A/N: Ja, jullie krijgen twee hoofdstukken omdat ik er even tussenuit ben geweest.
Have fun lovelies Xxx
------------------------------------------------------------
Met mijn armen onder mijn hoofd staar ik naar het plafond van onze slaapkamer.
Het water van het Grote meer reflecteert en vormt golven die ik met mijn ogen volg.
De les Waarzeggerij van vanochtend zit me nog steeds niet lekker. En aangezien één plus één twee is in mijn hoofd, kan ik de stand van de sterren en planeten alleen maar linken aan de Profetie.
Waar ik niets van weet, behalve dat mijn familie zich er zorgen om maakt. Hun zorgen baren mij zorgen.
Met een zucht ga ik overeind zitten en kijk rond. Iedereen ligt diep in slaap.
Zo zacht mogelijk laat ik me uit bed glijden en loop naar Al's bed. Nu mag ik toch hopen dat hij net als vroeger de onzichtbaarheidsmantel gewoon heeft meegenomen...
Bijna slaak ik een triomfantelijke kreet als ik hem vind, maar weet me in te houden. Ik sla hem om mijn schouders en met mijn toverstok klaar loop ik de gang op. De koude gang.
Even ril ik en snel loop ik naar boven waar het een heel stuk aangenamer is.
De gangen zijn donker en er is werkelijk geen geluid te horen. Op een paar snurkende schilderijen na.
Van mezelf weet ik dankzij mijn vader genoeg van Profetieën af, maar het kan geen kwaad mijn brein weer een beetje op te frissen, toch?
"Oi," hoor ik achter me, en bijna slaak ik kreet.
De geest van een guitige uitziende jongen verschijnt in mijn blikveld en onder de mantel grijp ik even naar mijn borst.
"Hoi, Fred," ik trek de mantel van mijn hoofd.
De geest wijst naar de vloer, "je voeten steken uit," zegt Fred, die tijdens de oorlog hier in het kasteel is omgekomen. Samen met Foppe vind hij het heerlijk kattenkwaad uit te halen met leerlingen.
Als ik mijn hoofd buig tikt hij met zijn vinger onder mijn neus en hij schiet in de lach van mijn gezicht.
"Heel grappig," ik wrijf over mijn neus.
"Waar ga je heen?"
Het grote verschil tussen Foppe en Fred is dat Fred het heerlijk vind je te helpen met dingen die verboden zijn. Zoals bijvoorbeeld midden in de nacht onder een onzichtbaarheidsmantel naar de bibliotheek sneaken.
"De bibliotheek," antwoord ik zacht en ik vervolg mijn weg. Fred zweeft met me mee, "kijk uit, Merryweather heeft nachtwacht vandaag," zegt hij. "Hier links de hoek om."
Hij heeft het nog niet gezegd, of ik zie een vaag licht in de lucht verschijnen. Zo snel mogelijk verstop ik me bij een beeld, en kijk eromheen.
Zelfs met de onzichtbaarheidsmantel om voelt het alsof ik zichtbaar ben.
Fred zweeft maar een beetje in het midden van de gang als Merryweather hem ziet, "ah Fred, goedenacht," glimlacht de Professor.
Fred glimlacht even, en tikt tegen de zijkant van zijn hoofd, "Terry," zegt hij bijna zakelijk.
"Je bent toch niets aan het uitspoken mag ik hopen?"
"Oh nee, ík niet," grijnst Fred. Hij kijkt mij daarbij aan, maar dat ontgaat Merryweather.
"Foppe?" Merryweather kijkt Fred hulpzoekend aan.
"Misschien," antwoordt Fred schouderophalend.
Merryweather snelt naar een van de trappen, en ik hoor hem bijna van de trap vallen als hij beneden is.