Wedding Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu