Geschrokken kijken we beide op bij het horen van die stem. Iemand houdt een verlichte toverstok omhoog, waardoor we niet goed kunnen zien wie het is.
Maar Al en ik lopen al een tijdje mee en dus weten we ook tegelijk dat we in goede handen zijn.
"Meneer Perkamentus!" zegt Albus dan ook opgelucht. "Sorry- we eh- hebben een omweg moeten nemen. Onverwachts."
De man laat zijn toverstok iets zakken en kijkt ons één voor één even aan met een gemoedelijke blik in zijn ogen, "dat moet wel een flinke omweg zijn geweest dan, hm?" bromt hij in zijn dikke baard en snor.
Ik glimlach een beetje opgelaten, "zou u ons geloven als ik zeg dat het is omdat we het gevoel hebben dat we worden gevolgd?"
"Ik heb vreemdere smoezen gehoord," zegt Perkamentus, "kom maar mee."
We volgen hem naar zijn kleine maar gezellige huisje achter De Zwijnskop, de meest smoezelige kroeg van Zweinsveld.
Hier komen de ongure types die niet weten dat een oud lid van de Orde van de Feniks hier zijn werk doet en dus alle ongure plannen mee krijgt.
Als we binnen komen wijst hij meteen op de bank bij het raam. Zelf loopt hij door naar de keuken.
Al en ik kijken elkaar aan. We zitten op elkaar gepropt op de kleine bank.
"Ik wil nog steeds antwoord op mijn vraag," bromt Albus die ontevreden zijn armen over elkaar slaat. 'Je was bijna zover toen we werden onderbroken."
"Ik heb de Profetie gejat," ik kijk hem aan.
Albus' mond zakt open, het is wel duidelijk dat hij niet zag aankomen dat ik dat nu nog zou toegeven. Ik zie dat hij net iets wilt zeggen, maar net op dat moment komt Perkamentus binnen met een klein dienblad waar thee op staat.
"Dus, jullie werden gevolgd? Enig idee door wie?"
Tegelijk schudden we ons hoofd. De man kijkt ons met zijn blauwe ogen doordringend aan en weer heb ik het gevoel dat een volwassene zich met mijn gedachten en herinneringen wil bemoeien.
Dus verbreek ik het oogcontact en stoot Albus zacht aan die me meteen aankijkt, vragend.
Perkamentus schenkt thee in en geeft ons ieder een mok, "ik kan me niet voorstellen dat jullie het volgen waard zijn. Twee jongens, gewoon aan de wandel samen. Ik kan me niet voorstellen dat iemand ermee gemoeid is jullie om die reden te volgen."
"We waren ook niet zomaar aan de wandel," gooit Albus eruit. "Ik- volgens mij ben ik heel wat weken van de wereld geweest omdat ik onder invloed was van de Imperiusvloek. Als ik in een helder moment niet naar Scorpius was gegaan, die toen ook hetzelfde gevoel had, had ik hier nu niet zo gezeten. Denk ik."
Dat laatste voegt hij er een beetje onzeker aan toe, hulpzoekend kijkt hij mij even aan. Ik knik bevestigend om hem een beetje te helpen, "dat klopt meneer," voeg ik daaraan toe. Ik heb de hele weg hierheen het gevoel gehad dat de eigenlijke dader achter ons aan zat in de hoop Albus weer onder invloed te krijgen."
Perkamentus knijpt zijn ogen een beetje samen, "hoe zijn jullie dan gekomen?"
"Oh, via Het Krijsende Krot," leg ik uit, "eerst natuurlijk via de geheime gang bij de Beukwilg."
Perkamentus zucht, "ik ben niet eens verbaast dat precies jullie weten hoe die gang werkt," achter zijn dikke baard zie ik een kleine glimlach.
Ik neem een slok van de thee die me heerlijk verwarmt.
"Ik weet het goed gemaakt," Perkamentus zet zijn eigen kop thee op het theetafeltje, "als jullie me precies vertellen wat er nog meer aan de hand is, laat ik jullie door de geheime gang terug naar het kasteel gaan. Zo niet, dan zie ik me genoodzaakt jullie aan de deur af te leveren, met wie weet wat voor gevolgen."
Albus en ik kijken elkaar even aan, aan zijn blik kan ik zien dat hij er net zo min op zit te wachten Perkamentus op de hoogte te brengen van de bevindingen en ontdekking die we hebben gedaan als ik. Maar ik weet dat ook hij er niet bepaald op zit te wachten van school geschopt te worden en die kans zit erin als we aan de deur afgeleverd gaan worden.
Tripjes naar Zweinsveld om dit uur worden niet bepaald op prijs gesteld.
Woordeloos zijn we het met elkaar eens. En elkaar afwisselend vertellen we Perkamentus over de Profetie die onze naam draagt. Welke woorden eraan verbonden werden. En ook niet onbelangrijk, dat er meerdere mensen aanwezig waren bij die gemaakte Profetie.
"Ik ben bang dat iemand binnen de muren van Zweinstein misschien ook wel meer weet," eindig ik ons verhaal, "en die persoon heeft hoogstwaarschijnlijk Albus onder invloed gehouden. Misschien om mij weg te houden van het idee van de Profetie, of misschien wel om ons als vrienden uit elkaar te drijven," ik neem een laatste slok van mijn thee en kijk Perkamentus over mijn beker aan.
Aan zijn gezicht is niet te zien of hij ons verhaal echt gelooft. Maar- we zouden ook geen reden hebben hierover te liegen. En ik denk dat Perkamentus dat ook weet.
Dit zou wel een extreem uitgedachte leugen zijn om onder straf uit te komen. Dus moet het wel waar zijn.
Althans. Ik mag hopen dat dat de conclusie is die Perkamentus óók trekt.
De man kijkt Albus aan, "heb je heldere momenten gehad?"
Albus verschiet van kleur, 'eh- ja," mompelt hij, "maar ik deed dingen waar ik niet trots op was in die momenten-"
Er gaat een wenkbrauw omhoog.
Albus kijkt mij even vragend en verwachtingsvol aan.
"Het waren jouw acties, Al."
Hij zucht diep en geïrriteerd, 'elke keer dat ik een helder moment had-" begint hij, "nou- u moet weten dat ik me bij Scorpius het meest veilig voel van alle mensen die ik om me heen heb. En omdat ik die veiligheid weer wilde voelen als ik een helder moment had- zoende ik hem."
Perkamentus strijkt door zijn baard, "hm," mompelt hij. "En dat zou je niet hebben gedaan als je niet onder invloed was geweest?"
Albus is van zijn stuk gebracht, "eh- jawel," geeft hij schoorvoetend antwoord. Nu kijk hem met opgetrokken wenkbrauwen aan.
"Die momenten duurden elke keer maar heel kort volgens mij, want ik heb gaten in mijn geheugen zitten. Ik mis dagen- weken zelfs."
"Wat is het laatste dat je je kunt herinneren jongen?" vraagt Perkamentus vriendelijk. "Dan hebben we ongeveer een tijdspanne waarin we kunnen achterhalen dat het is gebeurd."
Albus sluit zijn ogen en knijpt zijn ogen samen. Ik zie hem zijn best doen de laatste herinnering naar boven te halen.
"Ik- mis al grote stukken van de winter," geeft hij toe.
"Kerst?" help ik hem op weg, "kun je je kerst herinneren?"
De moed zakt me in mijn schoenen als ik Albus verward zie kijken. Hij lijkt net zo hard als ik te hopen dat hij daar nog herinneringen van heeft.
Maar ik zie aan zijn gezicht dat daar ook gaten zitten.
Met een klap dringt de waarheid tot me door; mijn beste vriend is veel langer onder invloed geweest van die spreuk dan ik in de gaten heb gehad...
JE LEEST
Scorpius Malfoy: The Prophecy
FanfictionEen Profetie en een tienerjongen, wat kan er misgaan?