Potions

58 6 0
                                    


Maandagochtend zitten we allemaal al ruim op tijd in het toverdrankenlokaal te wachten op in ieder geval ons afdelingshoofd, Professor Slakhoorn. Die doet nog het meest denken aan een walrus, met zijn dikke buik en grote snor.

Desalniettemin is hij een vriendelijke en goedlachse man die helder lesgeeft. We hebben deze les met de Griffoendors en we zitten allemaal naar de ketel voor in de klas te kijken.

"Ik kan alleen maar gokken wat er in die ketel zit," bromt Lukas.

"Amortentia," zeg ik, "wedden om tien Galjoenen?"

"You're on," zegt Albus meteen, "mijn vader kreeg die drank pas in zijn zesde jaar."

Ik kijk hem aan, "je broer kreeg hem ook in zijn vijfde jaar, Al."

"Ik ga echt niet de Amortentia al bespreken," Georgia slaat haar handen voor haar neus, "wat nou als ik echt iets ruik? Daar zit ik helemaal niet op te wachten, ik ben vijftien!"

Albus schiet in de lach, "ben je bang dat het naar Merryweather ruikt, Georgia?" hij draait zich lachend om op zijn stoel, "ik acht de kans klein, hij is tien jaar ouder dan jij. Hij is niet met meisjes van jouw leeftijd bezig."

Georgia loopt rood aan, "nouja!" mompelt ze en veegt verwoed een pluk haar uit haar gezicht.

"Nee jij dan," neemt Claire het voor haar vriendin op, "sowieso gaat die van jou naar Scor ruiken." Ze knikt even hooghartig naar mij.

Albus kijkt me aan, en voor het eerst heb ik het gevoel dat hij zelf misschien ook bang is dat dat zou gaan gebeuren.
"Claire, wij zijn helemaal niet bezig met hoe onze vrienden ruiken," zegt Lukas, voor ik mijn mond open kan doen.

"Precies!" valt Albus hem bij, "alsof ik erop let hoe Scor ruikt, kan het even? Zal wel gewoon zweet en deo zijn, ja toch?" Hij kijkt mij aan.

"Moet ik weten hoe ik ruik?" ik til al half een arm op, maar meteen wordt die naar beneden geduwd door Lukas en Albus.

Grinnikend gaan we allemaal weer goed zitten als Slakhoorn binnenkomt en iedereen vrolijk begroet.

"Hoe zitten jullie erbij deze maandagochtend?' vraagt hij, veel te opgewekt.

"Moe," zegt Roos meteen. Iedereen schiet in de lach, daar is niets aan gelogen.

"Nee toch?" Slakhoorn kijkt met pretlichtjes in zijn ogen de klas rond, "jullie hebben net een week achter de rug, zo erg kan het toch helemaal niet z-"

Meteen krijgt hij een stortvloed aan commentaar over zich heen. Of hij dan even het huiswerk wil maken dat we hebben gekregen. Of de pakken perkament die we met ons meedragen.

"Nou, nou, nou," zegt Slakhoorn gemoedelijk, "het klinkt alsof jullie allemaal nu al toe zijn aan een verzetje hm?"

"Ja!" is de klas het roerend met hem eens.

"Ik hoorde jullie al roezemoezen over welke drank er in deze ketel zou kunnen zitten. Zwadderich dacht de Amortentia hm? Griffoendors, wat denken jullie?"

Even kijken de leerlingen van Griffoendor elkaar aan, voor ze zacht in overleg gaan.

"Omdat het het vijfde jaar is,' zegt Roos, "Flegmaflip. Mijn ouders kregen die drank in hun SLIJMBALLEN jaar." Even kijkt ze uitdagend onze kant uit.

Slakhoorn loopt naar de ketel, "de klas die het goed heeft krijgt twintig punten, goede deal?"

Nu staan er ook nog huispunten op het spel en onze klas kijkt elkaar even aan. Zijn we te hard van stapel gelopen?

Slakhoorn haalt het deksel van de ketel, en er komt damp in spiralen de ketel uit.

Meteen sla ik mijn handen voor mijn neus en op het moment dat mijn klasgenoten me dat zien doen, doen ze hetzelfde.

Onder het mom: "Scor leest zoveel, die weet sowieso welke drank er in de ketel zit gebaseerd op de damp die eruit komt."

En in dit geval hebben ze geen ongelijk.

Slakhoorn glimlacht bij mijn reactie, "goed gezien meneer Malfidus," zegt hij, "sorry Griffoendor, de twintig punten gaan naar Zwadderich. Uw vader was ook een sterk toverdrank brouwer, meneer Malfidus," vervolgt hij kalmpjes.

Dat verhaal moet ik elk jaar wel een paar keer horen. Zelf ben ik van mening dat mijn pa een matig toverdrankbrouwer is. Maar dat komt misschien omdat hij veel al is verleerd. Het is natuurlijk ook al lang geleden dat hij op school heeft gezeten...

"Wie durft er een snufje te wagen?" Professor Slakhoorn kijkt nieuwsgierig de klas rond. Voor de verandering zijn er géén vrijwilligers die zich melden.

"Kom nou toch jongelui," lacht Slakhoorn, "goed dan," hij doet het deksel weer op de ketel, en meteen laat iedereen zijn of haar handen weer zakken. "Wie kan me dan vertellen wat de Amortentia precies is?"

Alle vingers gaan omhoog. Tevreden knikt Professor Slakhoorn, "kijk, kijk dat doet me goed. Dan heb ik toch nog enige goede invloed," grinnikt hij. "Goed, iedereen weet het antwoord op die vraag. Weet iemand ook één van de ingrediënten te noemen?"

Tot niemands verrassing gaat mijn hand omhoog.

"Meneer Malfidus?"

"Een Maansteen, Professor," zeg ik meteen.
Slakhoorn knikt, "dat klopt meneer Malfidus," zegt hij gemoedelijk, "nog eens tien punten voor Zwadderich."

Ik grijns, we gaan al lekker met die puntjes.

"Ik ga niet van jullie vragen om deze drank na te maken bij de examens," zegt Slakhoorn, "maar ik wil wél dat jullie hier huiswerk over inleveren. De werking van de drank en daarmee dus ook de gevaren van de drank. Volgende week bespreken we de drank die jullie met het examen wél gaan maken."

Albus' hand gaat de lucht in, "klopt het dat een kind dat verwekt is onder de Amortentia geen liefde kent?"

Alle ogen richten zich op hem. Zijn vragen zijn altijd gericht op het verleden, want thuis krijgt hij geen heldere antwoorden op de vragen die hij daarover heeft.

Harry is niet per se een open boek als het over de oorlog gaat. En hij raakt nog steeds een beetje ontheemd als hij op straat wordt aangesproken door de oudere generatie.

De meesten van onze generatie kennen hem gewoon als Harry Potter, de vader van James, Albus en Lily. Niet als een held.

"Dat wordt gespeculeerd, ja," zegt Slakhoorn. Hij klinkt ineens wat stijfjes en afstandelijk.

"Dat zou verklaren waarom Voldemort nooit begreep hoe mijn vader beschermd werd, toch?" gaat Albus gewoon verder.

Dit kan nog wel even duren. Als hij ergens antwoord op wil dan krijgt hij het hoe dan ook.

"Dat zou kunnen, ja."

"Volgens mijn vader was dat nu juist Voldemorts tragedie," gaat Albus eigenwijs door. "Door gebrek aan liefde is hij geworden zoals hij nu is. Zijn er meer van dit soort kinderen bekend?"

"Nee meneer Potter, die zijn er niet. En als ze er wel zijn moeten we maar blij zijn dat ze niet hier op school zitten of in Engeland wonen hm?" valt Slakhoorn uit.

Het is te makkelijk deze man op de kast te jagen. De naam "Voldemort" jaagt hem nog steeds angst aan. Terwijl de man al láng dood is.

Als ik Albus zijn mond weer open zie doen, geef ik hem onder tafel een klap tegen zijn been. Geïrriteerd kijkt hij me aan, maar bij het zien van mijn gezicht klapt hij zijn mond weer dicht.

"Ja, Professor," zeg ik plaats daarvan.

Oma en ma kunnen trotszijn, ik heb op mijn tong gebeten.

Scorpius Malfoy: The ProphecyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu