Chaos

41 6 1
                                    

Als ik de gang op kom, rent Georgia me net tegemoet. Haar gezicht staat bezorgd.

"Dit moet je zien Scor," zegt ze en ze trekt me mee naar de leerlingenkamer. Daar word ik van alle kanten aangekeken als ik binnenkom.

"In jullie kamer," Georgia wijst.

Ik begrijp er niets van en loop de slaapkamer in. Mijn mond zakt open als ik de bende zie.

Alles rondom mijn slaapplek is gesloopt en overhoop gehaald.

Veertjes uit het kussen liggen door de hele kamer verspreidt en ik kijk om me heen. Alsof ik hoop op een aanwijzing waarvan ik weet dat die uitblijft.

Eindelijk kom ik in beweging en raap wat spullen bij elkaar onderweg naar mijn gesloopte bed.

Mijn nachtkastje is gesloopt en de inbreker heeft zelfs het geheime dubbele vak in de lade van mijn nachtkastje gevonden.

Bedachtzaam blijf ik om me heen kijken. De Profetie, schiet het door me heen. De inbreker moet op zoek zijn geweest naar de Profetie.

De anderen komen ook binnen en ik zie Albus naar me kijken, vragend en vol verwarring.

"Wie zou zoiets doen?" vraagt hij zich hardop af.

Hij krijgt geen antwoord.

Ik pers mijn lippen op elkaar, ik kan maar één iemand bedenken. Iemand die heel makkelijk in de chaos die Fred veroorzaakte en het opruimen daarvan even verdwenen kon zijn.

Even kijk ik op naar Albus en schrik als hij me recht aankijkt. Bijna lijkt hij me uit te dagen te vertellen wat ik allemaal denk. Maar gezien zijn situatie lijkt me dat niet per se het beste idee.

En zijn heldere momenten zijn- nou niet per se heel prettig. Meer extreem verwarrend.

Maar toch zie ik aan zijn gezicht dat hij heel graag zou weten wat ik allemaal denk en vind. En wat we hier nou van moeten maken.

"Ik ga Professor Slakhoorn halen," Matthias loopt de kamer weer uit en hij wordt gevolgd door Lukas.

Daardoor blijf ik met Albus achter. Ik sla mijn armen over elkaar en leun tegen de poot van mijn hemelbed.

Albus kijkt me aan, "noem het een gevoel, maar ik heb het gevoel alsof je weet wie erachter zit," zegt hij.

Even knijp ik mijn ogen een beetje samen, ik weet niet meer wat ik van Albus moet geloven nu ik zeker weet dat hij onder invloed van een vloek is. Ik kijk naar de deur maar er is verder niemand in de buurt.

Ik zou heel makkelijk nu mijn toverstok kunnen grijpen en mijn beste vriend van die vloek af kunnen helpen. Mijn hand gaat al naar mijn achterzak, waar ik mijn toverstok heb zitten, als Claire ineens in de deuropening verschijnt.

"Jezus! Georgia zei al iets, maar ik wilde het toch even met eigen ogen komen bekijken. Wie zou nou zoiets doen?"

Vragend kijkt ze van mij naar Albus en ik volg die blik van haar. Hij bijt op zijn lip en kijkt naar de grond.

"En waarom alleen bij jou," Claire kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan, "waren ze naar iets op zoek ofzo?"

Nu kijkt Albus op en kijkt me fronsend aan, ik zie de raderen draaien en weet dat hij de puzzelstukjes vroeger of later op zijn plek krijgt.

Ik haal mijn schouders op, "al sla je me dood."

Claire tuit even afkeurend haar lippen, "naja, hopelijk vinden ze die klootzak," met die woorden draait ze zich om en loopt weg.

In no time staat Albus voor mijn neus, "zeg me dat het niet waar is," sist hij.

Ik duw hem een stukje van me weg, "het is niet waar," ik kijk hem aan. Albus kijkt me aan met een diepe frons tussen zijn ogen.

Scorpius Malfoy: The ProphecyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu